Wob
Wob
steem' werkt. Geen consument, noch tus
senpersoon, noch financieringsmaat
schappij hoeft met zo'n systeem in het
duister te tasten!
Sommigen, o.a. de consumentenorganisa
ties, vragen om verder gaande maatrege
len van de overheid ter bescherming van
de consument tegen 'financieringspraktij
ken'. Vullings heeft o.i. terecht en overtui
gend aangetoond, dat daaraan wat de VFN
betreft geen behoefte bestaat. Een goede,
betrouwbare advisering en financierings
praktijk, zoals bij de meeste leden van de
VFN gebruikelijk is, mag dan bij sommige
al te gretige kredietaanvragers geen hoge
populariteitsscore behalen, zij verdient het
eigenlijk wel! Eigen verantwoordelijkheid
van de cliënt, gepaard met een objectief
oog voor diens belang bij de financierings
maatschappij, is de basis voor een gezond
consumentenkrediet.
ZIJN WE KLEINER GEGROEID?
In de zomermaanden publiceren diverse
tijdschriften ranglijsten van de grote ban
ken die op onze wereld werkzaam zijn. Ze
ker in een periode als de huidige, waarin de
ontwikkelingen bij de banken toch al meer
dan gebruikelijk in de belangstelling staan,
is het interessant om van de inhoud van
zulke publikaties kennis te nemen.
Het vooraanstaande Engelse tijdschrift
The Banker' heeft onlangs een aantal
ranglijsten het licht doen zien. Het zal dui
delijk zijn dat het opstellen van deze lijsten
gepaard gaat met moeilijkheden bij de
vaststelling van deugdelijke criteria vol
gens welke wordt gerangschikt. Ook 'The
Banker' worstelt met deze problemen. Zij
hanteert verschillende criteria, zoals de be
drijfsomvang en de winstgevendheid.
In de 'Top 500' vindt rangschikking van de
grootste banken ter wereld plaats op basis
van de 'assets less contra accounts'. Dit
betekent in gewoon Nederlands niet meer
dan dat het balanstotaal wordt verminderd
met posten die aan beide zijden van de
balans worden vermeld en die geen mid
delen behelzen waarvan de bank zelf ge
bruik kan maken (gestelde garanties, geac
cepteerde wissels etc.).
De grootste vijf banken op basis van de cij
fers over 1981 zijn van Amerikaanse en
Franse origine. Dan volgt een reeks banken
die hun hoofdzetel - eei, enkele uitzon
dering daargelaten - hebben óf in deze
landen, óf in Japan, Engeland of West-
Duitsland. De eerste Nederlandse bankin
stelling is de ABN. Zij neemt de 33e plaats
in, maar wist in 1 980 nog de 24e positie te
bemachtigen. De Rabobankorganisatie
daalde van de 34e naar de 38e plaats. De
Amro Bank moest zeven plaatsen terug en
bevindt zich nu op nummer 42. De NMB
ten slotte - we beperken ons tot de vier
grote Nederlandse banken - vinden we
op nummer 85; eenzelfde achteruitgang
als die van onze organisatie.
De vier grote Nederlandse banken moes
ten dus allemaal met een lagere plaats op
de ranglijst genoegen nemen. Opmerkelijk
is dat bij de Rabobankorganisatie de ba
lanstelling (verminderd met de genoemde
posten) daalde, evenals bij de ABN en
NMB overigens, terwijl de stijging bij de
Amro Bank van te verwaarlozen omvang is.
Maar het balanstotaal van onze bank nam
vorig jaar toch met ongeveer 13 toe
(evenals dat van de ABN, terwijl de stijging
bij de Amro Bank en de NMB circa 16%
bedroeg)! En onze organisatie passeerde
(evenals de Amro Bank en in navolging van
de ABN) toch def 100 miljard grens! Inder
daad, maar in ons land drukken we het ba
lansvolume natuurlijk uit in guldens. Sa
menstellers van een ranglijst van banken
uit alle hoeken van de wereld rekenen alle
bedragen in dollars ten einde vergelijk
baarheid mogelijk te maken.
Welnu, de Amerikaanse munt werd in
1981 gekenmerkt door een opmerkelijke
koersstijging. In het begin van het jaar was
een dollar ongeveer f2,13 waard en op de
jaarultimo beliep de dollarkoers f 2,47. Per
saldo steeg de koers dus met zo'n slordige
1 6 Zo kon het dus gebeuren dat hoewel
het balanstotaal van de Rabobankorgani
satie in guldens met ruim 1 3% steeg, de
toeneming in dollars negatief was, ofte
wel: we zijn kleiner gegroeid!
Belangrijker dan de precieze plaats die on
ze bank en de overige Nederlandse banken
innemen, is uiteraard dat onze kleine zeer
open economie de beschikking heeft over
een aantal eigen banken die internationaal
gezien toch aardig hun partij kunnen mee-
blazen!
RABOBANK-WONINGPRIJSWIJZER
De ontwikkeling van de woningprijzen is
voor veel mensen interessant, zowel voor
iemand die al een huis heeft, daar hij graag
wil weten of zijn bezit meer of minder
waard is geworden, als voor iemand die
een woning wil kopen, om het meest ge
schikte moment daarvoor vast te stellen.
Er zijn momenteel twee instanties die re
gelmatig gegevens over de prijsontwikke
ling van woningen publiceren. Het betreft
het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) en de Nederlandse Bond van Make
laars in onroerende goederen (NBM). Het
CBS rapporteert uitgebreid maar met een
vrij grote vertraging. De NBM publiceert
snel maar geeft vrij beperkte informatie.
We kunnen ons daarom voorstellen dat er
belangstelling bestaat voor een mengvorm
waarbij met een geringe vertraging een
meer uitgebreide gegevensstroom be
schikbaar komt.
Binnen onze organisatie ontstond de ge
dachte dat wij daarin wellicht - tot op ze
kere hoogte - konden voorzien. Immers
gezien het marktaandeel van de Rabo
bankorganisatie op de hypotheekmarkt
zijn er binnen onze organisatie veel contac
ten met woningkopers. Bij de aangesloten
banken is men dan ook op de hoogte van
de plaatselijke prijsontwikkeling. Door al
deze plaatselijke informatie - met een po
tentieel van bijna 3000 waarnemingspun-
ten - op een systematische wijze te verza
melen kan een goed beeld worden verkre
gen van de ontwikkeling van de woning
prijzen op regionaal niveau en per type. Al
dus ontstond - de intern al enige tijd in ge
bruik zijnde - Rabobank Woningprijswij-
zer. Het cijfermateriaal is bij de prijswijzer
zodanig gerangschikt, dat kan worden af
gelezen hoe het prijsverloop is geweest
van bijvoorbeeld een twee onder één kap
woning in het westen of een rijtjeshuis in
het zuiden. Het ligt in de bedoeling deze
gegevens ook in dit blad te gaan publice
ren. In het volgende nummer wordt hier
uitgebreid op teruggekomen.