de uitstraling ervan is in landelijke organi saties aan te wijzen! Met de pionierswind in de zeilen kwam er flink schot in zaken, die anders zouden zijn blijven steken. Daarom is het zo aardig dat Cebecoskoop van februari jl. één van die pioniers aan het woord liet. Het is ing. F. B. Simmes, on langs afgetreden als bestuurslid van Cebe- co-Nederland. Simmes, die in onze kring bekend is als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Rabobank Noordoostpol der, maakt vanuit zijn prille poldersachter grond een aantal opmerkingen, die ons al lemaal in deze tijd tot aansporing kunnen dienen en zelfs een hart onder de riem kunnen steken. 'Soms zou ik willen dat de jonge boeren van nu eens even konden beleven wat wij als pioniers in de polder hebben meege maakt. Want wat hadden we in die houten barak ken? We zaten met tien man op één kamer, zonder geld en nauwelijks een toekomst. Dan leer je pas wat samenwerking is, want ook al vochten we haast om een aardappel, we waren solidair met elkaar. Niemand had toen meer dan hooguit de hoop ooit nog eens een bedrijf op het nieuwe land te mo gen beginnen en daar moesten we het mee doen. Kijk, dan ligt het voor de hand dat toen de oorlog voorbij was en de eerste uit gifte van boerderijen in het verschiet kwam, we één ding zeker wisten en dat was dat we het samen moesten redden. Zodra het kon staken we de koppen bij el kaar om de lijn die we tijdens de ontgin ningsperiode hadden uitgezet, af te ma ken. Eerlijk gezegd dachten wij als jonge pioniers toen in het begin al niet meer aan geloofsrichtingen of politieke achter gronden. Wat we wilden was één coöpera tie, of dat nu was voor de afzet van aardap pelen, suikerbieten, granen of melk. Natuurlijk, we hebben het tegenwoordig veel beter en er zijn meer mogelijkheden, maar het principe dat de boer alleen in on ze economie nergens is, zelfs al heeft hij nog zo'n groot bedrijf, blijft voor mij zonder meer overeind. We zullen altijd dat handvat tot samenwerking nodig heb ben om ons kenbaar te maken. Veel zaken, ook coöpereren, gaan nu alle maal wat vanzelfsprekender en vooral de jongere ondernemers beleven de luxe van ruime keuze aan leveranciers en afne mers. Dat kan allemaal mooi zijn, maar het is toch altijd nog de coöperatie die de prij zen moet zetten. Daarna is het natuurlijk geen kunst voor de concurrent er plaatse lijk zo nu en dan eens een dubbeltje of een kwartje onderdoor te gaan. In die ge vallen zeg ik altijd weer: wacht maar tot het echt moeilijk wordt, dan mogen de coöpe- Mr. C. C. Wabeke nam op 31 maart afscheid als directeur van de RabobankTerneuzen. Na 39 jaar! Dat is op zichzelf al een bijzonderheid, maar nog meer bijzonder is dat hij bijna even lang - sinds 20 mei 1 944 - lid van het (k)ringbestuur is geweest en tevens lid van de Centrale (K)Ring Vergadering. Sindsdien heeft hij nooit een Centrale (K)Ring gemist! Hoe vaak heeft Wabeke daar het woord gevoerd! Kritisch, ad rem, met 'vuurwerk', maar ook met humor. Zelf als 'kassier' begonnen, was hij jarenlang, tot aan de fusie, voorzitter van de Utrechtse Kassiersvereniging. Hij was daarmee een van de grondleggers van de huidige Vereniging van Directeuren Rabobanken. Terecht werd Wabeke door de heer Jansen Schoonhoven namens Raad van Beheer en Hoofddirectie de dank overgebracht voor de waarden die door hem aan de organisatie zijn toegevoegd. Hetzelfde deed drs. R. Zijlstra reeds eerder in de Centrale Kringvergadering, de laatste die 'veteraan' Wabeke meemaakte. Een delegatie uit Portugal, onder leiding van de staatssecretaris voor coöperatieontwikke ling, José Bento Concalves, bracht van 18 t/m 23 april een werkbezoek aan Rabobank Ne derland. Aan de hand van een intensief studieprogramma heeft de delegatie zich bij ons georiënteerd over de functie van een 'centrale bank' als dienstverlenend orgaan ten behoeve van lokale kredietcoöperaties. Portugal is voornemens op korte termijn het eigen, tot dusverre alleen lokaal opererende kredietwezen uit te bouwen met een cen traal landelijk bankinstituut. raties de problemen opknappen. En dat bedoel ik met die wens dat iedereen het echte gevoel van de noodzaak tot samen werken nog eens mee zou moeten maken, want het blijft er voor de rest van je leven inzitten.' Het pionieren in de jaren veertig is voorbij, maar merkwaardig is dat in onze dagen het gevoel weer sterker wordt, dat op allerlei terrein samenwerken noodzakelijk is. Ook nu als het ware 'uit de nood geboren'! Zal dit uitgroeien tot een nieuw elan? Bij jonge mensen, boeren, middenstanders, onder nemers groot en klein? De hoop is er, en la ten we er aan werken! Van samenwerken gaat, zeker als de omstandigheden het broodnodig maken, een tonische kracht uit. Onze eigen vorm van coöpereren heeft dat bewezen. Je moet er echter aan willen! Simmes en de zijnen wilden dat, want we wisten dat 'we het samen moesten red den'.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 7