wob
Deze smalle marges bestaan overigens
ook ten aanzien van de wederverkopers.
Duidelijk zij daarom vooropgesteld, dat
voor een blijvend verantwoorde dienstver
lening aan het publiek een adequate belo
ning van de wederverkoper noodzakelijk is.
Vooral de laatste jaren vindt de prijsdum-
ping ook in het hoogseizoen meer en meer
plaats. Dit lijkt mogelijk in eerste instantie
wel in het belang van de consument maar
is dat zeer zeker niet. Bij de consument
gaat hierdoor onzekerheid ontstaan en hij
zal niet meer bereid zijn in een vroeg sta
dium zijn vakantiereis te boeken. Wanneer
dit patroon zich zou voortzetten zullen de
reisorganisatoren aan de inkoopkant
moeilijkheden gaan ondervinden, hetgeen
onherroepelijk weer tot prijsverhogingen
zal leiden.
Uit publikaties in de laatste weken van het
afgelopen jaar is gebleken dat ook in
ANVR-verband problemen zijn ontstaan.
De inmiddels wederom ingetrokken op
zegging door Holland International van het
lidmaatschap van de ANVR is daar een
uiting van. Op het garantiefonds van de
ANVR is de laatste jaren in toenemende
mate een beroep gedaan. Dit heeft vanzelf
sprekend gevolgen zowel voor de bijdra
gen als voor de voorwaarden die het fonds
moet hanteren. In dit verband is van de
ANVR aan de banken het verzoek uitge
gaan om toe te treden tot het ANVR garan
tiefonds zonder overigens lid te worden
van de ANVR.
Rabobank Nederland heeft gemeend aan
dit verzoek geen gehoor te moeten geven.
Wij vinden het niet op onze weg liggen de
toegenomen risico's die het fonds is gaan
lopen voor een deel op ons te nemen. Ook
zijn wij er niet van overtuigd dat binnen
ANVR-verband op dit moment de proble
matiek in de reiswereld op de juiste wijze
worden behandeld.
Wel heeft de Rabobank Nederland haar
bereidheid uitgesproken om medewerking
te verlenen aan een onderzoek naar de mo
gelijkheden om te komen tot een zelfstan
dig branche garantiefonds waarin alle par
tijen in de reiswereld participeren. Door
een dergelijk fonds zouden naar ons ge
voelen de belangen van het reizende pu
bliek op een zo breed mogelijke basis be
schermd kunnen worden.
STOP HET VERHUISLEK
Van de Rabobank Venray kregen wij een
interessante reactie op een 'WOB', die we
vorig jaar onder bovenstaande titel schre
ven. De Venrayse schrijver graaft nog net
even dieper dan wij naar 'de bron van al
le kwaad': je moet het lek niet met kauw
gom stoppen, maar vakkundig dichten.
Een gedachte om te onthouden en niet al
leen bij verhuislekken.
In de rubriek 'wat ons bezighoudt' van een
paar maanden geleden lazen wij een harts
tochtelijke oproep, om het hoofd te bieden
aan het probleem van het verhuislek, waar
door een groot aantal relaties voor onze or
ganisatie verloren gaat.
Een probleem, waarmee de gehele organi
satie te kampen heeft. Terecht wordt ge
constateerd, dat het een aantal plaatselijke
banken nogal aan saamhorigheidszin
schort, wanneer zij cliënten naar een ande
re plaats zien verhuizen: 'uit het oog' bete
kent in veel gevallen ook 'uit het hart'.
En dat ondanks goed opgezette en relatief
simpele bancaire begeleidingsprocedures
rond de verhuizing.
De oorzaken lijken voor de hand te liggen:
egoisme, laksheid, gebrek aan interesse,
kortzichtigheid.
Naar onze mening is het echter evenzeer
kortzichtig, de bron van alle kwaad uitslui
tend daar te zoeken.
Wij hebben zelf in vele gevallen geconsta
teerd, dat een verhuizende cliënt - om wel
ke redenen dan ook - reeds zijn nieuwe
bankkeuze heeft gemaakt, voordat hij de
'oude' bank in kennis stelt van zijn voorge
nomen verhuizing.
Vaak is hij vooraf al enige malen in zijn
nieuwe woonomgeving geweest, om die
wat te verkennen (en heeft hij bijvoorbeeld
geconstateerd, dat in het nabijgelegen
winkelcentrum een bijkantoor van een wil
lekeurige bank is gevestigd).
Ook komt het veelvuldig voor, dat de cliënt
al enige tijd in zijn nieuwe woonomgeving
werkt, en in afwachting van zijn verhuizing
dagelijks of wekelijks tussen werk en
woonplaats pendelt.
Allemaal ontwikkelingen, waar we als
plaatselijke bank niet onmiddellijk weet
van hebben.
Maar intussen heeft de cliënt in zijn toe
komstige woonplaats al de nodige zaken
(en dus ook zijn toekomstige bankzaken)
rustig kunnen regelen.
De verhuismededeling komt pas daarna...
Hoe jammer!
Een klant verloren, terwijl er toch geen
sprake was van nonchalance, gebrek aan
zorg, of desinteresse aan de kant van de
'oude' bank.
Bewustwording van de onderlinge verant
woordelijkheden bij de plaatselijke banken
is een goede zaak.
Het is de eerste aanzet tot relatiebehoud
over de grenzen van het werkgebied heen.
Maar ook: het is op zichzelf niet meer dan
een kauwgom om het gat mee te dichten,
want om cliënten bestendig aan onze orga
nisatie te binden is meer nodig dan het ma
ken van nooddichtingen.
Onze aandacht moet vooral zijn gericht op
het verrichten van vakkundige reparaties.
Het is zaak te streven naar een duurzame
relatie tussen klant en bank; er moet een
permanente band worden gesmeed, die
een bestendige vertrouwensrelatie doet
ontstaan, waardoor het woord 'Rabobank'
voor de cliënt geen naam meer is, maar een
begrip wordt.
Het werken aan en onderhouden van een
dergelijke relatie vereist onze permanente
zorg en aandacht.
Als we in die opzet slagen, is er een band
ontstaan, die niet op een relatief onbeteke
nende gebeurtenis als een verhuizing stuk
loopt, en die ook voor de verdere toe
komst in stand kan worden gehouden.
Pas dan kan worden gezegd, dat het ver
huislek vakkundig is gedicht!