Een dure wissel op de toekomst De staatsschuld nader beschouwd De nationale schuld drukt steeds zwaarder op de Rijksbe groting. Hij is inmiddels na Onderwijs en Wetenschappen de belangrijkste uitgavenpost geworden. In 1975 werd 6 van de begroting gespendeerd aan rente- en aflossingsbe talingen. In 1982 is dit maar liefst 12 Een ontwikkeling die zich in de toekomst nog zal voortzetten, want de kapitaalhon- ger van de overheid is de laatste jaren nauwelijks te stillen. Dr. W. F. Duisenberg schetste alweer enige tijd geleden in zijn eer ste verslag als president van De Nederlandsche Bank de som bere gevolgen voor de jaren tachtig van deze gulzigheid, die er toe kan leiden dat overheidstaken worden verdrongen vanwe ge de hoge bruto rentelasten die de snel groeiende staats schuld met zich meebrengt. 'Indien het financieringstekort niet wordt gereduceerd in ver houding tot het nationale inkomen en uitgaande van het huidi ge rentepeil, zullen de rentelasten op de staatsschuld in 1985 bijna 5 van het nationale inkomen bedragen en aan het eind van de jaren tachtig zullen de jaarlijkse rentelasten de huidige omvang van het financieringstekort benaderen,' aldus Duisen berg, die daarmee nog eens onderstreepte dat de overheidsuit gaven drastisch moeten worden omgebogen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de mogelijke gevolgen van de snel groeiende staatsschuld. De explosieve ontwikkeling van de staats schuld is een fenomeen van de laatste ja ren. In de jaren 1950-1 960 was er abso luut gezien zelfs sprake van een daling. Het daaropvolgende decennium groeide de Staatsschuld met gemiddeld 5'/2 %per jaar. Onder invloed van de twee ernergie- crises liep dit percentage in de jaren zeven tig op tot gemiddeld 13'/2. De energiecri- ses leidden tot een stagnatie van de groei van de economie. Dit leidde weer tot ver minderde belastingopbrengsten en een sterke stijging van de collectieve uitgaven, doordat een steeds groter beroep op col lectieve voorzieningen werd gedaan. Daar kwam dan nog bij dat de aardgasbaten la ger uitvielen dan was voorzien. Bovendien voerde de overheid in het midden van de J. H. van Hall Algemeen Economisch Onderzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 15