Uit onze historie
zich ook veel 'katten-uit-de-bomen-kij-
kers'.
De eerste besomming van f 304,59 was
naar onze begrippen zeer gering. Maar de
historie wijst uit dat, zoals een forse boom
kan ontspruiten uit een onaanzienlijk zaad
je, ook dit prille begin van ruim driehon
derd gulden zou uitgroeien tot de forse
stam van de huidige CCWS.
Men zag er niet tegenop om de handen uit
de mouwen te steken ten einde het veiling
bedrijf goed en vlot te laten lopen. Hoewel
Kooplieden aan de CWS opgericht.
Het moet helaas ook gezegd worden. De
kopers hielden niet altijd het verschil tus
sen mijn en dijn evengoed in het oog als de
kwaliteit van hun aankopen.
Door het veilingbestuur moesten soms
harde maatregelen worden afgekondigd of
genomen!!!
De uiterst primitieve omstandigheden
waarin gewerkt werd trachtte men - met
succes - zo snel mogelijk te verbeteren. En
men kan het zich nu haast niet indenken
dat aanvankelijk geen roltafels (grote tafels
het gokken aan het buffet werd verboden,
was dat toch geen reden om te weigeren,
ieder op zijn beurt, tijdens de veilingen de
'roltafels' te komen rijden om daardoor de
kosten te verminderen.
Enkele bewijzen van groei: in 1926 al
kwam een accountant de veilingadmini
stratie controleren; op 8 juni van dat jaar
verscheen voor het eerst het vakblad 'Bloe
misterij'; en op 2 december overschreed
de omzet van dat jaar de som van
f 100 000,-. De vaart begon er duidelijk in
te komen.
Maar eerst even terug naar de eerste jaar
vergadering op 16 januari 1924. C. L.
Duyntsveld werd voorzitter en N. v. d. Laan
werd de eerstbenoemde betaalmeester;
een functie die snel in zwaarte toenam bij
de groei van de veilingorganisatie. Boven
dien werd in juli 1 924 een Vereeniging van
De koperstribune van de veiling was zo'n 50
jaar geleden prima bezet!
waarop de te veilen produkten aan de ko-
pers getoond werden) en ook geen koop
manstribune aanwezig was, evenmin als
een afmijntoestel. Daarin kwam verande
ring toen men van de veiling Westerlee
veertig oude roltafels kon overnemen en er
een gebruikt afmijntoestel kon worden
aangeschaft.
Na nogal verhitte discussies werd het ge
bouw van de voormalige groenteveiling te
Honselersdijk aangekocht. Een gebouw ter
grootte van 1 7 bij 48 meter, waarbij ook
nog de koopliedenbanken en een afmijn
toestel, plus een loods van 20x9 meter
en een overdekte luifel langs het water ge
rekend konden worden.
Op 1 5 juni werd daar de eerste veiling ge
houden. De feestvreugde werd echter al
gauw zeer gedrukt, doordat het afmijntoe
stel de dienst weigerde en op deze zeer
warme dag de gemoederen al geprikkeld
waren. En die verbeterden niet toen on
weer, storm en hagelschade hun tol eisten.
'Honselersdijk' bleek echter een goed be
sluit te zijn geweest; in 1927 bedroeg de
omzet ten minste al f 193 613,-. Maar
men was nog lang niet, waar men wezen
wilde met betrekking tot de inrichting van
het veilingcomplex.
Zo kostte de verwarming daarvan niet al
leen hoofdbrekens maar ook veel geld. Het
verwarmen met petroleumkacheltjes en
met behulp van gloeiende houtskool in
zeep- en stopverfbussen was geen groot
succes beschoren. Dus werd centrale ver
warming geïnstalleerd en besloot men om
ook maar elektrisch licht aan te laten leg
gen. Of het daaraan lag dat op 1 6 novem
ber 1 928 tussen 12 en 13 uur zo'n grote
drukte werd geconstateerd van zevenen
dertig auto's en een paard plus wagen?
De ontwikkeling van de luchtvaart bracht
ook meerdere afzetmogelijkheden mee
voor de Westlandse bloementelers. Met de
eerste vrachtvlucht die de KLM in 1 929 op
Londen organiseerde werd 900 kilo aan
Westlandse bloemen verzonden. Een
hoopvol begin.
In december van dat jaar werd P. J. J. Vis
voorzitter van de 'Vereeniging'. Vanaf
1 930 werd hij ter zijde gestaan door be
drijfsleider G. v. d. Ende.
De omzet groeide in 1 931 tot f 853 452,-
waarbij de ontwikkeling van het geldver
keer de mogelijkheid bracht om bank of gi
ro in te schakelen bij de uitbetalingen van
de opbrengsten.
Al spoedig bleek dat de bestaande ruimte
te klein werd om gelijke tred te kunnen
houden met de ontwikkelingen. Besloten
werd een nieuw gebouw te bouwen. Maar
hoe moest dat gefinancierd worden. De
Centrale Boerenleenbank bracht uitkomst.
Deze was bereid om 1 50 000 gulden te le
nen, op voorwaarde dat de veilingorgani
satie werd omgezet in een coöperatie. Dat
gebeurde in maart 1 931Voortaan luidde
de naam: Coöperatieve Centrale West-
landsche Snijbloemenveiling'. In een vol
gend nummer zullen we hier de draad weer
oppakken. Tb.