Gang van zaken
bij de Rabobankorganisatie
in 1981
De gebruikte gegevens zijn ten dele gebaseerd op ramingen en
dragen daarom een voorlopig karakter. De cijfers van de plaatselij
ke Rabobanken zijn geconsolideerd met die van Rabobank Neder
land, haar meerderheidsdeelnemingen en de Rabohypotheekbank
N.V. Tussen haakjes staan de vergelijkbare cijfers over 1980.
Kredietverlening
Agrarische sector
Handel, nijverheid en
dienstverlening
Particulieren e.a.
Verstrekte leningen in 1981 naar bestemming
De Rabobankorganisatie verstrekte in
1981 voor f 12,1 miljard aan nieuwe le
ningen. Dat is 17% minder dan in 1980
(f 14,5 miljard) en ongeveer 33% minder
dan in 1979 en 1978.
Dat betekent, dat de medio 1979 aange
vangen terugval in de kredietvraag ook in
1981 versterkt is doorgegaan. Thans kan
welhaast van een stagnatie worden ge
sproken. Oorzaken van de afnemende in-
vesteringsanimo zijn de ongunstige eco
nomische situatie, de somberheid van de
vooruitzichten en de voortdurend hoge
rentestand.
Het bedrag aan nieuwe leningen is als volgt
opgebouwd: gezamenlijke aangesloten
Rabobanken f9,6 (10,6) miljard, Rabohy
potheekbank f 0,8 (2,2) miljard en Rabo
bank Nederland met haar meerderheids
deelnemingen f 1,7 (1,7) miljard.
Totaal 12,05 (14,53)
In alle agrarische sectoren werd in 1981
aanzienlijk minder geïnvesteerd dan in de
voorgaande jaren. Het bedrag aan nieuwe
leningen ad f 3,5 (5,2) miljard lag 33 be
neden dat van 1980 en 41 onder 1 979.
Daarmee daalde ook het aandeel van de
agrarische sector in het totaal van de door
de Rabobankorganisatie verstrekte nieuwe
leningen tot 29 (36%).
Binnen de agrarische sector namen de
landbouwbedrijven f 2,2 (3,4) miljard
voor hun rekening, de tuinbouwbedrijven
f 0,8 1,2) miljard en de agrarische handel
en industrie (met name de landbouw
coöperaties) f 0,5 (0,6) miljard.
Het stagneren van de investeringen wordt
vooral ingegeven door de onzekere econo
mische vooruitzichten, de hoge rentestand
en de onzekerheid over de lange termijnef
fecten van wijzigingen in het EEG-land-
bouwbeleid. Hoewel er bij de meeste pro-
dukten sprake was van verbeterde op
brengsten, heeft dit minder dan in voor
gaande jaren geleid tot hogere investerin
gen. Ook de verdere daling van de grond
prijzen droeg bij tot verlaging van de nieu
we verstrekkingen. In bepaalde delen van
het land vertonen de bouw van ligboxen-
stallen en het overgaan op melktanks ver
zadigingsverschijnselen.
De afwachtende houding in de glastuin
bouw hangt samen met de sterk gestegen
energiekosten, en de aankondiging van het
100 (100)
z.g. sectorbeleid. In het kader van dit be
leid zal de overheid f270 miljoen bijdra
gen in een totaal van naar schatting ca. f 1
miljard aan investeringen voor energiebe
sparing in de eerstkomende jaren. Van dit
sectorbeleid verwachten wij in 1982 al ef
fecten op de kredietvraag.
Het bedrag aan nieuwe leningen in de sec
tor handel, nijverheid en dienstverlening
lag met f 2,9 (3,4) miljard 13 onder dat
van 1980 en 18%onder 1979. Een toege
nomen deel heeft betrekking op herfinan
ciering, hetgeen mede wijst op een dalend
investeringsanimo. De door de plaatselijke
banken verstrekte leningen aan het mid
den- en kleinbedrijf namen af met 23%.
De terugval was het sterkst in de bouw- en
garagebedrijven en het minst sterk in de
dienstverlenende bedrijven. Hier viel in
1980 reeds een scherpe daling te consta
teren.
De koopkrachtdaling van het publiek is in
vrijwel alle takken van het bedrijfsleven
merkbaar. Ondanks de matigende invloed
van loonmaatregelen op de kostenontwik
keling zijn de meeste bedrijven weinig op
timistisch gestemd. Samen met de hoge
rentestand leidt dit tot afnemende investe
ringen.
Het bedrag aan nieuwe leningen aan overi
ge groepen, in hoofdzaak particulieren,
lag met f 5,6 (5,9) miljard weliswaar
slechts 6% onder 1 980, maar ruim 40%
onder het recordjaar 1978.
Dit bedrag heeft voor het overgrote deel, te
weten voor f 4,6 (4,9) miljard betrekking
op woningfinancieringen aan particulie
ren. Aan vooral niet-agrarische bedrijven
werd voor dit doel f 0,7 (1,0) miljard ver
strekt. De situatie op de woningmarkt is in
1981 nog verder verslechterd ten opzichte
van 1980, toen reeds van een impasse kon
worden gesproken. De gestage prijsdaling
leidt tot een afwachtende houding van
aspirant-kopers, waardoor mede de prijs
daling doorzet. Ook de hoge rentestand is
ongetwijfeld van grote betekenis, alsmede
de inkomensverwachtingen. Niet alle lage
re, maar ook middeninkomens en zelfs ho
gere inkomensgroepen moeten nu terug
houdendheid betrachten. Moesten wij in
1 980 nog een daling van ons marktaan
deel in de woningfinancieringen melden, in
het verslagjaar was duidelijk sprake van
het tegendeel.
Nieuwe aanvragen konden goeddeels door
de aangesloten banken zélf worden ge
honoreerd tegen in het algemeen scherp
concurrerende voorwaarden. Wij hebben
de indruk, dat zich bij de woningfinancie
ringen die door onze organisatie zijn ver
strekt, minder problemen voordoen, dan
gemiddeld het geval is.
miljarden guldens procenten
Agrarische sector 3,53 5,23) 29 36)
Handel, nijverheid en
dienstverlening 2,92 3,36) 25 23)
Particulieren e.a. 5,60 5,94) 46 41)