Mr. F. H. Brust heeft in zijn artikel enkele algemene contouren be sproken van de nog allerminst optimale relatie tussen het bedrijfsle ven, het onderwijs en de voor onze economie zo noodzakelijke tech nologische vernieuwing. En hij richt zich wat dat laatste betreft vooral op de ontwikkeling in de micro-elektronica. Verbetering van die relatie, onder meer door systemen van kennis overdracht van het onderwijs naar het bedrijfsleven, zijn dringend nodig. Op het gebied van de micro-elektronica zijn daartoe inmid dels de eerste stappen gezet. De centra voor micro-elektronica, wel ke de heer Brust in zijn artikel noemt, zijn daar het bewijs van. Maar de technologische vernieuwing strekt zich over een veel groter terrein uit dan alleen dat van de micro-elektronica. Ook ten aanzien daarvan moet er sprake zijn van kennisoverdracht naar het bedrijfs leven. De Technische Hogeschool in Eindhoven had dit enkele ja ren geleden ai goed begrepen. Deze nam als eerste het initiatief om een bureau voor kennisoverdracht, een z.g. 'transferbureau', op te zetten, ten einde met name de kleine en middelgrote ondernemin gen met innovaties te helpen. In het volgende artikel van de heer B. Groenevelt wordt op het functioneren van de transferbureaus nader ingegaan. Voor een goed begrip: het stelsel van de transfer bureaus in Nederland houdt zich bezig met alle aspecten van de kennisoverdracht, dus ook de micro-elektronica. De centra voor micro-elektronica die in Delft, Eindhoven en Enschede zullen ko men, gaan zich daarentegen speciaal richten op de innovatieve kracht van de toepassing van de chips. Een overzicht van het complex van de TH in Eindhoven. Bedrijfsleven, onderwijs, technologie de kleine en middelgrote industrie en in het midden- en kleinbedrijf zou kunnen wor den bevorderd. Kortgeleden kwam de Werkgroep met haar bevindingen gereed, waarna ze aan de Tweede Kamer zijn voor gelegd. De hoofdconclusie was dat er haast gemaakt moet worden met over heidsmaatregelen om op de hierboven ge noemde drie locaties zogenaamde centra voor micro-elektronica te vestigen. Deze centra zouden zich binnen het veld van de micro-elektronica vooral moeten richten op de behoeften van de kleine en middel grote ondernemingen ten aanzien van voorlichting, advisering, beschikbaarstel ling van apparatuur, het verzorgen van cur sussen, het begeleiden van problemen en het bemiddelen tussen de leveranciers en de bedrijven zelf. In Delft is inmiddels als onderdeel van TNO begin dit jaar al zo'n centrum geopend. Het werkt ook nauw samen met de TH-Delft. Inmiddels heeft de regering besloten dat de beide andere centra in Eindhoven en Twente spoedig moeten volgen. En het ligt ook daar voorde hand dat er nauw zal wor den samengewerkt met de aanwezige Technische Hogescholen. De Tweede Ka mer zal de komende maanden deze rege ringsbeslissing overigens nog nader be spreken. Het tevens op te richten overkoepelend or gaan zal volgens de Werkgroep als taak moeten krijgen het gecoördineerd bestu ren van de drie centra, alsmede het verde len van de overheidssubsidie. Voor de start is door de overheid namelijk f 3,7 miljoen ter beschikking gesteld, terwijl voor zoge naamde speerpuntactiviteiten voor de drie centra in totaal nog eens f 3,8 miljoen is gereserveerd. De Werkgroep besluit haar rapport met het advies om ook de binnen Philips aanwezi ge deskundigheid optimaal te benutten en de bedrijven over de nieuwe mogelijkhe den te informeren via een voorlichtings campagne. Conclusie De conclusies uit het voorgaande zijn dui delijk. Voor een succesvolle vernieuwing van ons produktie-apparaat zijn bundeling van kennis en het vertalen ervan in prakti sche toepassingen, alsmede aanpassing van het onderwijs absolute voorwaarden. In een aantal opzichten worden, zoals hier voor is uiteengezet, goede vorderingen ge maakt, doch met name in het onderwijs moet nog veel worden bijgesteld. Met na me het technisch beroepsonderwijs zal be ter moeten aansluiten op de eisen die het werken met microtechnologie en indu striële automatiseringssystemen mee brengt. Wetenschap en bedrijfsleven zullen elkaar meer en meer moeten helpen. In verschillende andere landen gaat men dit steeds meer aanpakken door samen bundeling van industriecentra, onderzoek en onderwijsinstituten, die vaak in nieuwe concentratiegebieden bij elkaar worden gevestigd. Het doel is in nauwe samen werking kennisintensieve produkten en diensten voort te brengen. Een aanzet voor een apart georganiseerde bedrijfstak, ons land neergelegd in een aan de regering aangeboden rapport van de Technische Hogeschool Twente, waarin wordt gepleit voor een apart georganiseerde bedrijfstak, waarin de rond 50 ondernemingen met zo'n 2000 medewerkers, die momenteel te zamen een volledig pakket van produktie- apparaten op het gebied van de micro- elektronica aanbieden, nauw gaan samen werken. Deze gebundelde sector zou op deze wijze een van de belangrijkste leve ranciers in Europa kunnen worden en jaar lijks ca. 25% in omzet en personeel kun nen groeien. Men mag echter op korte termijn van een dergelijke ontwikkeling geen wonderen verwachten, want ons bedrijfsleven is in absolute zin niet bijzonder groot en zal zich er op moeten leren instellen meer dan voorheen te kijken naar nieuwe technische mogelijkheden. Ten slotte dient vastgesteld te worden dat kennisoverdracht naar het bedrijfsleven toe natuurlijk in het verleden ook al langs diverse andere kanalen verliep. De Rijksnij- verheidsdienst bijvoorbeeld, die jaarlijks ruim 2000 adviezen merendeels aan het midden- en kleinbedrijf uitbrengt, heeft reeds een aantal jaren geleden een afde ling Technologische Ontwikkeling en Technische Voorlichting in het leven ge roepen. Meer en meer bemiddelt de Rijks- nijverheidsdienst ook bij het inschakelen van kennisinstituten alsTNO en deTechni- sche Hogescholen, die ieder voor zich j trouwens in het verleden ook al vele onder- steunende contacten met het bedrijfsleven j hadden opgebouwd. Voorbeeld daarvan is de al uit 1972 daterende samenwerking van de Technische Hogeschool Eindhoven met een deel van de Vervoersindustrie.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 16