Verkopen van personenauto's naar merk in °6> Haalt het garagebedrijf 1984? genomen van 1 63 00 in 1 960 tot 376 000 in 1980. Omzet De totale omzet van garagebedrijven en aanverwante sectoren bestaat uit vier componenten, namelijk de verkopen van nieuwe auto's, de verkopen van gebruikte auto's, de inkomsten uit reparatie en on derhoud en de brandstofomzet. Voor het gemiddelde dealerbedrijf bestaat 50% van de omzet uit verkopen van nieuwe au to's, 20% uit verkopen van gebruikte au to's en 30% uit reparatie, onderhoud en overige activiteiten. Het jaar 1979 was voor de garagebedrij ven een topjaar. Er werd toen voorf 1 0 mil jard nieuwe auto's verkocht. Daarna is het snel achteruit gegaan. In 1 980 bedroeg de omzet aan nieuwe auto's bijna f 8,3 miljard en in 1 981 f 7,9 miljard. Qua aantallen zijn de verkopen in twee jaar tijd met 32 af genomen, zoals uit de tabel blijkt. Belang rijkste oorzaken zijn de stagnerende inko mensontwikkeling en de stijgende brand stofprijzen. Kijken we naar de ontwikkeling van de verkopen per merk, dan blijkt dat al leen Mitsubishi in de periode 1 979-1 981 zijn verkopen heeft weten te verhogen. Grootste verliezers zijn General Motors (Opel), Peugeot, Volvo, Talbot, Leyland en Alfa Romeo. Deze zagen hun verkopen in twee jaar tijd met meer dan 40 teruglo pen. Alle Japanse merken, met uitzondering van Datsun, hebben hun marktaandeel in de laatste twee jaar weten te vergroten. Aan de stijging van het marktaandeel van Idem Idem Markt Markt in Markt aan ten aan ten aan Ver deel Ver opzich deel Ver opzich deel kopen in kopen te van in kopen te van in Automerk 1979 1979 1980 1979 1980 1981 1979 1981 General Motors 92 073 16,0 69 246 -24,8 15,3 55 434 -17,4 14,2 Volkswagen 51 060 8,9 39 621 -22,4 8,8 38 541 - 2,7 9,9 Ford 63 879 11,1 41 155 -35,6 9,1 40 159 - 2,4 10,3 Renault 50 713 8,8 39 427 -22,3 8,7 31 818 -19,3 8,2 Mitsubishi 15 736 2,7 21 544 +36,9 4.8 18 282 -15,1 4,7 Honda 21 086 3,7 25 001 18,6 5,5 16 879 -32,5 4,3 Toyota 26 076 4,5 27 182 4,2 6,0 18 394 -32,3 4,7 Mazda 19 271 3,4 17 495 - 9,2 3,9 17 368 - 0,7 4,5 Datsun 27 245 4,7 23 790 -12,7 5,2 17 506 -26,4 4,5 Citroen 27 574 4,8 22 072 -20,0 4,9 21 994 - 0,4 5,7 Fiat 25 842 4,5 18 584 -28,1 4,1 16 489 -11,3 4,2 Peugeot 37 988 6.6 22 447 -40,9 5,0 16 528 -26,4 4,2 Volvo 27 194 4,7 19 285 -29,1 4,3 15 783 -18,2 4,1 Talbot 24 146 4,2 14 901 -38,3 3,3 13 441 - 9,8 3,5 BMW 11 814 2,1 10 712 - 9,3 2,4 1 1 435 6,7 2,9 Mercedes 11 641 2,0 9 384 -19,4 2,1 8 173 -12,9 2,1 Leyland 14 851 2,6 8 516 -42,7 1,9 6 834 -19.8 1,8 Alfa Romeo 6 985 1,2 4 791 -31,4 1,0 4 006 -16,4 1,0 Lada 8 742 1,5 5 790 -33,8 1,3 6 638 14,6 1,7 Saab 3 672 0,6 2 800 -23,7 0,6 3 216 14,8 0,8 Overige 7 472 1,3 7 844 5,0 1,7 10 394 +32,5 2,7 Totaal markt 575 059 100 451 587 -21,5 100 389 312 -13,8 100 de Japanners is echter in de laatste maan den van 1 981 een eind gekomen. Een van de oorzaken daarvan is de koersstijging van de yen, waardoor het prijsvoordeel van de Japanners voor een groot deel teniet is gegaan. Ook de verkopen van bedrijfswagens zijn de laatste jaren gedaald. In 1979 werden er nog 49 269 verkocht, in 1 981 was dat afgenomen tot 42 631 Ondanks de dalende verkopen is het wa genpark gegroeid, zowel dat van perso nenauto's als dat van bedrijfswagens. Het tempo van de groei van het wagenpark neemt echter af. Dit kan erop duiden dat we het verzadigingspunt naderen. Dat het wagenpark toch groeit ondanks de dalen de verkopen, komt mede omdat de gemid delde levensduur van de auto toeneemt. Dit heeft echter niet, zoals men zou ver wachten, geleid tot een toename van de re paratie- en onderhoudswerkzaamheden in de garages. De autobezitter is meer zelf gaan doen en is meer gebruik gaan maken van beunhazen Bovendien is ten gevolge van de technische ontwikkeling het aantal uren, dat per auto benodigd is voor repara tie en onderhoud, afgenomen. Autobezit is duur. De kosten van goedkope en midden klasse wagens variëren van f 435 tot f 875 per maand. Een groot gedeelte van de uitgaven van de autobezitter gaat naar de fiscus. Voor een auto wordt in de loop van de gebruiksduur meer aan belasting en accijns betaald dan de catalogusprijs bij aanschaf. Ondanks het feit dat het autobe zit dus veel kosten met zich meebrengt, is dat in de laagste inkomensgroepen aan zienlijk en het bestaat niet alleen uit goed kope tweedehands wagens. In de laagste inkomenscategorie bestond in 1980 toch nog 34% van de auto-aankopen uit nieu we auto's. Energie De stijging van de prijzen van motorbrand stoffen is ongetwijfeld een van de oorza ken van de gedaalde autoverkopen en heeft ook geleid tot een verschuiving van het benzineverbruik naar dat van LPG. Het totale benzineverbruik is in 1980 met 2% afgenomen tegenover een toename van de LPG-afzet met 44%. Voorts is er door de hoge energieprijzen een ontwikkeling naar zuiniger auto's in gang gezet. Beide ont wikkelingen zullen zich in de jaren tachtig voortzetten. Toch zal naar verwachting benzine als brandstof voor personenauto's dominant blijven. Voor de bedrijfsauto's blijft dieselolie de belangrijkste brandstof. Van 'alternatieve' brandstoffen, zoals me thanol en ethanol valt voor 1 990 weinig te verwachten. Bron: RAI

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 28