H. P. Verbist BV
laar uitstekend thuis moet zijn en waar ook
goede en zeer frequente contacten met di
verse ministeries onontbeerlijk zijn.
Aftasten van de markt
Zonder te willen beweren dat Verbist op
zijn terrein de belangrijkste bemiddelaar is,
meent de heer Wolters wel dat het kantoor
in de garantiesector de grootste vraag op
zich af krijgt. De beleggers weten dat wel,
maar het is niet gebruikelijk dat die zelf het
initiatief nemen. Verbist moet er zo gezegd
iedere dag zelf achter heen zitten. Natuur
lijk zijn er goede contacten, maar de aard
van het werk, het in elkaar passen van het
juiste aanbod bij de juiste vraag, vergt een
voortdurend aftasten van de markt. Die
markt is beperkt. Wanneer we het aantal
institutionele beleggers op 200 stellen,
zijn er daarvan 50 a 100 die echt regelma
tig op de onderhandse markt opereren.
Daaronder zijn institutionele beleggers als
verzekeringsmaatschappijen en pensioen
fondsen, maar ook bijvoorbeeld de Bank
voor Nederlandse Gemeenten en de Ne
derlandse Waterschapsbank. De BNG ver
strekt overigens geen klimleningen en
werkt bij het verstrekken van leningen zon
der bemiddeling. Ook de PCGD en de RPS
zijn beleggers, maar hun beleid is de laat
ste jaren van de lange naar de kortere be
leggingen verschoven.
De omvang van de garantieleningen va
rieert bij Verbist van twee ton tot zeg 70
miljoen. In de regel gaat het om enkele tot
enkele tientallen miljoenen, maar als in een
klein dorp een paar woningen gebouwd
moeten worden zijn een paar ton ook te
verschaffen. De geldnemer wil graag de
hele zaak pasklaar hebben. Dat is ook iets
dat juist bij klimleningen en trouwens in de
hele garantiesector vaak om de hoek komt
kijken. De procedure vergt vaak tijd, bij
voorbeeld om de raadsbesluiten van een
gemeente in verband met de garantie 'af te
werken' en de woningbouwvereniging be
gint daarom vaak al eerder te bouwen. De
ze moet dan bij zijn bank een overbrug
gingsfinanciering hebben. Omgekeerd
komt het ook voor dat de geldgever het
geld eerder beschikbaar wil stellen, dan de
geldnemer het kan gebruiken. De perfecte
juiste 'inpas' tussen beleggingsbeleid en
geldbehoefte is immers niet altijd te vin
den. Het geld moet dan tijdelijk gestald
worden. Verbist attendeert bij het uitbren
gen van een offerte de geldvrager er daar
om altijd op of men tijdelijk moet over
bruggen of tijdelijk moet stallen.
De weg kennen en wijzen
Doordat zij op het gebied van de garantie
leningen, met name in de klimleningen, de
laatste jaren voor een substantieel deel van
de onderhandse markt als bemiddelaar
kon optreden, kun je volgens de heer Wol
ters zeggen dat H. P. Verbist BV in 1980
aan een soort tweede jeugd begonnen is.
Het doel is om op de hele onderhandse
markt weer de positie in te nemen, die het
kantoor van oudsher had. Men krijgt er veel
vraag 'in de klim', meer vraag dan aanbod.
Toch is die vraag naar dergelijke en ook
andere leningen bij Verbist zeer welkom.
Dat geeft verscheidenheid in beleggings
mogelijkheden; een verscheidenheid
waarin iedere institutionele belegger van
nature geïnteresseerd is.
Binnen de grote Rabobankfamilie moeten
we Verbist zien als een doeltreffend uitge
ruste eenheid, waar men terecht kan voor
een bepaald soort leningen die niet of
moeilijk door onze banken zelf verstrekt
kunnen worden. Zowel voor de geldvrager
als degene die hij om de lening benadert,
bijvoorbeeld de Rabobank, gaat het vaak
om een aangelegenheid die soms eens in
de vijf jaar voorkomt. Met name ten aan
zien van de klimleningen kreeg Verbist wel
eens de indruk, dat onze banken ter zake
niet goed geïnformeerd zijn. Voor Verbist
is dat dagelijks werk en alle medewerkers
geven gaarne advies. Het is jammer als een
cliënt door onbekendheid bij hemzelf of bij
zijn bank de inside informatie zou mislo
pen, doordat er niet naar Verbist verwezen
wordt. Deze kan wel niet te allen tijde een
passende geldgever garanderen, maar de
know-how en motivatie is er om vraag en
aanbod op de juiste manier bij elkaar te
brengen. Verbist weet de weg door dage
lijks contact met het ministerie van Volks
huisvesting, van Financiën en zonodig an
dere ministeries. Dat is nodig om op een
zodanig renteniveau terecht te komen, dat
de garantie verkregen wordt en de lening
door de overheid wordt goedgekeurd.
Soms moet zelfs bij het ministerie nage
trokken worden of een bepaalde aanvrager
wel mag lenen. De leningscondities, met
name als men door een wat hogere rente
een belegger als geldgever kan krijgen,
brengen veelvuldig overleg met ministe
ries mee. Zo'n hogere rente kan goedge
keurd worden, maar dat kan weer gevolgen
hebben voor de subsidie die de aanvrager
van de overheid verwacht.
Zelfstandig bemiddelen voor alle
betrokkenen
Genoeg om te laten zien dat het bemidde-
lingswerk nogal wat met zich meebrengt.
Wij zeiden reeds dat Verbist dit werk doet
aan de periferie van de Rabobankorgani-
satie. Dit is niet hinderlijk voor Verbist zelf
en hoeft ook niet bezwaarlijk te zijn voor
geldnemers of geldgevers die overigens
niet met onze banken zaken doen. De aard
van de lange kapitaalmarkt werkt een onaf
hankelijk handelen door Verbist ook in de
hand. Verbist fungeert daar als een zelf
standig, all-round bemiddelingskantoor,
dat heus niet van stap tot stap gedicteerd
krijgt hoe te handelen. Wel is er intern met
andere Rabo-onderdelen overleg om te
voorkomen, dat de werkzaamheden elkaar
echt overlappen.
Als Rabobanken kunnen we H. P. Verbist
BV het beste zien als een waardevol addi
tioneel instrument in het totaal van ons fi-
nancieringsbedrijf. Waardevol omdat het
zijn heel eigen kennis en relaties heeft op
een bijzonder gespecialiseerd terrein. Een
instrument bovendien, dat zichzelf weet
ten nutte te maken bij het bemiddelen tus
sen welke partijen dan ook op de onder
handse markt. JRH