V
\IERG/IDERING I982 /LGE4/IENE \IERG/IDERING I982 /LGE8/IENE
E91/1ENE NERG/IDERING 1982 GENE f I -
de Onderlinge Kredietverzekeringsmaat
schappij Rabobanken (OKM) en de Onder
linge Waarborgmaatschappij Rabobanken
(OWM). Bovendien kenden wij nog een zo
genaamde garantieverklaring van de cen
trale bank en een Verliescompensatie- en
Winstgarantieregeling waarmee onder be
paalde voorwaarden verliezen van een
aangesloten bank konden worden opge
vangen.
Waarom nu nieuwe regelingen?
De bestaande solidariteitsregelingen ble
ken in toenemende mate problemen op te
leveren. Die problemen lagen vooral in het
ontbreken van een samenhang tussen de
regelingen en in de hoge kosten, zowel ad
ministratief als fiscaal, die ermee gepaard
gingen. Daar komt bij dat het beroep van
de aangesloten banken op deze regelingen
zowel in omvang als ook in frequentie toe
nam. Voornamelijk is dit het gevolg van de
slechtere economische omstandigheden
en de daarmee gepaard gaande betalings
moeilijkheden en faillissementen bij de
cliënten van onze banken. Het toenemende
beroep is in een aantal gevallen echter ook
veroorzaakt door een beleid dat teveel ge
richt was op de ontplooiing van de indivi
duele bank en te weinig rekening hield met
de verantwoordelijkheid die iedere bank
ook heeft ten opzichte van de organisatie
als geheel.
De bestaande regelingen voorzagen niet in
een ingebouwde stimulans die kon bevor
deren dat schades en risico's werden be
perkt. Juist daarom zijn aan de nieuwe ver
eveningsregelingen stringentere voor
waarden verbonden en is deelname door
alle banken beslist noodzakelijk.
Want ook dat is coöperatie, kosten die zijn
te beïnvloeden en die bij de één lager zijn
dan bij de ander, moeten zoveel mogelijk
individueel in rekening worden gebracht.
Inspanningen om risico's en kosten laag te
houden, worden hierdoor terecht gehono
reerd. Behalve dit voordeel leveren de
nieuwe voorstellen een aanzienljke kosten
besparing op en is er sprake van een veel
duidelijker samenhang.
Het vinden van een goed alternatief voorde
oude regelingen is eigenlijk het logische
gevolg op een historische ontwikkeling,
die is gebaseerd op in feite dezelfde solida-
riteitsgedachte als vroeger. Het gaat thans,
onder nieuwe omstandigheden, om een ei
gentijdse invulling van die gedachte. Dat is
overigens geen eenvoudige zaak geweest.
Dat komt vooral omdat het hier gaat om re
gelingen, die de kern van onze organisatie
raken en daarom de grootst mogelijke
zorgvuldigheid vragen.
Twee jaar geleden zei ik - op de drempel
van de jaren '80 - dat wij elkaar in dezetijd
wellicht meer dan ooit nodig zullen heb
ben. De aan de orde zijnde vereveningsre
gelingen zijn een onderstreping van deze
uitspraak.
Het verheugt mij, dat onze organisatie -
vanzelfsprekend na een grondige en uit
voerige discussie - tot nu toe zo unaniem
wordt klaargestoomd, zoals soms wel eens
wordt gesuggereerd. Uitvoerig overleg,
discussie, het zoeken naar overeenstem
ming is kenmerkend voor onze organisatie,
vooral als het om zeer ingrijpende taken
gaat. Maar hebben wij, na rijp beraad, één
maal een besluit genomen, dan staan wij er
ook met z'n allen voor 100% achter en ver
loopt de realisering in de praktijk meestal
positief op de voorstellen heeft gerageerd.
Ik vertrouw er dan ook op, dat de thans
voorliggende vereveningsregelingen zo
dadelijk uw algemene instemming zullen
krijgen.
Medezeggenschap en
werknemersparticipatie
Een ander onderwerp dat onze organi
satie intensief bezig houdt, is de medezeg
genschap van werknemers. Hoe moet die
bij ons worden ingevoerd?
Zoals u weet bestudeert onze commissie
Arbeidsverhoudingen de invloed van de
Wet op de Ondernemingsraden op de Ra-
bobankorganisatie, terwijl ook wordt na
gegaan hoe werknemersinvloed zou kun
nen worden gerealiseerd in de vereni
gingsorganen van onze organisatie.
Op dit laatste terrein heeft voor alle coöpe
raties in Nederland een studie plaats ge
vonden binnen de Nationale Coöperatieve
Raad voor land- en tuinbouw, die mede
kan dienen bij het zoeken naar een doelma
tige en aanvaardbare oplossing in onze or
ganisatie.
De eerste voorstellen van de commissie
Arbeidsverhoudingen ten aanzien van de
gevolgen van de Wet Ondernemingsraden
zijn niet door onze organisatie aanvaard. Ik
vind dat niet erg. Duidelijk is nog eens het
bewijs geleverd dat niet alles van 'boven'
zonder veel problemen. Zo zijn wij ten slot
te ook te werk gegaan bij onze fusie, met
het bekende homogene resultaat.
De bereidheid om te komen tot een eigen
tijdse vorm van medezeggenschap voor
werknemers, is niet het probleem. Die be
reidheid is inmiddels duidelijk gebleken.
De oorzaak van ons probleem moet vooral
gezocht worden in de huidige wetgeving,
die geen rekening houdt met structuren als
die van onze coöperatieve Rabobankorga-
nisatie. De vraag, waar het in concreto om
gaat, is of in onze organisatie wel of geen
centrale ondernemingsraad nodig of ge
wenst is. Wij zoeken naar een eigensoorti
ge oplossing, die aansluit bij onze coöpe
ratieve structuur en de plaatselijke zelf
standigheid.
Hopenlijk kunnen in het najaar de nieuwe
voorstellen van de commissie in kringen en
centrale kring worden besproken. Het ligt
daarbij in de bedoeling de invloed van de
Wet op de Ondernemingsraden tegelijk
aan de orde te stellen met de werknemers
participatie in verenigingsrechtelijke zin.
Land en tuinbouw handhaaft zich
In deze tijd van toenemende faillissemen
ten en stijgende werkloosheid is het ver
heugend te constateren dat de land- en
tuinbouw, waarmee wij ons zo nauw ver
bonden voelen, zich relatief zo goed hand
haaft.