gegevensverwerking in het algemeen en
van het betalingsverkeer in het bijzonder
maakt dat ook onze Rabobankorganisatie
in toenemende mate geconfronteerd zal
worden met de problematiek op privacy
gebied.
Wat is privacy?
Privacy is moeilijk te definiëren. In de me
morie van toelichting op de privacywet
heeft men de volgende passages:
'De persoonlijke levenssfeer heeft zeer
uiteenlopende verschijningsvormen, met
als gemeenschappelijke noemer dat het
gaat om situaties waarin het individu er
aanspraak op kan maken onbevangen
zichzelf te zijn en geen inmenging van an
deren behoeft te dulden. Deze situaties zijn
niet alleen ruimtelijk te begrenzen: behalve
hetgeen zich binnen de woning afspeelt,
plegen ook bepaalde vormen van commu
nicatie, zoals het telefoongesprek en de
briefwisseling, en het buiten een woning-
gevoerde vertrouwelijke gesprek tot de
persoonlijke levenssfeer te worden gere
kend, evenals sommige gewoonten, ge
dragingen, contacten, abonnementen, lid
maatschappen en bepaalde aspecten van
het gezinsleven.'
Mr. J. M. A. Berkvens
Directoraat
Juridische Zaken
'Een behandeling, die op het ene terrein
als een ongeoorloofde inbreuk op de per
soonlijke levenssfeer moet worden aange
merkt, kan elders geoorloofd zijn. Sommi
ge terreinen van het menselijk leven heb
ben een zo intiem karakter, dat elke onge
wenste waarneming ervan een ongeoor
loofde aantasting van de privacy inhoudt.
Op andere gebieden is gewone zintuiglijke
waarneming toegelaten, maar is de vast
legging ervan een ongeoorloofde aantas
ting. Ook is het mogelijk, dat niet de vast
legging maar slechts de publikatie van het
geregistreerde ongeoorloofd is. De aard en
de mate van intimiteit van hetgeen omtrent
een ander wordt waargenomen of gepubli
ceerd is hierbij van groot gewicht.'
'Door allerlei gegevens omtrent perso
nen te registreren, deze in verband met el
kaar te brengen en vervolgens bij het ne
men van voor de persoon belangrijke be
slissingen van die gegevens gebruikte ma
ken kan de privacy worden aangetast.
Doorslaggevend daarbij behoeft niet zo
zeer te zijn, dat al die gegevens intieme in
formatie zouden bevatten (dat is in feite
dikwijls ook niet het geval), maar de priva-
cy-aantasting kan hierin gelegen zijn, dat
over de individuele burger met al zijn hoe
danigheden, gedragingen en andere ken
merken, welke zijn persoon en zijn leven
vormen, op allerlei plaatsen gegevens wor
den vastgelegd en dat dit geheel van gege
vens een steeds grotere invloed gaat krij-
gen op voor hem belangrijke zaken, zoals
het verkrijgen van huisvesting, de opbouw
van een loopbaan, het verwerven van geld
leningen, etc. Aldus kan een situatie ont
staan waarin de burger onvoldoende
'ruimte' overhoudt om 'zijn eigen leven te
leiden, met zo weinig mogelijk inmenging
van buitenaf'. Derhalve: niet alleen de aard
van de verzamelde gegevens, maar ook het
gebruik dat er van wordt gemaakt kan van
betekenis zijn voor de vraag of de persoon
lijke levenssfeer wordt aangetast.'
De uitgangspunten van de wet
Aan de voorstellen van de Staatscommis
sie heeft een drietal uitgangspunten ten
grondslag gelegen met betrekking tot de
doelstelling die met een wettelijke rege
ling dient te worden nagestreefd. Elk van
deze uitgangspunten heeft gevolgen voor
het soort maatregelen waarin een dergelij-
ke regeling zal moeten voorzien.
Het eerste uitgangspunt is geweest dat de
ondoorzichtigheid die het verschijnsel per
soonsregistratie thans veelal kenmerkt
moet worden doorbroken. Daartoe is het i
gewenst dat over de werking van concrete
registraties meer duidelijkheid ontstaat.
Dit kan onder meer worden bereikt door
maatregelen die erop gericht zijn de open
baarheid rond persoonsregistraties te be
vorderen.
Vervolgens is de Staatscommissie ervan
uitgegaan dat de rechtspositie van de ge
registreerde personen ten opzichte van de
houders van persoonsregistraties verster
king behoeft. Gebleken is dat deze positie
maar al-te vaak uitermate onzeker is. Met
name staan de geregistreerden momen
teel nauwelijks middelen ten dienste om
zelf invloed uit te oefenen op de gegevens
die over hen zijn vastgelegd en het gebruik
dat daarvan wordt gemaakt. In dit verband
valt dan ook te denken aan maatregelen,
zoals de toekenning van bepaalde be
voegdheden, die de betrokkenen beter in
staat stellen voor hun belangen op te ko
men.
Ten slotte is het naar de mening van de
Staatscommissie gewenst de registratie
en het gebruik van persoonsgegevens ook
meer rechtstreeks aan een zeker toezicht
te onderwerpen. Het valt immers niet te
verwachten dat toekenning van bevoegd
heden aan de betrokkenen alleen voldoen
de zal zijn om ongewenste ontwikkelingen
in dit opzicht uit te sluiten. Daarom is het
nodig dat houders en gebruikers van per
soonsregistraties aan bepaalde regels
worden gebonden en dat een overheidsin
stantie wordt belast met de taak op de na
leving van deze regels en de verdere ont
wikkelingen op dit gebied toe te zien.
De hier genoemde uitgangspunten heb
ben geleid tot de volgende doelstellingen:
Over de werking van persoonsregis
traties dient tegenover de betrokken ge -
registreerden en het publiek voldoende
openheid te bestaan.
De doelstelling van een persoonsre
gistratie moet geoorloofd zijn en nauw
keurig omschreven.
De op te nemen gegevens behoren zo
veel mogelijk juist en up-to-date te zijn.
De gegevens mogen niet irrelevant
zijn of voor het doel van de registratie
onvolledig.
De gegevens dienen op rechtmatige
wijze te zijn verkregen.
Zij mogen niet langer worden be
waard dan voor het doel van de registra
tie nodig is.
Zij mogen, zonder toestemming van
de betrokkene of van een daartoe aan
gewezen instantie, niet voor andere
doeleinden worden gebruikt of aan der
den verstrekt.
Voor de opslag van bepaalde catego
rieën van gevoelige gegevens zijn bij
zondere waarborgen vereist.
De registratie dient in voldoende ma
te te zijn beveiligd.
De betrokken personen hebben recht
op kennisname en, zo nodig, verbetering
van de gegevens.