30
fik
Franchising een alternatief
tal detailhandelsvestigingen (met inbegrip
van de ambulante handel) tot een franchi-
seketen.
De behaalde omzet
De totale omzet die door deze ketens is be
haald, kan voor 1980 geschat worden op
7,1 miljard guldens (inclusief BTW), het
geen neerkomt op 7,7 procent van de tota
le consumentenbestedingen bij de detail
handel.
De ouderdom van de ketens
De meeste ketens bestaan nog maar pas
enkele jaren. De gemiddelde 'leeftijd' van
de 1 10 ketens bedroeg in 1980 6,6 jaar.
Wanneer de 5 ketens die ouder waren dan
20 jaar buiten beschouwing worden gela
ten, dan daalt dit cijfer tot 5,3 jaar.
De omvang van de ketens
De gemiddelde keten telt 58 vestigingen.
Wanneer gekeken wordt naar de spreiding
van de ketens naar het aantal verkoop
plaatsen behorende tot de keten, dan blijkt
dat ruim 70 procent van het totaal aantal
verkoopplaatsen deel uitmaakt van slechts
22 ketens. Verder telt 53 van het aantal
ketens minder dan 20 verkoopplaatsen en
27% (30 ketens) zelfs minder dan 10.
De veronderstelde gelijkheid tussen groot
bedrijf en franchiseketen gaat dan ook in
lang niet alle gevallen op!
De branches waarin franchising
voorkomt
Franchising komt voor in vrijwel elke de
tailhandelsbranche, of het nu de voedings-
en genotmiddelen, de duurzame con
sumptiegoederen of de zogeheten overige
consumptiegoederen betreft. Veel ketens
komen we tegen in de detailhandel in:
- kaas en aanverwante produkten;
- kleding:
- wol, handwerk, stoffen;
- hout, ijzerwaren, doe-het-zelf-artikelen;
- meubelen, keukens e.d.;
- elektrotechnische artkelen.
Tevens komt franchising voor in de horeca
(snelbuffetten) en de ambachtelijke
dienstverlening (stomerijen etc.).
Franchising komt )nog niet voor in onder
meer de detailhandel in:
- vis en visprodukten;
- wild en gevogelte;
- dierenbenodigdheden en dierenvoedsel;
- optische artikelen.
Franchising en kredietverlening
Vanuit het bankbedrijf wordt met een
De Blokker-winkels zijn eveneens voorbeelden van franchise-zaken.
groeiende belangstelling gekeken naar de
in opkomst zijnde franchiseketens. Im
mers, op voorhand lijken de ondernemers
die zijn aangesloten bij dergelijke ketens
een zeer interessante groep van (potentië
le) bankcliënten te vormen, met het oog op
het verlenen van diensten, zoals het ver
schaffen van kredieten.
Met name dit laatste aspect roept interes
sante vragen op ten aanzien van de positie
die de franchisenemers en franchisegevers
zowel individueel of als groep innemen in
geval van kredietverlening, zoals:
kunnen er wellicht collectieve kredietre
gelingen worden getroffen voor de fran-
chise-organisaties ten behoeve van de on
dernemers, die behoren tot de keten(s);
is franchising van invloed op de krediet
waardigheid van de aangesloten onderne
mingen;
wie moet zorgen voor de nodige zeker
heden in geval van kredietverlening.
t Een eenvoudig antwoord op deze vragen
valt niet een, twee, drie te geven, omdat el
ke keten op zich genomen bekeken moet
worden. Wel kunnen enkele algemene,
maar daarom niet minder belangrijke,
kanttekeningen worden geplaatst:
De collectieve vraag
Kredietbehoefte die betrekking heeft op
meerdere of alle vestigingen binnen een
keten, zou in principe aanleiding kunnen
geven tot de vraag naar een collectief kre
diet door de gezamenlijke ondernemers. In
dat geval zouden de gezamenlijke onder
nemers ook als groep aanspreekbaar moe
ten zijn voor aflossings- en renteverplich
tingen. Daar de bank echter bij franchise
ketens te maken heeft met meerdere juri
disch zelfstandige ondernemingen, lijkt
het rechtskundig vastleggen van dergelijke
collectieve kredietcontracten een nauwe
lijks te realiseren affaire te worden.
Een collectieve kredietaanvraag en hono
rering daarvan zal dan ook in de praktijk
zelden plaatsvinden. Het lijkt eerder aan
nemelijk dat een dergelijke collectieve kre
dietbehoefte in de vorm van een individue
le kredietaanvraag door de franchisegever
bij de bank wordt geplaatst. In dat geval is
de franchisegever dé debiteur van de bank
die voor de zekerheden moet zorgen en op
wiens kredietwaardigheid de aanvraag
moet worden beoordeeld. Hetzelfde geldt
voor individuele kredietaanvragen door
franchisenemers; in dergelijke gevallen
moet de kredietwaardigheid van de desbe
treffende franchisenemer in ogenschouw
worden genomen.
Kredietwaardigheid
Gezien het bovenstaande kan in geval van
kredietverlening aan ondernemers binnen
een franchiseketen de beoordeling niet ge
baseerd zijn op een of andere 'collectieve
kredietwaardigheid'. Wel kan de vraag ge
steld worden of de desbetreffende onder
nemers door hun participeren in een fran
chiseketen kredietwaardiger zijn dan wan
neer zij niet in een dergelijk verband zou
den deelnemen.
De beantwoording hiervan hangt volledig
af van de commercieel-economische posi
tie die de keten inneemt. Aansluiting bij
een organisatie, die haar bestaansrecht
duidelijk bewezen heeft, zal ongetwijfeld
de kredietwaardigheid in beginsel doen
toenemen, maar of dit ook geldt voor een
zaak in tweedehands dameskleding, die
zich aansluit bij een franchiseketen, is toch
wel zeer de vraag.
Zekerheden
Zoals reeds gezegd, de zekerheden die ge
vraagd dienen te worden, moeten geba
seerd zijn op de commercieel-economi
sche positie van de afzonderlijke onderne
mer met wie de kredietovereenkomst
wordt aangegaan, alsmede op de omvang
van het te verstrekken krediet.
Daar waar de deelname in de franchiseke
ten als positief wordt ervaren, kunnen de
gevraagde zekerheden wellicht wat aange
past worden. Is dit niet het geval, of wan-