project waar de zorg voor kinderen wordt gecombineerd met werkverschaffing aan de plaatselijke bevolking. Het tehuis is in 1881 als weeshuis gesticht door de katho lieke congregatie Oblaten van Maria. In zijn ruim honderdjarig bestaan is het huis uit gebouwd tot een groot complex van ruim 1 20 hectare land, waar in totaal een kleine 200 jongens in de leeftijd van 7 tot 1 8 jaar een opvoeding krijgen. Naast dit tehuis voor wezen en jongens uit probleemgezin nen, staat een 'tehuis voor jeugdige delin quenten'. Hier zijn zo'n 70jongensdoorde regering onder de hoede van de Oblaten gesteld. Het streven van de dertien broe ders en vaders is erop gericht een integra tie tussen de weeskinderen en de jeugdige delinquenten te weeg te brengen. Samen bezoeken zij de op het complex aanwezige lagere school en samen krijgen ze een soort beroepsopleiding in zogenaamde 'workshops'. Op het terrein bevinden zich onder andere een boekbinderij, drukkerij, weverij, houtzagerij, timmermans- en me taalwerkplaats, die alle op de vrije markt opereren. In deze 'workshops' werken on geveer 1 50 handwerkslieden uit het nabu rige dorp. Onder het werk geven zij de jon gens van het St. Vincent's Home een prak tijkopleiding. 'Training on the job', luidt hiervoor in Nederland de modieuze term. Voorts tracht het tehuis zich in eigen in komsten te voorzien door de exploitatie van een rubber- en kokosnootplantage. Vader Camillus, algemeen directeur, en broeder John Gilbert, directeur van het weeshuis, proberen het St. Vincent's Home volledig 'self-supporting' te laten functioneren, onafhankelijk van geregelde giften en financiële steun uit het buiten land. Zij zagen hiertoe een mogelijkheid in het opzetten van een varkensfokkerij. Toen deze signalen de Nederlandse Oblaten be reikten, lag het haast voorde hand dat con tact werd opgenomen met de Stichting Steun door Rabobanken. De Stichting heeft immers als doelstelling: het bevorde ren van de maatschappelijke ontplooiing van personen en groepen in Nederland en daarbuiten, waaronder het scheppen van zo gunstig mogelijke omstandigheden voor die ontplooiing. Daarom gaf de Stich ting in 1980 een éénmalige donatie van 1 5 000 dollar. Hiermee kon de varkensfok kerij flink worden uitgebreid en gemoder niseerd en tegelijkertijd een soort oplei ding tot varkenshouder van start gaan. De ze opleiding vindt nu daadwerkelijk plaats, hoewel zeer primitief. Ten minste wanneer met maatstaven wordt gemeten, die in het agrarisch hoog ontwikkelde Nederland worden gehanteerd. Maar, zoals een Ne derlandse ontwikkelingswerker onlangs opmerkte: 'wie de jungle ingaat, moet wel zijn Hollandse klompen uittrekken'. Hij be doelde dit niet alleen letterlijk, maar ook fi guurlijk. Momenteel telt de boerderij een kleine 500 varkens, waarvan het vlees op Sri Lanka een goede prijs oplevert. Stichting Steun door Rabobanken heeft met zijn bijdrage een voorbeeld gegeven van passende ontwikkelingshulp indachtig een oud Chinees gezegde: 'Als iemand honger heeft, geef hem een hengel in plaats van een vis'. CdZ De met steun van de SSR gebouwde varkensfokkerij van St. Vincent's Home.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 23