Wob
Wob (vervolg van pagina 3)
karwei! Maar wie even nadenkt, zal vol
mondig toestemmen, dat er zeer respecta
bele motieven zijn zich daarvoor in te span
nen.
De tijd dat je bij automatisering alleen
maar dacht aan een centrum ergens in het
land, waar 'ze' gegevens verwerken of in
formatie kunnen leveren, is voorbij. De au
tomatisering is in vele vormen uitge
waaierd over het hele land. Honderden van
onze banken hebben nu rechtstreeks te
maken met computerapparatuur, hetzij
doordat ze zelf via terminals hun eigen
input verzorgen, hetzij door met een eigen
computersysteem subadministraties te
voeren of tekstverwerking toe te passen.
En dit rechtstreekse contact met de com
puter zal nog wel intensiever worden ook.
De proef met viewdata is al aan de gang en
balieterminals zullen ook beproefd wor
den.
Elke medewerker van onze banken komt
tegenwoordig direct of indirect in zijn prak
tijk het proces en produkt van automatise
ring tegen. Al die medewerkers - 23 000
bij onze banken - zijn automatiserings-
'gebruikers' geworden. En net als alle ge
bruikers, zullen ze willen en moeten kun
nen meepraten over hetgeen ze gebruiken.
Ze zullen zich ook verantwoordelijk voelen
voor het automatiseringsgebeuren in de
eigen werksituatie en daarover, waar mo
gelijk, willen meebeslissen.
Maar wat weet de gemiddelde gebruiker
ervan? Wat moet hij er van weten? Op de
eerste vraag kunnen we met een gerust
hart antwoorden: niet veel! Over de tweede
vraag hebben onze mensen van automati
sering en opleiding zich samen gebogen
en hun antwoord is in de komende cursus
te vinden. De algemene lijn daarvoor is ie
dereen zó op te leiden, dat de cursist een
aantal basisbegrippen van automatisering
herkent, deze begrijpt en ze kan hanteren.
Hij moet inzicht krijgen in de gevolgen van
automatisering voor de eigen functie en
die van anderen binnen de bank. Van veel
belang is dat hij de mogelijkheden en on
mogelijkheden van automatisering ziet,
zodat hij als gebruiker een bewuste keus
kan maken.
Vanuit die gedachte is voor zes doelgroe
pen, van directeuren tot balie- en admini
stratief personeel, een per groep aangepa
ste cursus ontworpen. Die opleidingen zijn
geen van alle 'technisch' en wat meer
zegt ze richten zich zelf niet eens specifiek
op de Rabobanksituatie. Zij zijn vooral be
doeld om onze mensen de taal en de be
grippen te leren. Dat bevordert de onder
linge verstaanbaarheid en zal bovendien
het werk ten goede komen. Nu overal in de
maatschappij blijkt dat het verschijnsel au
tomatisering aan vrijwel niemand voorbij
gaat, is het nodig er zoveel vanaf te weten,
dat het vreemde eraf is en je het weet te
'plaatsen'. Op den duur zal iedereen dit
kunnen doen; zo is het na de invoering van
de elektriciteit ook gegaan. Maar wij van de
Rabobank zullen er veel plezier en nut van
hebben als we door zo'n cursus mee tot de
eersten behoren die het 'alfabet' van de
automatisering aardig kennen.
Daarom is dit grootscheepse opleidings
plan iets bijzonders, dat waard is om er een
succes van te maken!
DE LAGE LANDEN INNOVEERT
In het jaarverslag over 1 980 schreef De La
ge Landen 'Het laat zich aanzien dat 1 981
geen gemakkelijk jaar wordt'.
Stagnerende economische groei, toene
mende werkeloosheid en een daling van de
bedrijfsinvesteringen en consumptieve be
stedingen hebben dit vermoeden beves
tigd.
De Lage Landen ondervond de weerslag
daarvan in verhevigde mate. De Raboban-
ken, waarvoor De Lage Landen een aanvul
lende financieringstaak vervult, kampten
immers met dezelfde uitzettingsproble
men en deden daarom een aanzienlijk min
der beroep op hun financieringsdochter.
Dit resulteerde, voor het eerst in haar be
staan, in een afname van het bedrag aan
uitstaande posten en wel van f 926 miljoen
tot f 864 miljoen.
Na aftrek van de bedrijfskosten, afschrij
vingen en voorzieningen resteert een winst
na belastingen van f 0,7 miljoen (f 1,2 mil
joen). De kwaliteit van de portefeuille blijft
in het algemeen goed te noemen; toch is in
1 981 een hogere toevoeging aan de voor
zieningen voor dubieuze debiteuren ge
daan. De directe aanleiding daartoe vorm
den de toegenomen risico's vooral in de
sfeer van bedrijfsfinancieringen en hypo
theken.
In een complexer geworden samenleving,
die bovendien geconfronteerd wordt met
een economische teruggang, verwachten
particulier en bedrijf meer van een bank
dan alleen financiering.
De Lage Landen blijft niet bij de pakken en
haar dienstenpakket neerzitten.
In haar jaarverslag over 1981 etaleert De
Lage Landen haar plannen. De Lage Lan
den wil zich in de komende tijd meer en
meer toeleggen op dit drietal werkterrei
nen: consumentenkrediet, leasing en fac-
toring.
Binnen het bedrijf is de organisatie en de
geautomatiseerde verwerking op deze
driedeling aangepast.
In het jaarverslag over 1981 wordt naast
de gebruikelijke weergave van de jaarstuk
ken ingegaan op elk van de drie specialis
men.
Bij de verstrekking van particuliere finan
cieringen wordt gewerkt onder het motto
'verantwoord geld lenen'. Dit motto leunt
op drie peilers: budgetvoorlichting vooraf,
een open en onderbouwd kredietaccepta-
tiebeleid en betere periodieke financiële
informatie tijdens de looptijd van het kre
diet.
Bij leasing ligt de nadruk vooral op het le
veren van maatwerk. Door bedrijfsinveste
ringen voor 100% te financieren, waarbij
de verplichtingen gelijk opgaan met de
economische levensduur van het object en
zonodig met de inkomensstromen binnen
het bedrijf, behoeft geen werkkapitaal in
bedrijfsmiddelen te worden vastgelegd en
kan de leencapaciteit van een bedrijf bij zijn
bank optimaal benut worden. De Lage Lan
den biedt deze dienst zowel aan in de vorm
van financiële leasing als operationele lea
sing.
Met ingang van 1 mei 1 982 werkt De Lage
Landen samen met de grootste auto
leasemaatschappij van Nederland, Auto
Lease Plan NV, een dochterinstelling van
Lease Plan Holding NV.
De samenwerking ligt op het gebied van
operationele auto- en truckleasing.
Bij de verstrekking van factoringdiensten
wordt gewerkt onder het motto 'geen kop
zorg meer over uw debiteuren'.
BV De Lage Landen Factors (Rabobank
Nederland verzorgt voor haar cliënten de
debiteurenadministratie) bewaakt de vor
deringen en zorgt voor de financiering er
van. Indien gewenst neemt de factormaat
schappij ook het debiteurenrisico over.
Door een uitgekiend automatiseringssy
steem met snelle en overzichtelijke infor
matie naar de cliënt toe, samengaand met
een alerte debiteurenbewaking, heeft De
Lage Landen Factors reeds thans kunnen
aantonen, dat de besparingen, die de fac
torcliënt door factoring realiseert, ruim
schoots opwegen tegen de factorkosten.
De ontwikkeling van De Lage Landen Fac
tors in het startjaar 1 981 kan voorspoedig
genoemd worden. Door aansluiting bij
Factors Chain International, een wereldwij
de keten van factormaatschappijen, is De
Lage Landen Factors in staat haar cliënten
ook alle factoringdiensten aan te bieden
zowel bij import als bij export.