De internationale economie
Gaan de wegen zich scheiden?
8
Achteraf bezien hebben de geïndustrialiseerde landen in hun economisch beleid een tijdlang
vrij eensgezind gereageerd op de gevolgen van de tweede oliecrisis. Deze eensgezindheid
werd in 1981toen de wereldconjunctuur sterk onder invloed stond van de ontwikkelingen in
de Verenigde Staten, al zwaar op de proef gesteld. Voor het komende jaar wordt een verdere
afbrokkeling van de eensgezindheid voorzien.
Hoewel de bestrijding van de inflatie (op papier) het gemeenschappelijk doel blijft, scheiden
zich de wegen op vele terreinen van economisch beleid. In de Verenigde Staten vertoont de
begroting een aanzienlijk tekort, in Europa groeit de bezorgdheid om de werkloosheid en in
Japan zullen handelsproblemen opgelost moeten worden.
Verenigde Staten
West-Europa
Wat vrijwel niemand, noch in de Verenigde
Staten noch elders, voor mogelijk had ge
houden gebeurde toch. De Amerikaanse
president trotseerde de mening van het
merendeel van zijn adviseurs en weigerde
een verhoging van de indirecte belastingen
af te kondigen om de begrotingsproble
men het hoofd te bieden. Het verhaal gaat
dat de president eerst wel degelijk was ge
zwicht voor de aandrang van zijn advi
seurs, maar na een boze droom, op zijn
aanvankelijke voornemen was teruggeko
men. Hoe groot de problemen op korte ter
mijn ook mochten zijn, Ronald Reagan
wenste zijn verkiezingsbeloften volledig na
te komen. En dus werden de belastingen,
De Westeuropese bezorgdheid over de
snelle stijging van de werkloosheid is de
laatste maanden sterk toegenomen, niet
omdat de werkloosheid pas nu een pro
bleem wordt, maar omdat er zich in een
aantal opzichten veranderingen hebben
voorgedaan, welke de mogelijke bestrij
ding ervan in een nieuw licht plaatsen. De
Westeuropese autoriteiten zijn in toene
mende mate op één lijn komen te staan,
waar het gaat om één van de middelen ten
einde op zijn minst de verdere stijging van
de werkloosheid af te remmen. Dat middel
heet renteverlaging.
De pleitbezorgers voor een renteverlaging
zijn de Fransen. Al vrijwel onmiddellijk na
haar installatie medio 1981 heeft de Fran
se socialistische regering opgeroepen tot
een Europees rente-initiatief. Te vroegtij
dig zoals al snel duidelijk zou worden.
Enerzijds omdat de Fransen hier zelf nog
geenszins aan toe waren (hiertoe ontbrak
ook het internationale vertrouwen in de
nieuwe regering) en anderzijds omdat de
onontbeerlijke medestander West-Duits-
land er op dat moment nog niets voor voel
de. Dit kon ook nauwelijks verwacht wor-
in tegenstelling tot de militaire uitgaven,
niet verhoogd. Resultaat: een begrotings
tekort in 1982 van bijna 100 miljard en
in 1983 van ruim 90 miljard. En de Ame
rikanen vrezen dat deze ramingen nog te
laag zijn, omdat het Congres niet akkoord
zal gaan met de bijzonder forse bezuinigin
gen op de sociale voorzieningen.
De bezorgdheid over dit begrotingstekort,
zowel binnen als buiten de Verenigde Sta
ten, lijkt op het eerste gezicht overigens
nogal overdreven. Uitgedrukt in het bruto
binnenlands produkt zal dit tekort immers
beperkt blijven tot circa 3 En dit is een
percentage dat bijvoorbeeld in de door de
Engelsen opgestelde financiële strategie
den. De Duitse zorgen omtrent de lopende
rekening van de betalingsbalans waren
nog erg groot, omdat toen nog voor 1 981
een tekort van DM 25 miljard werd voor
zien.
Zouden de Duitsers op dat moment de ren
te hebben verlaagd, dan zou dat het af
vloeien van kapitaal naar het buitenland,
met name naar Amerika, hebben bevor
derd. De Duitse mark zou dan in waarde
gekelderd zijn. Bovendien stoomde de in
flatie op, richting 7 Juist de inflatiebe-
strijding en de zorg om de koers van de D-
mark zetten de Duitsers ertoe aan om al in
februari 1981in het spoor van de ontwik
kelingen in de Verenigde Staten, een fikse
rentestijging door te voeren.
Behalve uit dit soort overwegingen was
men in Europa over het algemeen toch wat
voorzichtig met kritiek op de Verenigde
Staten, omdat men er bij de Amerikanen
juist op aan had gedrongen het anti-infla-
tiebeleid te verstevigen. Wel werd meer
malen tot uitdrukking gebracht dat men
wat minder gelukkig was met het zware ac
cent, dat gelegd werd op het monetaire be
leid in plaats van op de terugdringing van
op middellange termijn wordt beschouwd
als een structureel evenwichtige norm. Bo
vendien waren de feitelijke tekorten in de
meeste Europese landen en Japan in 1 981
nog aanzienlijk forser dan de geraamde
3% voor de Verenigde Staten in 1982.
Toch is dit Amerikaanse begrotingstekort
zorgwekkender dan op het eerste gezicht
lijkt. Een belangrijke reden hiervoor is dat
in de Verenigde Staten aanmerkelijk min
der gespaard wordt dan in West-Europa
en Japan. In Amerika wordt 5 van het
nationaal inkomen gespaard, terwijl de
spaarquote in West-Duitsland ongeveer
15% bedraagt en in Japan zelfs bijna
20%.
de overheidsuitgaven, die juist worden
aangezwengeld.
De Fransen bleven met hun oproep tot een
Europees rente-initiatief vooralsnog in de
kou staan en zagen zich door het interna
tionale wantrouwen in de 'socialistische
frank' zelf gedwongen de rente te verho
gen en deviezenbeschermende maatrege
len te treffen. Derhalve bleef Europa stevig
verbonden met de Amerikaanse rente-ont
wikkelingen, want ook Engeland, dat zich
lange tijd had mogen verheugen in een
sterk Pond sterling en dalende rentetarie
ven, zag zich in de loop van het jaar ge
noodzaakt de rentetarieven te verhogen,
ten einde de positie van het pond te be
schermen en een verdere inflatie te voor
komen.
Aan Europese zijde werd in januari van dit
jaar toch overgegaan tot een renteverla
ging, in weerwil van de opnieuw stijgende
tarieven in de Verenigde Staten. Dit duidt
erop dat er zich een wijziging heeft voorge
daan in de onderliggende voorwaarden,
welke een eerdere rentedaling in de weg
stonden.
De belangrijkste wijziging is zonder enige