VERGADERING 1982 ALGE/GENE NERGADERING 1982 ALGEA1AENI DGENE NERGADERING 1982 ALGEG1ENE NERGADERING 1982 Al Tiende algemene vergadering onder Rabobankvlag Hoewel er officieel niets werd gevierd, had onze algemene ver gadering van 3 juni in de Irenehal van het Utrechtse Jaarbeurs complex toch iets feestelijks. Het was immers de tiende keer na de fusie in 1972 dat deze bij eenkomst onder de gezamenlijke Rabobankvlag werd gehou den. En het was ook de tiende keer voor de voorzitter van onze raad van beheer, de heer C. G. A. Mertens, dat hij op de algeme ne vergadering van de Rabobank de voorzittershamer mocht hanteren. Tellen we de periode bij de Eindhovense Centrale Boerenleenbank erbij, dan is het de vijfentwintigste algemene vergadering die hij in onze organisatie voorzat. Ir. P. J. Lardinois, voorzitter van onze hoofddirectie, memoreer- 11 de deze feiten aan het begin van zijn rede. 1 979 sprake is van een investeringsdaling met een dikke twintig procent, wat natuur lijk óók hoogst verontrustend is. Dit alles duidt er op, dat de marges van het bedrijfsleven om te komen tot nieuwe in vesteringen tot het uiterste zijn geslonken. Daarom moet nu absolute voorrang wor den gegeven aan - wat ik zou willen noe men - de Operatie Redding Bedrijfsleven. Accenten verschoven In de afgelopen maanden is dat een moei zame zaak geweest. Niettemin heb ik toch bepaald wel het een en ander op gang kun nen brengen. Zo zijn de accenten in het in dustriebeleid duidelijk verschoven naar een meer offensieve en anticiperende koers, in de geest van de adviezen van de Commissie-Wagner. Vorig jaar heeft de heer Wagner u daarvan tijdens uw jaarver gadering al de contouren geschetst. In middels is in dit kader al heel wat op de rails gezet. De individuele steunverlening zal zoveel mogelijk worden teruggedron gen om financiële ruimte te scheppen voor een meer offensief beleid. Het zwaartepunt komt daarbij te liggen op het technologie- en innovatiebeleid, op de exportstimule ring, de versterking van kleine en middel grote ondernemingen en op de werving van buitenlandse ondernemingen. In de afgelopen maanden zijn we bij Eco nomische Zaken ook ver gevorderd met de voorbereiding van een consistent en actief meerjarenbeleid voor de industrie. Centraal daarbij staat het van de grond doen komen van omvangrijke investerin gen ter versterking en vernieuwing van on ze economische structuur. U weet wellicht nog, dat in het regeerak koord van het vorige kabinet werd gemikt op een extra investeringsbedrag van zo'n twintig miljard gulden in de periode 1 982. tot en met 1 985. Ik denk dat die doelstel ling naar boven moet worden bijgesteld als we tot een wezenlijk herstel van de econo mische groei en de werkgelegenheid wil len komen. De bedrijfsinvesteringen zijn in 1981 en 1982 immers nog verder inge zakt, dan we destijds hadden verwacht. Met het formuleren van doelstellingen al leen zullen die investeringen er natuurlijk nog niet komen. De realisatie van de beno- Vervolg op pagina 13 De heer Mertens had als voorzitter overi gens weinig moeite met deze algemene vergadering. De agenda vermeldde geen overladen programma en alle voorstellen werden zonder discussie aangenomen. Dat gold ook voor de nieuwe interne vere veningsregelingen, in hoofdzaak bedoeld om de risico's en verliezen die de in dividuele banken kunnen lopen, collectief op te vangen. Deze zijn in de plaats geko men van het oude 'vangnet', bestaande uit de Onderlinge Kredietverzekeringsmaat schappij (OKM), de afdeling A van de On derlinge Waarborgmaatschappij (OWM), de garantieverklaring van de centrale bank en de Verliescompensatie- en Winstga rantieregeling. De oude regelingen volde den niet meer aan de daaraan te stellen ei sen en brachten bovendien vermijdbare extra kosten mee. Het ontbreken van dis cussie over deze belangrijke zaken was een logisch voortvloeisel van de vrijwel una niem positieve wijze waarop de vereve- ningsvoorstellen in de kringvergaderingen waren ontvangen. Een belangrijk deel van Mertens' ope ningsrede was trouwens gewijd aan de verreveningsregelingen als nieuw bewijs van de solidariteit welke onze coöperatieve banken aan de dag leggen. Immers, cen traal staat dat elke individuele bank zich ten volle kan ontplooien, maar tevens dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor tegenvallende ontwikkelingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 11