Uit onze historie 31 neer de beschikbare informatie over de ke ten te gering is om hierover een uitspraak te doen, dan zijn aanpassingen niet ge wenst. Bemiddeling door de franchisegever Niet alleen de positie van de totale keten als commerciële eenheid kan de te stellen zekerheden in geval van kredietverlening aan de aangesloten ondernemers verlich ten. Zeer zeker is dit ook het geval wanneer de overkoepelende organisator bereid is zijnerzijds additionele zekerheden voor dergelijke kredieten te stellen. Dit zou bij voorbeeld verwerkt kunnen worden in kre dietarrangementen, waarbij afspraken worden gemaakt tussen de bank en de franchisegever ten aanzien van het ver strekken van kredieten (tegen wellicht wat gunstiger voorwaarden) aan de aangeslo ten ondernemers. Bemiddeling van de franchisegever in ge val van kredietverlening is niet ongebruike lijk. Bij 71 van de 1 1 0 franchiseketens, die betrokken waren bij het onderzoek van het EIM, vindt een dergelijke bemiddeling plaats. Uit het onderzoek blijkt overigens ook dat de inbreng van de franchisegever in veel gevallen niet beperkt blijft tot alleen maar bemiddeling (met mogelijk het verstrekken van additionele zekerheden), bij 22 ketens namelijk verleent de franchisegever ook wel zelf kredieten aan zijn franchisene mers'). Slotsom In ondernemend Nederland is franchising niet meer weg te denken. Het is een vorm van samenwerking die duidelijk vaste grond onder de voeten heeft gekregen. Het idee om het gebruik van een uitgetest en succesvol exploitatiesysteem over te dragen, slaat bij zeer velen terecht aan. De positieve stimulans die van franchising uit gaat, in geval van introductie van nieuwe produktengamma's, is onmiskenbaar. Ondanks al deze positieve geluiden is het niet zo dat een dergelijke positieve beoor deling ook geldt voor welke franchiseketen dan ook. Zowel voor franchisegever als franchisenemer(s) zijn er ook ten aanzien van de franchisesamenwerking duidelijk minpunten aan te geven. Volledige open heid in wederzijds te verstrekken informa tie voorkomt teleurstellingen; ook in het verdere verloop van het samenwerkings verband dient deze openheid, alsmede een juiste mate van wederzijdse inspraak in de bedrijfsvoering binnen de vestigingen en de organisatie van de keten, voorop te staan. Hierbij gaat het om andere kredieten dan het normale kortlopende leverancierskrediet. Vervolg van pagina 27 vonden die met 'sjajet' was omwonden. Het bleek dat sinds dertig a veertig jaren al le spaarpenningen in die kluwen waren 'gewonden'. Oude muntbiljetten waren to taal vergaan. Het totaal van deze spaarpot bedroeg ruim veertigduizend gulden, een enorm bedrag voor deze tijd. Dom? Wie herinnert zich niet de vele bank biljetten die in de aslade van kachels en fornuizen 'veilig opgeborgen' zijn ver brand, wanneer die apparaten in het najaar werden 'aangestoken'. De veilingen van de afdeling Naaldwijk der Vereeniging Westland werden aanvanke lijk gehouden in een zaal van Café Toren burg. De omzet nam zodanig toe dat het daar niet langer kón. Het op- en afsjouwen van manden en zakken langs een buiten trap ging doodeenvoudig niet meer. Aan de Haven werd daarom in het jaar 1900 een werkelijke veiling in gebruik genomen. Spoedig coöperatieve bank Voorzitter Verhagen - een krachtige figuur die misschien juist daardoor wel eens te ei gengereid optrad - trad in 1905 af. Hij struikelde over een, door hem te zelfstan dig genomen, beslissing om gelden te be leggen in effecten van de Nederlandsche Tramwegmaatschappij, wat nogal onge lukkig afliep. Jammer voor deze zeer inte gere man en een groot verlies voor de Ver eeniging. Uiteraard deden zich meerdere bestuurs- mutaties voor. Valentijn vertrok in 1 895. In zijn plaats kwam F. van den Andel. Van Deursen werd, toen hij 'boekhouder' werd, opgevolgd door W. Kuyvenhoven, maar v. d. Andel vertrok reeds in 1899 om te worden opgevolgd door Jb. van Duyn Ez. In de vakature Verhagen werd voorzien door de benoeming van J. M. Valstar. In de raad van toezicht werd J. Bikker (overleden in 1 897) opgevolgd door W. Lagerwey die in 1 900 plaats maakte voor K. v. d. Laan. Burgemeester Noorduyn die in 1 900 vertrok werd opgevolgd door J. J. Roels en in 1905 door S. Sweeris. Die mutaties verhinderden niet dat men de zakelijke lijn van de bank in het oog bleef houden. Derhalve werd in het begin van 1909 door bestuur en raad van toezicht aan de leden voorgesteld om de vereniging te reorganiseren. Men was in Naaldwijk, waar het tuinders- bedrijf zich zo sterk ontwikkelde, van me ning dat een coöperatieve spaar- en voor schotbank volgens het stelsel van Raiffei- sen méér in overeenstemming was met de eisen, die gesteld mochten worden aan het plattelandskrediet. Door de voorgestelde wijziging konden de belangen van de leden beter dan voorheen worden gediend. Daar^ bij legde ook het feit dat een centrum als de centrale bank het gemakkelijk maakte om tegen niet te hoge rente ruimschoots kre dieten te kunnen geven een belangrijk ge wicht in de schaal. Bij de centrale bank te Utrecht waren toen bijna driehonderd banken aangesloten. Door aansluiting daarbij kon de Voor schotbank goedkoper geld krijgen en dus ook uitzetten dan wanneer men zelfstandig zou blijven. Het bestuursvoorstel werd aangenomen; de Voorschotbank hield op te bestaan, om plaats te maken voor een coöperatieve bank, die op 23 april 1 909 werd opgericht en de naam kreeg van Coöperatieve Boe renleenbank 'De Voorschotbank' als blij vend eerbetoon aan hen die de kredietver lening in Naaldwijk 'van de grond hadden gekregen'. Tb Wordt vervolgd De oprichter van de bank: A. L. Verhagen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 31