XOf toch Want als het waar is dat het
sociale uit bedri/fsoogpunt helemaal
volwassen is, dan hoeft er ook geen
apart SJV te zijn. Daarop richt zich ai jaren
de kritiek van de tegenstanders van het SJV.
Wil men het sociale beleid helemaal recht
doen, zo zeggen deze, dan hoort dat een vol
waardige plaats te krijgen tussen de onder
werpen die in het gewone jaarverslag staan.
De Spoorwegen noemen hun besluit om
geen apart SJV meer uit te brengen 'het ein
de van onze discriminatie van het sociale be
leid'I Theoretisch is daar geen spijker tussen
te krijgen, lijkt me, maar alvorens de zaak
daarmee gesloten te verklaren is het toch
wel verstandig ook eens te kijken naar het
praktische nut van zo 'n SJV met name van
uit onze eigen Rabo-ervaringen.
Dat verslag moet natuurlijk informatie ver
schaffen. Een klacht, die door de 'afschaf
fers wordt aangevoerd is dat zo 'n SJV ach
ter de feiten aanloopt, en onmogelijk elk jaar
iets nieuws kan brengen. Gevolg, het wordt
nauwelijks gelezen. Toegegeven, hier ligt
een gevaar. Ook uit onze eigen praktijk we
ten we dat de ontwikkelingen op sociaal ge
bied eigenlijk het hele jaar door aan de orde
komen in circulaires. Informatie, perso
neelsbladen en zelfs in dit maandblad. Maar
juist die frequente en verspreide berichtge
ving geeft een mooie kans voor een SJV. Het
vult als het ware een leemte op door één
keer per jaar de zaken nog eens eenvoudig
en duidelijk op een rijtje te zetten. Wie het
leest, weet waar hij op sociaal gebied bij ons
aan toe is. Interessant kan het vooral wor
den a/s we in ons sociale verslag ook wat
over de puur sociale grenzen heenschieten,
dan komen de achtergronden en verbanden
meer uit. Van collega's van Sociale Zaken
hoorde ik, dat ze daar dit jaar extra aandacht
aan belangstelling'te sluiten. Bij een enquê-
ook geen reden om de zaak 'wegens gebrek
aan belangstelling'te sluiten. Bij een enquê
te onder onze mensen bleek uit 69 van de
ontvangen antwoorden dat het verslag ge
heel of gedeeltelijk gelezen wordt. We heb
ben zelfs de indruk dat de belangstelling van
jaar tot jaar groeiend is.
Dat blijkt ook uit het toenemend aan
tal verzoeken van buiten om toezen
ding van ons eigen SJV. Niet alleen
de pers, maar ook bijvoorbeeld wetenschap
pelijke instellingen willen graag weten hoe
zo'n grote bankinstelling nu haar sociale be
leid voert. Dit raakt de maatschappelijke
functie van het jaarverslag. Wij menen dat
we die niet moeten onderschatten. Aan de
andere kant mag je die functie natuurlijk ook
niet overschatten maar de critici gaan ons
inziens toch te ver, wanneer ze beweren dat
een SJV alleen maar een fraaie etalage is,
waarin niets wezenlijks wordt geboden.
Voor een goed sociaal jaarverslag gaat dat
niet op. Want dan kun je in die etalage, dat
wil zeggen publiekelijk en dus maatschap
pelijk verplichtend, zien op welke uitgangs
punten het beleid stoelt en wat daarvan in
de verslagperiode is gemaakt. In dit opzicht
zal mijns inziens een verslag nog veel aan
waarde kunnen winnen, wanneer ook open
hartig de eventuele spanningsvelden en de
nog 'onopgeloste' vragen worden bespro
ken. Op die manier is er zeker elk jaar iets
nieuws! Ontbreken die uitgangspunten dan
zakt natuurlijk het hele verslag als een pud
ding in elkaar. Stevigheid en houvast moet
er in zitten door duidelijke doelstellingen.
Let maar op het zevental van werkgelegen
heid tot medezeggenschap, dat we al sinds
1976 in ons eigen jaarverslag aantreffen.
Inderdaad, elk jaar dezelfde, maar toch niet
hetzelfde! Want het verslag moet ons ook el
ke keer laten zien hoe ver we naar zo 'n doel
opgeschoven zijn, wat de tegenvallers en de
meevallers waren. Dan gaat het leven. Ik
meen, dat we die kant met ons eigen verslag
nog wel wat meer uit kunnen en ook willen.
Vergeet niet, dat we nog nauwelijks een
SJV-traditie hebben kunnen opbouwen.
Je kunt ook nog een andere beden
king beluisteren. Men zegt dan: ja,
het normale jaarverslag, dat gaat vol
gens wettelijke voorschriften, daar zet een
accountant zijn handtekening onder. Dat is
gemaakt om de toets te doorstaan. Maar
zo'n SJV wordt niet getoetst op betrouw
baarheid, het is een eenzijdige berichtge
ving van de werkgevers naar de werkne
mers. Formeel zit daar wat in, maar ik zie
niet, waarom de betrouwbaarheid daarom
minder zou moeten zijn. Iedere werkgever is
immers appel la bel van wat hij openlijk in
zo'n verslag zet. Zelfs kan hij appel la bel
geacht worden aan hetgeen hij er niet in zet
en wat er toch in zou horen! Ook de eenzij
digheid is heel betrekkelijk. Want het SJV
kan uitstekend dienen als uitgangspunt voor
besprekingen tussen werkgever en werkne
mersvertegenwoordigers (bonden, OR enz.).
En zouden dan niet die vertegenwoordigers
de sporen van die besprekingen in een vol
gend verslag moeten kunnen terugvinden?
Misschien is het zelfs weI goed dat zo 'n SJV
niet net als de cijfers van een gewoon jaar
verslag op een gouden accountantsschaaltje
kan worden gewogen. De betrouwbaarheid
moet hier in wezen steunen op de doodge
wone goede trouw waarmee werkgever en
werknemer met elkaar in de onderneming
moeten omgaan.
Van de slogan 'Weg er mee'zijn wij,
zoals de lezer zal hebben begrepen,
voorlopig niet ondersteboven. Wij
gaan voorshands rustig door met onze ver
slaggeving. Die is in 1976 begonnen met
een sociaal 'overzicht' (dus nog geen 'ver
slag j voor de aangesloten banken, nadat we
sinds 1972 een echt Sociaal verslag betref
fende Rabobank Nederland kenden. Vorig
jaar kwam er voor het eerst een echt Alge
meen Sociaal Verslag over de hele Rabo-
bankorganisatie. Zouden we dat nu onder
breken, omdat dit alles theoretisch in het ge
wone jaarverslag hoort? Toegegeven, het
zou kunnen, toegegeven op den duur zat het
misschien die richting ook wel uitgaan. Het
'gewoneverslag zou dan met een behoorlijk
hoofdstuk over de sociale aangelegenheden
moeten worden uitgebreid! Het twintigtal
aangesloten banken dat nu, heel loffelijk,
ook een eigen apart SJV uitbrengt, zou de
zelfde weg kunnen gaan.
Maar voor dit jaar en ik denk nog wel wat
meer jaartjes, moeten we toch maar aan on
ze prille SJV-praktijk vasthouden. Het be
gint 'aan te slaan', dat moet je niet ineens af
kappen. Integendeel, dat moeten we verder
laten groeien. De inhoud van het SJV zou
natuurlijk een aanwinst zijn voor het grote
'boeket' dat het gewone jaarverslag al is.
Maar als afzonderlijke bloem is zo 'n SJV ook
best het bekijken waard. Eigenlijk heeft het
zo'n opvallende eigen plaats nog wel nodig
ook. Ik bedenk ook, dat onze organisatie
door haar eigensoortige structuur toch wel
geschikt lijkt voor een SJV. We zijn een veel
heid van zelfstandige banken, ieder vaak
met een eigen sociaal 'milieu'. Als overkoe
peling past daarbij, ik denk meer nog dan bij
een grote 'van het zelfde laken een pak'-in-
stelling, een gezamenlijk SJV, waarin we de
belangrijke lijnen voor ons zien en bij de 'cij
fers en trends' van het sociaal beleid be
paald worden. Ten slotte is dat tot nu toe eni
ge en echte Algemeen Sociaal jaarverslag
van vorig jaar in zekere zin de bekroning van
de harmonisatie, waar we zoveel jaren hard
aan hebben gewerkt.
JRH U