geen stakingswinst en hoeft er ook niet te
worden afgerekend. Het voordeel van deze
methode is betrekkelijk. Immers, door de
lage boekwaarde zijn de afschrijvingen
voor de opvolger relatief gering, zodat ge
leidelijk aan de belastingvoordelen teniet
gaan.
De afrekening van de stakingswinst met de
fiscus kan in gevallen, waarin de boerderij
niet tegen een bedrag ineens wordt ver
kocht, geheel of gedeeltelijk achterwege
blijven. Wanneer de overname van de
boerderij plaatsvindt tegen een jaarlijkse,
tot aan hun dood toe lopende uitkering aan
de ouders (stamrecht), dan mag de ge
schatte waarde van al die toekomstige uit
keringen van de stakingswinst worden af
getrokken (stamrechtvrijstelling). Zo'n uit
kering kan een lijfrente, een winstrecht, of
kost en inwoning zijn. De ouders moeten
daarover wel elk jaar inkomstenbelasting
betalen, maar het gaat om kleinere bedra
gen, waarover slechts geleidelijk en ge
spreid belasting behoeft te worden be
taald. De algemene voorwaarde bij de
stamrechtvrijstelling is, dat er algehele be-
drijfsstaking door de overdragende onder
nemer plaatsvindt.
Indien een bedrijf voor een lagere prijs dan
de marktwaarde aan de opvolger wordt
overgedragen (mogelijk bij 'familie-over
dracht'), dan is er volgens de fiscus sprake
van schenking door de ouders aan de op
volger. De ouders zijn hiervoor schen
kingsrecht schuldig.
De wet kent daarop een aantal uitzonderin
gen en vrijstellingen. Zo kan aan kinderen
jaarlijks een bepaald bedrag vrij van schen
kingsrecht worden geschonken. Daarnaast
kan dit voor kinderen in de leeftijd tussen
1 8 en 26 jaar eenmalig worden verhoogd
met een extra groot bedrag. Deze bedra-
j gen worden jaarlijks door de overheid aan
gepast aan de algemene prijsstijging. Ten
slotte kan het voorkomen dat de opvolger
successierechten moet betalen, als hij het
bedrijf erft.
Vormen van bedrijfsoverdracht
De overdracht van een bedrijf kan op veler
lei manieren geschieden. Juridisch kan
men de diverse vormen van bedrijfsover
dracht in twee groepen indelen:
onmiddellijke bedrijfsoverdracht.
De eigendomsrechten van het bedrijf wor
den door de ouders direct bij de koop
aan de opvolger overgedragen.
geleidelijke bedrijfsoverdracht (waaron
der de maatschap).
De eigendomsrechten blijven geheel of ge
deeltelijk nog in handen van de ouders. De
overdracht van de eigendomsrechten van
het bedrijf vindt op een later tijdstip plaats,
bijvoorbeeld wanneer de ouders uit de
maatschap treden of bij overlijden van de
ouders.
Welke overdrachtsvorm men moet kiezen
kan niet van te voren worden aangegeven,
aangezien dit grotendeels afhangt van de
specifieke omstandigheden waarin het be
drijf en het gezin verkeren.
'Bedrijfsovername is maatwerk'. Wel kan
er een aantal richtlijnen worden aangege
ven waaraan een overdracht moet voldoen:
het bedrijf moet levensvatbaar zijn;
de opvolger moet financieel verant
woord kunnen overnemen;
de opvolger moet de zekerheid hebben
dat het bedrijf op een bepaald moment zijn
eigendom wordt;
de belangen van de ouders en de overi
ge erfgenamen dienen niet te worden ver
waarloosd.
Indien men deze richtlijnen in beschou
wing neemt, dan bieden de 'geleidelijke
vormen' van bedrijfsoverdracht vergeleken
met de 'onmiddellijke' bedrijfsoverdracht
veel meer mogelijkheden om daaraan te
voldoen, omdat:
de opvolger meer tijd heeft om vermo
gen te vormen;
de fiscale aanspraken op de stakings
winst gespreid en uitgesteld kunnen wor
den;
de vermogensoverdracht fiscaal en juri
disch soepeler kan verlopen.
Adviezen
Bij agrariërs die met bedrijfsovername
worden geconfronteerd leven veel vragen.
Het is zaak om daarover geruime tijd voor
de overdracht uitvoerig bij stil te staan, zo
dat men niet plotseling voor verrassingen
komt te staan. Aangezien deze materie in
gewikkeld in elkaar zit, is het raadzaam
deskundige hulp in te schakelen. Daarbij
kan een aantal instanties behulpzaam zijn,
zoals:
de sociaal-economische voorlichters en
de standorganisaties;
de bedrijfsvoorlichters van de consu
lentschappen;
de boekhouder van de boekhoudbu
reaus;
de krediet/financieringsadviseurs van
de Rabobanken.
Zie ook het artikel van drs. W. L. Hochstenbach,
Rabobank 1981, no.1
Een kunstkoe geeft 'melk'
om de leerlingen de fijne
kneepjes van het machi
naal melken bij te brengen.