Japan De laatste maanden zijn in de pers nogal wat berichten verschenen over een Nationaal Betalingscircuit (NBC). Enige tijd geleden hebben de president van De Nederlandsche Bank, dr. W. F. Duisenberg, en een aantal leden van de Stuurgroep NBC in een persconferentie duidelijk gemaakt wat het NBC nu eigenlijk is en waar het om draait. Reden om ook in Rabobank eens wat uitgebreider op het NBC in te gaan. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan een aantal problemen, dat nog moet worden opgelost om tot zo'n circuit te kunnen komen. Conclusie Spanningen op een aantal belangrijke economische beleidster reinen tussen de geïndustrialiseerde landen onderling lijken het komende jaar in kracht te gaan toenemen. Het ernstige Ameri kaanse begrotingstekort loopt niet in de pas met het verkrap- pende monetaire beleid. Daardoor dreigt de rentestand op een zodanig niveau te blijven, dat zowel een binnenlands a/s een mondiaal herstel belemmerd wordt. Renteverlaging wordt door Europa gezien als een belangrijke voorwaarde om aan de snel om zich heen grijpende werkloosheid een halt toe te roepen. Japan houdt daarbij de groei in stand door de exportmotor op volle toeren te laten draaien, hetgeen in Europa en de Verenigde Staten tot een groeiende ontstemming leidt. De conclusie kan haast niet anders zijn dan dat men is aangeland op het kruis punt waarop de wegen zich gaan scheiden. De internationale economie: gaan de wegen zich scheiden? De te voorziene problemen tussen de Ver enigde Staten en Europa enerzijds en Ja pan anderzijds liggen vooral op handels gebied. Door een stijging van de uitvoer met maar liefst 25% zag Japan zich in staat een tekort op de lopende rekening van ruim 10 miljard in 1 980 om te bui gen naar een overschot van ten minste 5 miljard in 1981 Aan de basis van deze ontwikkeling lag een verbetering van de Japanse concurrentie positie, zowel door de geringe binnenland se inflatie van circa 4'/2%, alsook door de koersdaling van de yen, ten opzichte van de dollar. Kenmerkend voor de Japanse handels structuur is de grote onevenwichtigheid in de in- en uitgaande handelsstromen. On geveer de helft van de Japanse invoer be staat uit minerale brandstoffen en slechts één kwart uit industriële produkten. Daar entegen bestaat de uitvoer bijna geheel uit industriële produkten met een relatief lage energie-intensiteit zoals machines, ver voermiddelen en precisie-instrumenten. Een gevoel van ontstemming over het Ja panse exportsucces in de Verenigde Sta ten en Europa is niet bepaald iets van van daag of gisteren. Al eerder is er een beroep op Japan gedaan om meer evenwicht te brengen in de handel met Europa en de Verenigde Staten. Zolang Japan echter ge confronteerd werd met tekorten op de lo pende rekening ten gevolge van de tweede oliecrisis konden dergelijke oproepen niet hard gemaakt worden. Nu het er evenwel naar uitziet dat Japan het overschot op de lopende rekening nog zal weten te vergro ten naar 1 5 miljard of daaromtrent, ne men de reacties uit de Westerse landen hand over hand toe. Van Japanse zijde wordt erop gewezen, dat de verbetering van hun concurrentiepositie voor een be langrijk deel verklaard wordt uit de koers stijging van de dollar ten gevolge van het Amerikaanse beleid. Dit staat inderdaad buiten de controle van de Japanse autori teiten en is naar Europa toe van geen be lang. Anderzijds lijken de Japanners nog in onvoldoende mate hun eigen markt open te hebben gesteld voor Westerse concur rentie. Hoe het ook zij, hierover zal over en weer nog heel wat gesproken worden. Oproe pen van Franse zijde om het gevaar te ke ren door protectionistische maatregelen zijn daarbij echter uit den boze: internatio nale concurrentie mag niet uit de weg wor den gegaan! Ir. W. L. van Dinten plaatsvervangend voorzitter werkgebied Administratie en Organisatie en voorzitter MTA

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 10