twee internationale cursussen over land bouwkrediet en coöperatief bankwezen, die tot nu toe in Wageningen gehouden zijn. Goed idee, met zo'n ringbrief hou je onder ling contact en kan er, zonder al te plechtig of geleerd te doen, telkens wat praktische follow-up worden gegeven. Een meneer uit Nepal schrijft in dit blad dat hij, net als de Rabobank, de spaargelden en de deposito's wit gaan 'mobiliserenZodra zijn bank met zo'n plan gaat werken, wit hij graag dat een paar mensen daarvoor getraind worden bij de Rabobanken. Want die zijn immers 'de pioniers op dat gebied'! Die brief uit Nepal geeft meteen een onverwacht antwoord op een vraag die bij ons we! opgekomen is rond de cursussen en andere internationale contac ten. Is de Rabobankorganisatie nu wel de geëigende instelling voor kennisoverdracht naar ontwikkelingslanden en dan ook nog speciaal voor de financiering van de (heel) kleine boeren aldaar? Immers, we hebben in ons land zo'n geavanceerd ontwikkelings peil, de werkmethoden van onze banken zijn zó modern, en de omvang van onze zaken zijn zó groot, dat er een haast onoverbrugba re begripskloof moet zijn tussen ons en de coöperatieve vrienden uit ontwikkelingslan den. Verrassend is dan te merken, dat juist juist wij met onze organisatie een brug over die kloof kunnen slaan. Natuurlijk, er zijn enorme praktische verschillen tussen de Ra bobank van 1898 en die van 1982, maar de kern van de structuur, het democratisch sa men coöpereren en de basis van het vertrou wen, is gelijk gebleven. We zijn als dorps- bank ontstaan en zijn nog steeds plaatselijke banken. De op de praktijk gerichte cursisten herkennen daarom zonder veel moeite de processen, de vraagstukken en de bestuurs aangelegenheden die zich bij ons afspelen. Lees maar in de Ring/etter, waar de heer Emenike uit Nigeria schrijft over zijn verblijf bij de Rabobank Wijhe - wish I were in Wijhe' - en zijn bezoek aan de Rabobank Oost-Flevoland. Zijn problemen zijn anders dan van bankdirecteur Jan Schonewille in Wijhe en ook anders dan van oud NOP-di- recteur E van der Linde, maar van een be gripskloof tussen die drie is blijkbaar geen sprake. Al die cursusdeelnemers waren erg gefasci neerd door de groei en grootte van de Rabo bank. Hoe hebben jullie dat klaar gekregen, wat waren de problemen, hoe heb je ze op gelost? We willen ervan leren voor onze ei gen 'rural' (plattelands) coöperaties. En dan kwamen de vragen: hoe laten we de spaar gelden van kleine luiden produktief werken, hoe zullen wij privérekeningen kunnen in troduceren Je beseft ineens, dat in veelan den op de wijde wereld naar onze banken en hun organisatie als een voorbeeld wordt ge keken. Natuurlijk niet om precies na te apen, maar wel een voorbeeld dat inspireert tot een soortgelijke aanpak. Want de Rabobank is het bewijs ervoor dat het kén, ook als je heel klein moet beginnen. Mijn onbekende collega op Mauritius, de redacteur van 'The Mauritian Coöperator', wees daar met veel verve op. Hij had net een artikel van zijn landgenoot-cursist in Wageningen over de Rabobank gelezen! Ergens voelen wij ons beschaamd zoveel moois over de Raboban ken te lezen; onwillekeurig kijk je kritisch naar je door Mauritius geschilderde portret en doet je best er wat op te lijken. Dat is dan voor ons een stimulerend effect, waar we de ontwikkelingslanden dankbaar voor moeten zijn! De Rabobanken, die een cursist persoonlijk tijdens een 'werkweek' hebben leren ken nen zullen wel weten, dat je je eigen uit gangspunten nog eens goed beseft, wan neer er intensief contact komt met mensen die op diezelfde uitgangspunten iets willen opbouwen! Daar wordt je zelf 'rijker'van. De SSR is niet voor niets opgericht ter gelegen heid van de 150ste geboortedag van Raif- feisen! Het is al aangestipt: één der kernpun ten is het laten werken van de per soonlijke besparingen ten behoeve van de kredietverlening. Van bovenaf lukt dat zelden, maar zodra het als een zaak van dorpseconomie, als een dorpsgebeuren ge zien wordt, blijkt de kans op succes ineens veel groter te worden. Voorwaarde is dat de dorpsoudsten en de boeren ter plaatse er 'aan willenintuïtief vertrouwen in het 'zelf doenkrijgen. Eerste stap is het vormen van een 'coöperatieve raad' in een dorp, die al lerlei praktische dingen gezamenlijk gaat re gelen, bijvoorbeeld irrigatie, kunstmest, technisch advies. Ook krediet! Zo'n coöpera tie is dan ook een multi-purpose-organisa- tie. Daarbinnen en daaronder is plaats voor een 'ban katdeling', maar wel meteen eigen structuur en verantwoordelijkheid. Eén van de gewichtigste stappen, die thans in veel ontwikkelingslanden aan de orde zijn, is in te zien dat de spaar- en kredietfunctie de ei gen dorpseconomie op een gegeven ogen blik ver overschrijdt. De spaargelden moe ten veilig zijn, er moet uit de winst een reser ve als buffer gevormd worden, een redelijke rente moet vergoed worden, de bank moet liquide zijn om aan opvragingen te kunnen voldoen. Allemaal eisen die ons bekend zijn, maar die men ginds op dorpsniveau moet le ren. Zo is het ook met looptijden van kredie ten, verstrekt uit de beschikbare middelen. Voor de liquiditeitsbeheersing moet men prognoses opstellen en vooral moet men steun zoeken bij elkaar, dat wil zeggen de overtollige middelen poolen, zodat nu eens de één, dan weer de ander daar een beroep op kan doen. Dat vereist de opbouw van een organisatie. In India en ook in Afrika is er reeds jarenlang zo'n organisatie, die echter in die onmetelijke landen nog een enorme taak voor zich heeft. Dat zijn als het ware concentratiepunten voor de SSR. Onze SSR is natuurlijk maar een heel klein radertje in dit geheel. Maar op het dorpsni veau is er een gemeenschappelijke 'taal' (een ervaren kennis uit onze kring schreef me: 'de boeren zijn als het eropaan komt overal gelijk in het overstappen op nieuwe ideeën: ze moeten het eerst vertrouwen j en op het echte beleidsniveau van een landelij ke organisatie of bij een overheid vindt onze jarenlange ervaring graag gehoor. We moe ten dan ook binnen onze beperkte mogelijk heden beslist doorgaan met steun voor het 'self-help'-idee, die thans grote aandacht heeft in de derde wereld. Doorgaan, want er is dank zij medewerkers uit eigen kring toch al wel wat te vertellen. Ing. Bottema van Ra bobank Nederland was in Indonesië voor een technisch advies over een kredietpro ject, in Tanzania bekeek de heer Otto, direc teur van de Rabobank Nijverdal, de visserij financiering aan het Tanganyikameer en drs. Groot uit Steenwijk stelde in Soedan zijn kennis ten dienste voor de aanpassing van het beleid van de Agricultural Bank aan de behoeften van de kleine boeren. In Boven- Volta werkt momenteel een deskundige op kosten van de SSR aan de interne organisa tie en contacten van twee coöperatieve plat- telandskredietprojecten. Dit zijn een paar voorbeelden van het werken van ons kleine SSR-radertje. Misschien zet het wel meer in beweging dan wij denken! Op Mauritius ('suiker'-eilandmet 975000 inwoners ten oosten van Madagaskar) kon die redacteur zijn lezers in ieder geval vertel len hoe hij na lezing van het verhaal over de Rabobank 's nachts al droomde 'dat in een niet te verre toekomst onze 175 coöpera tieve kredietverenigingen zich uit hun hui dige verstarring losschudden, de handen ineen slaan met de Coöperatieve Centrale Bank van Mauritius en de meest indruk wekkende bank van ons land gaan opbou wen met een banknetwerk dat ons hele ei land tot in de kleinste en verste uithoeken bestrijkt'. Van Martin Luther King weten we dat we de doorwerking van een droom niet moeten onderschatten! En had de nuchtere Raiffei sen ook niet een idee, dat hem en velen met hem tot grote dingen heeft geïnspireerd? JRH II

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 5