hele onderneming - van hoog tot laag - achter staat. Zij zijn voor hun deel klaar om meteen tot actie over te gaan. Voor de on derhandelaar uit de USA of West-Europa is dat een succes, maar ondertussen moet de ze eerst nog zien thuis de gevolgen - inves teringen, nieuwe produkten, verkooplijnen en dergelijke - op te vangen en aan zijn ei gen achterban binnen zijn bedrijf te 'verko pen'. Het geheim van de Japanners ligt, volgens Drucker, in hun unieke, door het Westen niet na te bootsen wijze van besluitvorming. Dat is een voor ons haast ondoorgrondelijk proces, dat zich zeer intensief afspeelt binnen alle geledingen van het bebedrijf. Het hangt ook samen met de hele Japanse maatschappijstructuur, waarin de werknemer een soort levenslange binding met 'zijn' bedrijf heeft. De kern van de zaak is echter, dat belangrijke beslissin gen op een eigenaardige wijze steeds door consensus tot stand komen. Er is ni een ty pische Japanse 'redeneer-methodewaarbij het definiëren van het probleem als het ware belangrijker is dan het antwoord of de oplos sing. Stel, er komt een nieuwe vestiging ter sprake, dan zal de Japanner nooit onmiddel lijk zich voor ja of nee en het 'hoe' uitspre ken. Dat is een actieve beslissing, die pas in een later stadium aan de orde komt. Nee, hij vraagt zich eerst af of zo 'n vestiging über haupt wel nodig is. Heeft het bedrijf er be hoefte aan, wat voor gevolgen zou dat kun nen hebben voor allerlei onderdelen en groepen werknemers in de onderneming Daarover gaan door het hele bedrijf de be trokkenen vragen stellen en hun mening ge ven. En omdat dat gebeurt vóórdat er nog een concrete beslissing bekend is, vóórdat bekend is óf zelfs zo'n vestiging er komt, wordt de vraagstelling allengs zo uitgediept dat hij voor iedereen helder wordt. Van een voortijdige keus, vóór of tegen een concrete nieuwe vestiging, is ook geen sprake, zodat er geen gekif tussen rivaliserende 'partijen ontstaat. Wel zien we allengs een consensus over het probleem groeien: iedereen raakt ervan overtuigd dat er zus of zo een vesti ging moet komen. Na dat stadium is de eigenlijke beslissing niet moeilijk meer. Het top-management hoeft alleen maar een antwoord te geven dat past bij het nauwkeurig omschreven probleem. En zo'n antwoord is dan eigenlijk van binnenuit de onderneming ontstaan, omdat het de opvatting van elke betrokkene weerspiegelt. Het steunt op consensus! Metdieconsensusè la Nippon in mijn geestelijke bagage vlieg ik terug naar Nederland en kijk naar de Rabobank- organisatie. Hoe vaak moeten wij niet van buitenstaanders horen, dat onze 'structuur' zo ingewikkeld is? Verzuchten we ook zelf niet af en toe dat onze besluitvorming soms toch wel erg traag verloopt, omdat we, afge zien van de gebruikelijke commissies, tel kens weer dat hele overlegapparaat van 44 kringen en daar bovenop nog de Centrale Kringvergadering moeten aflopen aleer we iets belangrijks in kannen en kruiken kun nen krijgen? Dat kost maar tijd en geld en bovendien nog veel persoonlijke inspanning van de betrokkenen. Het is voor zo'n grote bankorganisatie in deze tijd wel een heel inefficiënt systeem, zo zou het oppervlakki ge oordeel kunnen luiden. Wie in die richting denkt - en die neiging hebben we - moet zich toch eens met Japan bezighouden. De praktijk wijst uit, dat de Ja panners daarmee prima uit de voeten kun nen tegenover de westerlingen die grote be sluiten vlotweg binnen het top-manage- ment nemen. Bij de Japanners zit de con sensus van de hele onderneming ingebak ken. En daar ligt de overeenkomst met onze eigen Rabo-overlegmethode! Dr. A. J. Ver flage, de vorige voorzitter van de hoofddirec tie, heeft, meen ik, eens gezegd: het duurt soms gruwelijk lang voor een besluit in onze organisatie genomen wordt, maar zeer op merkelijk is dat éls het eenmaal zover is, er dan ook iedereen achter staat. Dat noem ik een gevolg van consensus, die soms lang zaam, soms ook snel, in de brede organisatie gerijpt is. Een vrucht die je nergens kunt plukken dan van de boom van overleg. Voorbeelden van zulke vruchten? De grote fusie van 10 jaar geleden. Hoe is daar te voren op in en om heen gepraat! Maar éénmaal aangenomen, geen spoor van omzien in wrok. Toen kwa men na breed overleg de rapporten van de Structuurcommissie tot stand. We hebben er van geprofiteerd. Dat een eerste rapport van die Commissie zelfs 'terugverwezen' werd, is helemaal niet erg. Het versterkt zelfs de 'consensus-praktijk'! Dat zelfde viel mij op een aantal jaren geleden in de Cen trale Kringvergadering (CKV). Een belangrijk voorstel van 'achter de groene tafel' was aanvaard met zo'n 65 van de stemmen. Toch werd het teruggenomen om nog eens te bekijken! Een minderheid van 35 te genstemmen werd kennelijk te bezwaarlijk geacht voor de consensus die wij intuïtief voelen nodig te hebben voor een belangrijke beslissing. Overigens is die consensus bij ons maar hoogst zelden een kwestie van koppen tellen, het is meer een kwestie van toegroeien naar een antwoord op een pro bleem, dat om een oplossing vraagt. Daar om kan die CKV ook zo goed functioneren, al heeft ze formeel alleen maar een advise rende taak. Ze is geknipt voor het 'consen- sus-werk', vooral ook doordat het beraad in de kringen eraan vooraf gaat. Onze in mei gehouden jongste CKV is in feite met dat artikel van Drucker de aanleiding dat ik over dit onderwerp ben gaan schrijven. Ik wil zo'n bijeenkomst niet omhoog steken als een verheven staal tje van Japanse - of voor mijn part Rabo - redeneer- en overlegkunst. Maar toch, ik be speurde trekjes van de door Drucker ge noemde Japanse probleembenadering. Toen de renteaanpassing aan de orde kwam, werden niet alleen de bekende exter ne factoren genoemd, maar werd uit de zaal ook het pleit gevoerd voor de belangen van leden en kredietnemers. Een hoofddirecteur zei bij een ander onderwerp op een gegeven ogenblik, dat hij het een heel goede zaak vond, dat Rabobank Nederland door vragen uit de CKV onder druk gehouden werd. En op weer een ander moment vroeg een afge vaardigde zich af of de discussie wel zuiver gehouden werd. Voeg daarbij dat herhaal delijk gewezen werd op of gevraagd naar de consequenties van dit of dat, dan zie ik zo'n CKV (en daarachter de Kringen) a/s een soort 'Japans' instrument, waarmee wij van alle kanten een probleem benaderen en dan haast 'vanzelf' op het goede antwoord ko men. Consensus, geachte lezer! Waarom was nu het 'zware'onderwerp van de solidariteits/vereveningsregelingen - het pièce de résistance voor de CKV, zei voorzit ter Rinze Zijlstra - niet moeilijk in de behan deling? Waarom geen echte weerstand of oppositie? Omdat de probleemstelling door de voorbereiding aan de hand van stukken en discussies duideljk naar voren is geko men! Verevening bleek het antwoord op het probleem en daarom kreeg het de instem ming van allen. Het kan ook wel eens moeilijker liggen. Ik denk aan het COR-rapport van vorig jaar. Dat er nu weer naar alternatieven gezocht wordt, toont dat we met de eigenlijke vraag stelling nog niet helemaal klaar waren. Zoiets zou - ik noem maar wat - ook kun nen gebeuren met het nog komende rapport van Commissie Arbeidsverhoudingen, die ook de 'verenigings'-medezeggenschap van de werknemers zal behandelen. Maar mocht dat ooit gebeuren, dan moeten we dat niet zien als een falen van ons systeem. Het is veeleer een teken, dat ons systeem werkt! Het draait immers om het vinden van een rijp antwoord op een goed doordachte vraagstelling. Daar mogen we dan ook ge rust de tijd voor nemen. Zo geredeneerd, vind ik dat die Japanners en wij toch wel iets gemeen hebben. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 5