wob
den aangemerkt de Zilvervloot (Jeugd-
spaarwet), bedrijfsspaarregelingen (be-
drijfssparen, winstdelingssparen en spaar
loon) en de RAS (Rijksambtenaren-spaar
regeling).
De Consumentenbond is gewend allerlei
zaken kritisch te benaderen en dat is op
zich een goede zaak. De kritische noot richt
zich in dit geval op een tweetal aspecten
van de premiespaarregelingen, nl. de 'wir
war van regels en voorwaarden' en de
hoogte van de rentevergoeding.
Inderdaad zijn premiespaarregelingen on
derworpen aan - zeker voor niet-des-
kundigen - moeilijk eigen te maken voor
waarden en regels. De banken ondervin
den dat dagelijks door vragen van cliënten.
En natuurlijk zal zeker in die gevallen ge
tracht worden de cliënt zo goed en duide
lijk mogelijk te informeren en te attende
ren. Maar er is meer. De bijzondere regels
vergen de aanwezigheid van specialisten
op dit terrein in het bijzonder voor de admi
nistratieve behandeling (formulieren voor
opening van rekeningen, voor aanvragen
van vrij te geven bedragen en voor premie
toekenning), terwijl in de administratie ex
tra voorzieningen nodig zijn om te weten
hoe het saldo van de rekening is opge
bouwd (per jaar gespaard bedrag en tus
sentijdse opvragingen) en wanneer en voor
welke bedragen de spaartermijn verstre
ken is. Hieruit mag blijken, dat premie
spaarrekeningen voor de banken aanzien
lijk bewerkelijker zijn dan andere spaarre
keningen en dus meer kosten meebren
gen.
Het is duidelijk, dat behoudens enkele uit
zonderingen de op de premiespaarreke
ningen gestorte bedragen optisch gezien
een vrij lange looptijd hebben (4-6 jaar),
doch in werkelijkheid is die looptijd korter.
Als het spaarsaldo in z'n geheel op een be
paalde datum vrijkomt (b.v. Zilvervloot) is
de gemiddelde looptijd iets meer dan de
helft, terwijl op andere premierekeningen
tussentijdse toelaatbare bestedingen de
gemiddelde looptijd aanzienlijk kunnen
drukken. Dit alles in ogenschouw nemende
mag de rentevergoeding op deze rekenin
gen als alleszins redelijk worden be
schouwd.
Het is waar, het rentepercentage is althans
in het jongste verleden constant gebleven.
doch verlaging van het percentage is prak
tisch niet voorgekomen, ook niet in perio
den waarin voor andere spaarvormen de
rente werd verlaagd.
Ten aanzien van de rentevergoeding is de
suggestie van de Consumentenbond als
zouden de banken bij de rentevergoeding
op premiespaarrekeningen de premies en
faciliteiten aangrijpen om niet zo'n hoge
rente te vergoeden onterecht en onjuist.
EUROPA WEER OP EIGEN RENTEBENEN
In de tweede helft van januari werd door
een aantal Europese centrale banken een
renteverlaging doorgevoerd. Zo werd door
de Bundesbank het speciale beleningsta
rief voor de banken met een Vi %-punt ver
laagd, terwijl De Nederlandsche Bank haar
officiële tarieven over de gehele linie met
eenzelfde percentage neerwaarts bijstel
de. Voorafgaande aan deze beide aanpas
singen had de Zwitserse centrale bank via
een verruiming van de geldmarkt een da
ling van de Zwitserse korte rente bewerk
stelligd.
Het opmerkelijke van deze actie van de
centrale banken - nog afgezien van het
kennelijk gecoördineerde karakter - is dat
daarmee in feite een officiële bevestiging
wordt gegeven van een ontwikkeling, die
zich sinds december vorig jaar voordoet en
die erop neerkomt dat het parallelle ver
loop van de Amerikaanse en de Europese
rente doorbroken lijkt te worden.
Een minder afhankelijk rentebeleid wordt
mogelijk gemaakt door de verbeterde po
sitie van de lopende rekening van de beta
lingsbalans van een aantal Europese lan
den.
Sinds het najaar van 1 979 voeren de Ame
rikaanse monetaire autoriteiten een scherp
monetair beleid, dat via aan- en verkoop
van schatkistpapier de reserves van het
bankwezen en daarmee de kredietverle
ning tracht te beheersen. Dit beleid brengt
hoge en sterk fluctuerende rentestanden
met zich mee.
In de aanvankelijke situatie, waarin sprake
was van tekorten op de lopende rekening
van de Westeuropese landen, leidde een
door de hoge Amerikaanse rentestanden
uitgelokte kapitaalexport tot een verdere
neerwaartse druk op de diverse Europese
wisselkoersen. Dit kon slechts vermeden
worden door de rente hier eveneens te la
ten oplopen. Thans is sprake van (ver
wachte) overschotten op de lopende reke
ning. Daarbij biedt kapitaalexport uiterst
welkome compensatie voor het oplopen
van de wisselkoers.
Een onafhankelijke opstelling ten opzichte
van het krappe Amerikaanse monetaire
beleid, dat steeds harder in confrontatie
komt met het budgettaire beleid dat daar
gevoerd wordt, kan slechts worden toege
juicht. Nu betalingsbalans en wisselkoers
het toelaten, en dat geldt met name voor
Nederland, moet getracht worden de rente
zoveel mogelijk te drukken. Daarmee
wordt een bijdrage geleverd aan de terug
dringing van het kostenniveau en de verbe
tering van de winst- en vermogenspositie
van het bedrijfsleven, dat een cruciale rol
zal moeten spelen bij het economisch her
stel. Ook het bankwezen is derhalve bij een
rentedaling gebaat. Kredietverlening aan
het bedrijfsleven is immers een van haar
hoofdtaken. p