Geld- en kapitaalmarkt Mag het ten aanzien van het weer zijn meegevallen, op de geldmarkt roerde maart wel degelijk zijn staart al zag het daar in het begin van de maand niet zo naar uit. De half fe bruari begonnen rentedaling zette zich geleidelijk voort. Daarbij anticipeerde de markt op een discontoverlaging door De Nederlandsche Bank. Gelet op de positie van de gulden als sterkste munt in het EMS en het afnemende te kort op de geldmarkt was er alle aanleiding voor zo'n maatregel. In eerste instantie liet die echter op zich wach ten, waardoor de rentedaling tegen het midden van de maand stokte. Op 1 8 maart echter maakte De Nederlandsche Bank be kend met ingang van de volgende dag haar officiële tarie ven met Vz %te verlagen. Daardoor kwamen het wisseldis conto, de voorschotrente en het promessedisconto op respectievelijk 8, 9 en 9Vz%. Ook de centrale banken van West-Duitsland en Zwitserland besloten tot renteverla gingen, zodat wederom van een gecombineerde actie kon worden gesproken. Ongeveer tegelijkertijd kwam op de valutamarkt de Franse frank onder grote druk te staan, omdat er werd gespecu leerd op een devaluatie. De Belgische frank werd meege sleept en de spanning binnen het EMS liep snel op. Bin nen enkele dagen steeg de afwijking tussen de gulden als sterkste munt en de beide franken tot de maximaal toege stane 2'/4%. De betrokken centrale banken, waaronder in een later stadium ook de Bundesbank, gingen overtot ver plichte interventies. De Nederlandsche Bank moest voor ruim f 2 miljard aan voornamelijk Franse franken kopen, waardoor de geld markt met dat bedrag werd verruimd. Er is zelfs even een overschot geweest, dat wil zeggen dat de banken geen schuld meer hadden bij De Nederlandsche Bank. Het ge volg was dat de rente op de geldmarkt snel daalde. Daarbij hebben wij voor het eerst sinds mei 1 979 weer een drie maands interbancair tarief gezien met een 7 voor de kom ma. Daggeldtransacties werden zelfs afgesloten op een niveau van 1 a 2%. Door de scherpe rentedaling steeg het renteverschil met het buitenland. Aan het einde van de maand, toen de geld marktrente in Nederland ongeveer 8'/4% bedroeg, lag de dollarrente 7% en de Duitse rente 1 hoger. De Ameri kaanse munt en de mark stegen hier dan ook snel in waar de, waarbij de laatste de grens van f 1,11 bereikte. In het verleden was een DM -koers van ongeveer f 111 3 voor De Nederlandsche Bank aanleiding te interveniëren, hoewel de verplichting daartoe pas bestaat bij een koers van f 1,1 3. Nu verkocht de Bank voor ongeveer f 200 miljoen dollars, waarvan de koers was gestegen tot f 2,68. De Agent van Financiën benutte de uitzonderlijke ruimte op de geldmarkt en kwam met een tender van schatkistbil jetten. De couponrente bedroeg 9'/2% en de looptijd was 2'/2 jaar. Daarmee werd na een lange reeks 5-jaars tender emissies tegemoet gekomen aan de voorkeur van de ban ken voor een korte looptijd. De opbrengst bedroeg f 987,3 miljoen. In maart sloot de Staat ook een nieuw financieringsarran gement af met De Nederlandsche Bank. Tot en met fe bruari 1 983 zal de Bank zonodig maximaal f 3,64 miljard schatkistpromessen kopen om in seizoenmatige of inci dentele kasbehoeften van het Rijk te voorzien. Op de kapitaalmarkt gaf de rente eenzelfde ontwikkeling te zien als de korte rente, zij het dat de daling in eerste in stantie sneller ging dan op de geldmarkt. De middellange rentewijzer dook even onder 10%, maar stabiliseerde zich daarna rond 10,2%. De ongewone situatie deed zich voor, dat de rente op on derhandse leningen ongeveer gelijk was aan en soms zelfs lager dan de rente op de openbare markt. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat aan de onderhandse tarieven niet veel betekenis kan worden ontleend, omdat er nauwelijks Drs. Fl. J. Leliveld Algemeen Economisch Onderzoek handel was. Een enkele makelaar schijnt de onderhandse markt zelfs al te hebben begraven. Andere vragende par tijen dan de Staat laten zelden van zich horen en het Rijk heeft dermate grote bedragen nodig, dat het die slechts op de openbare markt kan aantrekken via de ene mam moetlening na de andere. Bovendien is bij een dalende rentetendens de onderhandse markt voor beleggers min der aantrekkelijk, omdat daar de emissievoorwaarden, waaronder de tarieven, sneller dan op de openbare markt naar beneden kunnen worden aangepast. Naar de obliga- tiemarkt dus maar. Daar vonden in maart 6 emissies plaats. Naast de f2,8 mil jard Staatslening waren er 2 emissies van kapitaalobliga ties. Zowel de lening van de Algemene Bank Nederland als van de Amro Bank was f 150 miljoen groot, waarbij de laatste de twijfelachtige eer genoot de eerste en tot nu toe enige emissie van dit jaar te zijn die geen groot succes werd. Het Koninkrijk Zweden en de Mortgage Bank of Denmark emitteerden elkf 1 50 miljoen. Dit jaar hebben er al 5 emis sies ten laste van buitenlandse debiteuren plaatsgevon den. De zo gegenereerde kapitaalexport vormt enig tegen wicht voor het forse overschot op de lopende rekening. Inmiddels hebben wij de inschrijving op de derde Staats lening van dit jaar al weer achter de rug. Met een coupon van 10'/2 een gemiddelde looptijd van 8 jaar en een uit- giftekoers van 101 bracht deze lening f 2 miljard op. Dat bedrag zal op 3 mei worden gestort in de welhaast bo demloze put waarop de Schatkist meer en meer begint te lijken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 38