Wob munteenheid beschouwt als een essen tieel element in het geheel van maatrege len, dat moet leiden tot een sanering van de Belgische economie. Hiertoe heeft de re- gering van het parlement een speciale vol macht gekregen om gedurende één jaar de hiertoe noodzakelijke stappen te zetten. Bij de uitvoering van haar plannen staat de Belgische regering een drietal pakketten van maatregelen voor ogen, waarvan er nu twee in uitvoering zijn. Het eerste pakket is gericht op een directe stimulering van de economische activiteit, waartoe begin fe bruari onder andere tot een aanzienlijke verlaging van de BTW in de bouw werd be- sloten. Het tweede pakket is gericht op een indirecte stimulering van de activiteit door middel van kostenverlagingen. Hiertoe is onlangs overgegaan tot een drie maanden durende loon- en prijsstop en tot een verlaging van de vennootschapsbelas ting van 48 naar 45 Tot dit pakket be hoort ook de devaluatie van de Belgische frank. Het derde, nog niet bekend gemaak te, pakket zal aan moeten geven langs wel ke weg de regering-Martens haar doel stelling denkt te bereiken om het begro- 1 tingstekort in één jaar tijd met Bfrs. 170 miljard terug te dringen tot Bfrs. 200 mil jard. Juist dit zal gezien het sociale krach- i tenveld, waarin de regering zich geplaatst ziet, een uiterst grote inspanning vergen. De vraag rijst wat het effect van de nu tot stand gekomen devaluatie zal zijn op de externe positie van België. Ontegenzeglijk gaat hiermee een verbetering van de con- currentiepositie gepaard. Dit had evenwel ook zonder devaluatie bereikt kunnen wor den via een sterke binnenlandse loonmati ging. Dit laatste heeft als voordeel, dat het gevaar van een toenemende binnenlandse inflatie door stijgende invoerprijzen wordt vermeden. Juist het gebrek aan bereidheid tot loonmatiging in de afgelopen jaren zal een rol hebben gespeeld bij de overwegin- I gen van de autoriteiten om langs de weg van een forse devaluatie een verbetering van de internationale concurrentiepositie tot stand te brengen, met als doel de eco- J nomische groei via de exportsector te sti- muieren. Daarbij doet zich het probleem voor, dat de optredende ruilvoetverslech- j tering op korte termijn waarschijnlijk niet J zal leiden tot een verbetering van de lopen de rekening van de betalingsbalans. Op langere termijn zal de devaluatie alleen dan een positief effect sorteren, indien de auto- riteiten erin slagen de binnenlandse kos tenstijgingen te beperken en daarmee het nu verkregen concurrentievoordeel te be houden. Daartoe is het nodig, dat de deva luatie snel gevolgd zal worden door loon kostenmatiging en duurzame doorbreking van het indexeringsmechanisme. Anders j zou over een aantal maanden de conclusie niet anders kunnen luiden dan dat België opnieuw langs de weg van een devaluatie de externe concurrentiepositie veilig moet I stellen. Daarmee zal dan nogmaals een stukje interne aanpassingslast worden af- gewenteld op de schouders van het bui- 1 tenland. Mr. J. R. Haverkamp, geflankeerd door zijn echtgenote - de beste coöperatrice die ik ken,aldus de hoofdredacteur - spreekt een dankwoord uit na de vele gelukwensen ter gelegenheid van zijn zilveren Rabobank- jubileum. MR. JAN R. HAVERKAMP, MAN VAN HET WOORD Mr. Jan R. Haverkamp, hoofdredacteur van dit maandblad en afdelingsdirecteur van Rabobank Nederland, vierde op 2 maart jl. zijn 25-jarig jubileum bij de Rabobankor- ganisatie. De lezers van dit blad zullen begrijpen, dat dit moment van harte is aangegrepen om de niet geringe verdiensten van de 56-jari- ge jubilaris breed uit te meten. Verdien sten, die zowel op het menselijke als op het professionele vlak liggen. Ruim 1 3 jaar geleden, in januari 1969, om schreef de toenmalige hoofdredacteur van de toenmalige Raiffeisenbode, mr. Jan R. Haverkamp, de doelstelling van zijn blad als volgt: 'Een blad voor onze gehele organisatie, dat op zijn eigen, zij het beperkte wijze de ont wikkeling van die organisatie wil begelei den door informatief, stimulerend en soms ook richtinggevend te zijn. Vooral ook een blad, dat de eenheid in onze uit zo ver- I schillende delen samengestelde organisa tie van maand tot maand als het ware tast baar tot uiting kan brengen. De redactie hoopt erin te zullen slagen de inhoud voor een zo breed mogelijk publiek leesbaar en verteerbaar te maken.' Een credo dat helder en zuiver de koers aangeeft, die sindsdien is aangehouden. Zelden werd een doelstelling zo conse- quent in de praktijk gebracht. 'Rabobank' is, het kan objectief worden vastgesteld, een uniek blad. Het ademt de veelzijdig heid en coöperatieve mentaliteit van de Rabobankorganisatie op een wijze, die leidt tot een regelmatige stroom van posi tieve reacties. Mr. Jan R. Haverkamp is van dit blad de hoofdredacteur in de ware zin van het woord: inspirerend, bespiegelend en slagvaardig. Hoewel veel ongeschreven is gebleven of hooguit tussen de regels door tot uitdruk king kwam, is Jan Haverkamp vooral een man van het woord. Juist hij, geheel doof door een ernstige ziekte aan het begin van zijn loopbaan, verbond zich met dat 'woord' in de meest brede betekenis. Woorden om te analyseren, te verhelderen en gevoel over te dragen in honderden in terviews, artikelen, WOBjes en Zandlopers. Het woord ook als persoonlijk richtsnoer voor dagelijks denken en handelen. Ook zélf een man van het woord: hij schenkt én wenst vertrouwen. In deze zin is hem dank gebracht door ir. P. J. Lardinois, voorzitter van de hoofddi rectie van Rabobank Nederland, en, in diens kielzog, vele anderen. Jan Haverkamp trad op 1 maart 1957 in dienst als juridisch medewerker bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Vervolgens werd hij hoofd van de assurantie-afdeling, procuratiehouder van het pensioenfonds en beheerder van het Raiffeisen Garantie Fonds. Hij is nauw betrokken geweest bij de op richting van de 'Twaalf Gewesten' en heeft zitting gehad in vele commissies. In 1 972 werd hij hoofd van de redactiestaf, die niet alleen dit maandblad verzorgt, maar ook de personeelsbladen van de gezamenlijke aangesloten banken en van de centrale bank. Graag wensen wij hem en zijn vrouw nog vele gezonde en voorspoedige jaren. J. A. Heemskerk Hoofd Public Relations REACTIE OP GRONDBANK In uw editie van januari 1 982 is een WOB gewijd aan de grondbank. De teneur van uw beschouwing is positief. Wat echter onvermeld blijft, is of de grondbank onder de huidige voorwaarden nog efficiënt kan functioneren en een werkelijke bijdrage kan leveren bij bedrijfsovername? Aanleiding tot deze vraagstelling zijn enke le gegevens, welke hier in Friesland zijn ge publiceerd. In 1981 kwamen volgens deze gegevens 1 7 bedrijven in aanmerking voor de grondbank. Op basis van de criteria 1982 zouden van deze 17 slechts 2 be drijven in aanmerking komen. Daarbij moet opgemerkt worden, dat 1981 reeds een beperking inhield ten opzichte van het ver- leden. Een voorlopige conclusie is, dat de rege ling zodanig is uitgehold, dat deze geen bijdrage meer levert aan het probleem van de bedrijfsovername. Een probleem, dat vergroot is, doordat de bedrijfsomvang van perspectief biedende bedrijven steeds groter wordt en steeds meer kapitaal ver eist, terwijl de mogelijkheden tot besparin gen en enige vermogensvorming steeds minder worden. Wij hadden het op prijs gesteld, indien u nader was ingegaan op de praktische bete kenis van de grondbank als bijdrage voor de problematiek van de bedrijfsovername. Mogelijk was uw conclusie dan minder po sitief geweest. Van een Friese Rabobank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 7