staande regelingen impliceert slechts een
verlichting van de financiële noden, die
ontstaan als gevolg van een geringere ex
portopbrengst. Voor een structurele oplos
sing is meer nodig. Met de gedachte van
het vrije marktmechanisme in het achter
hoofd zouden de geïndustrialiseerde lan
den tevens bereid moeten zijn hun markten
meer open te stellen voor produkten van
grondstoffen uit de ontwikkelingslanden.
De tariefopbouw in de westerse landen is
veelal zodanig, dat naarmate de (produk
ten van) grondstoffen in een hogere ver
werkingsfase verkeren, deze aan een ho
gere invoerbelasting onderhevig zijn. Ont
wikkelingslanden kunnen bijvoorbeeld
zonder het betalen van invoerrechten wel
rijst naar de Europese Gemeenschap ex
porteren, doch zij worden geconfronteerd
met invoerheffingen op verwerkte rijst en
rijstprodukten. Zo heeft de tariefstructuur
in de geïndustrialiseerde landen voor ca
cao ertoe bijgedragen, dat ons land zich
heeft kunnen ontwikkelen tot een van de
grootste exporteurs ter wereld van ca
caoboter, cacaopoeder en chocoladepro-
dukten.
Zowel de tariefopbouw alsook non-tarifai
re handelsbarrières dragen er niet toe bij,
dat de ontwikkelingslanden de verwerking
van grondstoffen zelf ter hand nemen.
Juist deze verwerking zou de industrialisa
tie en diversificatie van de economie van
een ontwikkelingsland kunnen bevorde
ren.
Verder praten
Hoewel een stap in de goede richting, zijn
beide suggesties - uitbreiding van de be
staande financieringsregelingen en libera
lisatie van het internationale handelsver
keer - nog onvoldoende om de onvolko
menheden van de internationale grond-
stoffenmarkten volledig teniet te doen.
Daartoe zijn verdergaande regelingen met
betrekking tot vraag en aanbod noodzake
lijk. Het falen van bestaande internationale
grondstoffenakkoorden mag geen reden
zijn om zich af te wenden van samenwer
king op het gebied van de wereldgrond-
stoffensituatie. Daarom is bezinning op de
gewenste vorm waarin multilaterale
grondstoffenovereenkomsten gegoten
kunnen worden noodzakelijk. Produceren
de en consumerende landen moeten daar
over verder praten, ten einde tot betere
afspraken te komen.
De prijs voor koffie was eind 1981 gehalveerd ten opzichte van 1977.