sings-en renteverplichtingen op de per ul timo 1981 uitstaande schatkistbiljetten is weergegeven in tabel 2. Toekomstige rentelasten Om te kunnen berekenen wat in de toe komst de lasten zullen zijn, hebben we een aantal veronderstellingen gemaakt, te weten: Het financieringstekort van de totale overheid zal in de jaren 1982-1986 dalen van 8Va tot 6'A van het Netto Nationale Inkomen (NNI). Dit geleidelijk afnemen is gebaseerd op de wetenschap dat ombui gen een moeizaam proces is, maar dat vrij wel elke politieke partij thans is doordron gen van de noodzaak daartoe. Voor de ja ren 1 987-1 990 is het tekort op een niveau van 6'/4 gesteld. Hierbij wordt aan genomen dat het financieringstekort van de lagere overheid 1% van het NNI be draagt. Tabel 1 infmrd. 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 aflossing 3,9 3,9 5,4 6,6 8,0 10,1 9,9 9,0 8,0 rente 9,0 8,7 8,4 8,0 7,4 6,7 5,7 4,8 3,9 Tabel 2 infmrd. 1982 1983 1984 1985 1986 aflossing 2,8 3,0 3,2 3,6 4,0 rente 1,4 1,1 0,8 0,5 0,1 Tabel 3a Verwachte rentelasten van de Staat (in f mrd.) Rekenrente 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 8 10,6 12,5 13,9 15,5 17,1 18,7 20,2 22,1 24,0 10 10,7 13,1 15,0 17,1 19,2 21,3 23,5 26,1 28,7 12 10,7 13,7 16,1 18,8 21,7 24,4 27,2 30,5 33,8 Tabel 3b Verwachte rentelasten van de Staat (in NNI) Rekenrente 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 8 3,2 3,5 3,7 3,8 3,9 4,0 4,0 4,1 4,2 10% 3,2 3,7 3,9 4,2 4,4 4,6 4,7 4,9 5,0 12 3,2 3,8 4,2 4,6 5,0 5,2 5,4 5,7 5,9 Tabel 4a Verwachte uitgaven aan rente en aflossingen (in f mrd.) Rekenrente 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 8% 17,3 19,4 22,5 25,7 29,1 33,1 38,1 44,3 50,6 10% 17,4 20,0 23,6 27,3 31,2 35,7 41,4 48,3 55,3 12% 17,4 20,6 24,7 29,0 33,7 38,8 45,1 52,7 60,4 Tabel 4b Verwachte uitgaven aan rente en aflossingen (in NNI) Rekenrente 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 8 5,2 5.5 5,9 6,3 6,7 7,1 7,6 8,3 8,9 10 5,2 5,6 6,2 6,7 7,2 7,7 8,3 9,0 9,7 12 5,2 5,8 6,5 7,1 7,7 8,3 9,0 9,9 10,6 De netto monetaire financiering zal in 1 982 op f 1,5 miljard uitkomen. De jaren daarna is de netto monetaire financiering nihil. Deze gegevens zijn ontleend aan de brief, die de minister van Financiën eind november 1981 stuurde aan de directie van De Nederlandsche Bank. Het NNI is geschat. Daarbij is uitgegaan van een gemiddelde stijging met 7%, waarvan 1 a 1 '/2 volumegroei en 5 a 5Vi% prijsstijging. De rentelasten over nog aan te gane schuld zijn berekend met een gemiddelde rente (rekenrente) van 8% respectievelijk 10% en 1 2%. Gezien het speculatieve ka rakter van renteverwachtingen lijkt het be ter van enkele alternatieven uit te gaan. De aflossingen worden geherfinancierd tegen de rekenrente. De veronderstellingen resulteren in een beeld van de toekomstige rentelasten zoals weergegeven in tabel 3. Vooruitzichten In de inleiding is al gerefereerd aan de ver wachting, zoals beschreven door dr. Dui senberg in zijn Jaarverslag, dat de toekom stige uitgaven aan rente op de staats schuld in 1985 bijna 5 van het nationaal inkomen zullen bedragen en tegen het ein de van de jaren tachtig de huidige omvang van het financieringstekort zullen overtref fen, indien dat tekort niet wordt terugge drongen. Aan de in dit artikel gepresenteerde cijfers heeft wel een reductie van het tekort ten grondslag gelegen. Desondanks zal in 1985 circa 4'/4% van het nationaal inko men beschikbaar moeten zijn voorde beta ling van de rentelasten. Bovendien zullen zelfs dan nog in de daaropvolgende jaren de rentelasten de huidige absolute om vang van het financieringstekort (in gul dens) overtreffen. Voor wat betreft de uitgaven aan rente en aflossingen te zamen (tabel 4) zijn de voor uitzichten nog problematischer. Uitgedrukt in het netto nationaal inkomen stijgen, afhankelijk van de rekenrente, deze lasten anno 1990 tot 9 10'/2%. Voor 1982 is dit 5'/4%. Gehoopt mag worden dat dergelijke vooruitzichten 'politiek Den Haag' ertoe zullen dwingen 's Rijks inkom sten en uitgaven beter op elkaar af te stem men. Dit om in de toekomst althans nog enige speelruimte voor beleidswijzigingen te behouden. Duidelijk is dat de huidige ombuigingen of bezuinigingen pas een eerste aanzet zijn tot een saneringsproces van de staatsfinanciën dat nog vele jaren zal duren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 17