verloop vari tijd dan ook gewijzigd in die zin dat zij thans trachten de Ondernemings raad in te passen in de vakbondsstrategie. In deze aangepaste visie vormt de BLG de gestructureerde achterban van de Onder nemingsraadsfractie en vormt de Onder nemingsraad een communicatiekanaal voor de BLG naar de directie. De BLG levert de Ondernemingsraadskan didaten welke zich bereid zouden dienen te verklaren tot programmagebondenheid, verantwoordingsplicht en fractiegebon denheid. De Ondernemingsraad beperkt zich in dit model vooral tot haar controlerende taken en laat de beïnvloeding van het onderne mingsbeleid over aan de vakbonden. Schematisch kan deze visie op de samen hang tussen bedrijvenwerk en Onderne mingsraad als volgt worden weergegeven. De vraag moet dan ook gesteld worden of het gebrekkig functioneren van het bedrij venwerk niet mede haar oorzaak vindt in de ons inziens toch vrij kunstmatige tegen stelling, die geacht wordt te bestaan tus sen BLG-werknemersbelang en Onderne mingsraad-bedrijfsbelang. Dit onderscheid vervaagt in de praktijk ook en daar waar het bedrijvenwerk redelijk functioneert blijkt meestal een zekere - vaak personele - verstrengeling van On- dernemingsraadwerk en bedrijvenwerk te bestaan (BLG-leden die tevens Onderne mingsraadsleden zijn). De effectiviteit van beide vormen van be langenbehartiging blijkt in ieder geval door een dergelijke 'samenwerking' aanzienlijk te worden vergroot. Zal een dergelijk vervlechtingspatroon nu het algemene beeld van de komende jaren de Ondernemingsraad het ondernemingsbeleid het bondswerk in het bedrijf de vakbondsdelegatie de bedrijfsledengroep (BLG) vakbond de Ondernemingsraadfractie de onderhandelingen tussen vakbonden en ondernemer Vakbondswerk en ondernemingsraad Ondernemingsraad en vakbondswerk el kaar (in persoon of aandachtsterrein) ra ken, gemakkelijk spanningen en wrijfpun ten kunnen ontstaan. Relatie Ondernemingsraad- Bedrijfsledengroep Lange tijd heeft men - vooral in de kringen van de Industriebond FNV waar de meeste ervaring met deze problematiek is opge daan - van de stelling willen uitgaan dat een duidelijk onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen het bedrijvenwerk en het Ondernemingsraadswerk. De Bedrijfsledengroep - verder BLG te noemen - als exponent van het bedrijven werk zou als het ware een alternatief voor de Ondernemingsraad moeten gaan vor men. Een dergelijk alternatief werd wenselijk geacht omdat de vakbeweging medever antwoordelijkheid voor het bedrijfsbeleid - het typerende van Ondernemingsraads werk - afwees. Bovendien zou de bond meer greep kunnen hebben op een BLG dan op een Ondernemingsraad, omdat daar immers ook ongeorganiseerden zit ting in kunnen hebben. In een dergelijke visie past tevens het creë ren van communicatiekanalen naar de di recties, door middel van zogenaamde on derhandelingsdelegaties, vertegenwoor digingen van kaderleden die samen met de (beroeps)districtbestuurder de onderhan delingen met de directies voeren. Vóór die tijd deed deze bestuurder die on derhandelingen alleen. In het eerste artikel over het vakbondswerk werd er al op gewezen dat de erkenning van deze delegaties binnen de onderne mingen zeer moeizaam is verlopen en nog altijd verloopt, omdat de bedrijven veelal weigeren om te onderhandelen met een bedrijfsledengroep, aangezien zij de On dernemingsraad als de belangrijkste verte genwoordiger van het personeel wensen aan te merken. De harde realiteit leerde ook dat een BLG geen volledig alternatief voor een Onder nemingsraad kon vormen, omdat in veel bedrijven niet of nauwelijks sprake was van bedrijvenwerk. Bovendien bleek dat bij ondernemingen waar dit wel het geval was toch veel kader leden de - vrij machteloze - BLG inruilden voor de Ondernemingsraad die in de loop der tijd grote bevoegdheden van de wetge ver toebedacht had gekregen. De FNV-bonden hebben hun standpunt na Kunstmatige tegenstelling Ook dit model blijkt, zoals alle modellen, slechts moeizaam te werken. Een BLG fungeert in de praktijk zelden echt als de achterban en veel georganiseerde Ondernemingsraadsleden laten weten, dat zij weigeren om binnen hun Onderne mingsraad op te treden als vooruitgescho ven posten van hun vakorganisatie. gaan worden? Ook dat is weer de vraag. In het eerste artikel over dit onderwerp kwam de decentralisatie van het interne vakbondsoverleg al aan de orde. Daarnaast zullen we stellig te maken gaan krijgen met een verdergaande decentrali satie van het arbeidsvoorwaardenbeleid, die zowel de werkgevers als de werkne mersorganisaties nastreven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 12