I
1982 /ILGEtVIENE 9ERG9DERING 1982 /LGEG1EÜ
E2I/IENE NJEEG/OERING 1982 9LGEG1ENE RERG/IDERING 1982
'Een land dat niet meer investeert
gaat naar de vernieling'
minderheidspositie blijven, omdat wij van
mening zijn, dat de projecten door de parti
culiere bedrijven zelf moeten worden ge
trokken.
Ik ben er zeker van, dat de MlPeen zeer be
langrijke ondersteunende en begeleidende
rol zal gaan spelen bij het tot stand doen
komen van de zo noodzakelijke uitbreiding
van de investeringen.
Er is meer nodig: consensus
Maar natuurlijk is daar nog méér voor no
dig. Zo zal meer aandacht moeten worden
besteed aan het activeren van het acquisi
tiebeleid, aan het snoeien en stroomlijnen
van vergunningen, aan het overzichtelijker
maken van allerlei subsidieregelingen, aan
een samenhangend en stimulerend aan
koopbeleid van de overheid en aan meer
zaken, die voor het herindustrialisatiebe-
leid van belang zijn.
Meer in het algemeen zullen de uitgangs
punten, waaronder het bedrijfsleven zijn
activiteiten kan ontplooien, sterk verbeterd
moeten worden en ik heb u in grote lijnen
geschetst langs welke wegen dat bereikt
kan worden.
Bij dit alles is samenwerking het sleutel
woord. De land- en tuinbouwsector is een
levend voorbeeld van wat een nauwe en ef
fectieve samenwerking aan goede resulta
ten kan opleveren. Het zal voor ons land
een zegen zijn als dit voorbeeld meer na
volging vindt in de andere sectoren van on
ze economie.
Na de Tweede Wereldoorlog is het door
eendrachtige samenwerking en inzet van
alle geledingen in onze maatschappij mo
gelijk gebleken dat het herstel van onze
economie in betrekkelijk korte tijd tot stand
kon worden gebracht. Dat harmoniemodel
kon in de loop van de latere jaren door al
lerlei ontwikkelingen niet worden gehand
haafd.
Toch ben ik er vast van overtuigd, dat we
onze economie weer tot een structureel
herstel kunnen brengen, als er een grotere
consensus kan worden bereikt over de oor
zaken van onze problemen en over de the
rapie, die moet worden toegepast om tot
herstel te komen.
Ik denk dat die grotere consensus in onze
samenleving wel degelijk een haalbare
kaart is. Dat lijkt op het eerste gezicht wel
licht een paradoxale uitspraak, zo vlak na
een kabinetscrisis, die juist door gebrek
aan consensus is ontstaan. En ook tussen
de verschillende maatschappelijke groe
peringen in ons land lijkt er vaak minder
overeenstemming te bestaan dan ooit te
voren.
Toch is geleidelijk aan ook een onder
stroom in onze samenleving waarneem
baar, die tot een grotere consensus kan
gaan leiden. Er is ongetwijfeld een
groeiend besef in brede kring, getuige on
der meer ook discussienota's binnen poli
tieke partijen en de vakbeweging, dat de
versterking van de positie van het bedrijfs
leven prioriteit moet hebben terwille van
onze welvaart en werkgelegenheid.
En vergeleken met enige jaren terug, wordt
steeds meer onderkend dat ombuigingen
in de collectieve sector en matiging in de
particuliere inkomenssfeer onontkoom
baar zijn om het bedrijfsleven de benodig
de armslag te kunnen teruggeven.
Het is mijn vaste overtuiging dat we er
weer bovenop zullen komen, als de ver
schillende geledingen in onze maatschap
pij hun partiële belangen voor enige tijd
werkelijk ondergeschikt maken aan het ge
zamenlijke belang van de versterking van
onze economische structuur.
1