^Wat ons bezighoudtj
Wob
3 JAAR EMS
Op 1 3 maart 1 982 was het 3 jaar geleden
dat het Europese Monetaire Stelsel (EMS)
in werking trad. Doelstelling van het EMS
is het nastreven van een zone van monetai
re stabiliteit in Europa. Daartoe heeft men
in eerste instantie de aandacht gericht op
het stabiliseren van de wisselkoersverhou
dingen tussen de deelnemende landen.
Tot nu toe heeft het EMS in dit opzicht re
delijk goed gefunctioneerd; van valutaire
spanningen is - althans tot voor kort -
slechts in beperkte mate sprake geweest.
De spilkoersaanpassingen zijn vrij beperkt
gebleven, zowel in aantal als in omvang.
De laatste tijd vallen binnen het EMS ech
ter ontwikkelingen te bespeuren, die het
weerstandsvermogen van het systeem wel
eens zwaar zouden kunnen gaan beproe
ven. Steeds sterker tekent zich namelijk
een scheiding af tussen de landen met een
sterke valuta en de overige deelnemende
landen. De sterke positie van Nederland en
West-Duitsland wordt veroorzaakt door
een gunstige ontwikkeling op de lopende
rekening van de betalingsbalans en de bij
na traditioneel lage inflatie. Het ziet er naar
uit dat het overschot op de lopende reke
ning in ons land dit jaar f 10 a f 1 5 miljard
zal belopen bij een inflatie van 5'/2
West-Duitsland, dat in 1982 nog een te
kort op de lopende rekening van DM 1 7,5
miljard kende, verwacht in 1982 even
wicht op de lopende rekening bij een infla
tie van 5%. De grote betalingsbalans
tekorten van de overige deelnemende lan
den en de hoge inflatiepercentages, die
vaak in de dubbele cijfers lopen, steken
daar wel heel schril bij af.
Om de oplopende spanningen binnen het
EMS het hoofd te kunnen bieden, zijn de
renteverschillen tussen Nederland en
West-Duitsland enerzijds en de zwakkere
lidstaten anderzijds in de afgelopen maan
den aanzienlijk toegenomen. Toch bleek
het tot tweemaal toe onvermijdelijk een
forse aanpassing van de middenkoersen
door te voeren. Bij de laatste aanpassing
devalueerde de Belgische/Luxemburgse
frank met niet minder dan 8V2 Ook in de
nabije toekomst zal rekening moeten wor
den gehouden met valutaire spanningen.
Gezien de grote verschillen in inflatietem
po's en betalingsbalanssaldi is het gevaar
zeker niet denkbeeldig, dat men met grote
regelmaat naar het middel van (forse) spil
koersaanpassingen moet grijpen. Daar
mee zou de geloofwaardigheid van het
EMS echter worden aangetast en de doel
stelling van het stelsel, het scheppen van
een zone van monetaire stabiliteit, niet
(langer) gerealiseerd worden.
Eens te meer wordt de laatste tijd duidelijk,
dat een nauwe monetaire samenwerking
op langere termijn slechts een kans van
slagen heeft, indien de deelnemende lan
den stuk voor stuk bereid zijn een grotere
mate van interne en externe stabiliteit na te
streven. Dit betekent dat het beleid in de
eerste plaats gericht dient te zijn op het
verminderen van de inflatie en op het te
rugdringen van de betalingsbalanstekor
ten. In dat verband valt er nog veel te ver
beteren. Mogelijk zou het Nederlandse
voorstel, dat bij monde van minister Van
der Stee op de laatste vergadering van de
ministers van Financiën van de EG-landen
werd gedaan, een stap in de goede richting
kunnen zijn. Dit voorstel bepleit een onder
zoek naar de mogelijkheden voor het op
stellen van objectieve criteria, die bij deva
luaties en revaluaties binnen het EMS ge
hanteerd zouden kunnen worden. Op die
manier zou in ieder geval kunnen worden
voorkomen dat een devaluatie van de munt
van een van de deelnemende landen neer
komt op concurrentievervalsing ten op
zichte van de overige landen.
DE RENTELASTEN VOOR BEDRIJVEN
De bedrijven in Nederland hebben naar
schatting een schuld aan het bankwezen
van ongeveer f 1 25 miljard. Daarover moet
uiteraard rente worden betaald. Onlangs
verklaarde de minister van Financiën dat
1 rentedaling voor het Nederlandse be
drijfsleven een lastenverlichting van f 1,5
miljard betekent. Deze schatting lijkt wat
overdreven en is ook hoger dan die in de
Miljoenennota 1981, volgens welke een
1 lagere rente de lasten voor de bedrij
ven met f 1 miljard doet verminderen.
De totale schuld van de bedrijven bestaat
naar schatting voor f 50 miljard uit kredie
ten in rekening-courant. Deze vorm van
kredietverlening gaat overwegend ge
paard met een variabel tarief, in die zin dat
de rente is gekoppeld aan het promesse
disconto van De Nederlandsche Bank. De
banken hanteren veelal een vaste opslag
van 1 '/2 a 2%. Ontwikkelingen op de geld
markt kunnen aanleiding zijn voor het han
teren van een extra opslag. Dat was vanaf
mei vorig jaar tot maart dit jaar het geval.
Bij de algemene banken bereikte deze zelfs
even de recordhoogte van 3'/2%. Bij een
bestand van f 50 miljard betekent een 1
lagere rente op jaarbasis een verlichting
voor de bedrijven van ongeveer f 500 mil
joen.
De Rabobankorganisatie kent ook langlo
pende leningen met een variabele rente.
Daarvan is voor ruim f 1 5 miljard aan het
bedrijfsleven verstrekt. Een 1 lagere ren
te leidt hier dus tot een lastenverlichting
van ongeveer f 1 50 miljoen.
Daarnaast heeft een lagere rente onmid
dellijk effect voor nieuwe en verlengingen
van bestaande leningen. Het bedrag hier
van is niet exact bekend, maar als wij dat
op f 35 miljard stellen, levert 1 minder
rente voor de bedrijven f 350 miljoen op.
Daarmee komt de totale verlichting voor de
bedrijven van 1 lagere rente op jaarbasis
op ongeveer f 1 miljard.
Hoewel dit slechts 2/3 deel is van wat de
minister van Financiën aangaf, is het effect
altijd nog groot genoeg om een forse verla
ging van het financieringstekort en daar
mee een lagere rente na te streven.
De vraag op de kapitaalmarkt is weliswaar
slechts één van de rentebepalende facto
ren, maar wel een factor die wij, in tegen
stelling tot bijvoorbeeld het renteniveau in
het buitenland, zelf kunnen beïnvloeden.
Recent onderzoek wijst uit dat een verklei
ning van het financieringstekort met 1
van het nationaal inkomen zou leiden tot
een relatieve verlaging van de rente met
1 waardoor de investeringen en daar
mee de groei worden gestimuleerd. Of,
zoals de Duitse premier Schmidt het uit
drukte: een lagere rente is het beste ba
nenplan!
Daarom is het des te betreurenswaardiger
dat onze regering niet in staat is gebleken
de tering naar de nering te zetten en het fi
nancieringstekort terug te dringen.