^Wat ons bezighoudt^
wob
EEN NIEUW GEZICHT;
EEN NIEUW GELUID?
Op 1 januari 1982 heeft dr. Duisenberg
zijn entree gemaakt als president van De
Nederlandsche Bank, nadat hij reeds enige
tijd als directeur bij de bank werkzaam was
geweest. In 1974 werd hij door het tijd
schrift Time als enige Nederlander ge
noemd bij een opsomming van personen,
afkomstig uit allerlei landen, die in de toe
komst belangrijke leiders in de wereld zou
den kunnen zijn.
Duisenberg, die in het bezit is van weten
schappelijke, politieke én bancaire erva
ring, is de derde bankpresident in de perio
de na de Tweede Wereldoorlog. Zijn beide
voorgangers, dr. Holtrop (1946-1967) en
dr. Zijlstra (1 967-1 981hebben op emi
nente wijze inhoud en vorm gegeven aan
het monetaire beleid en daardoor interna
tionale faam verworven. Zij hebben ernaar
gestreefd hun beleid consistent en volhar
dend te laten zijn: een vastberaden koers
zonder het gulzig binnenhalen van succes
sen op korte termijn.
Dat dit niet altijd een eenvoudige zaak was,
bleek de laatste jaren, waarin de Neder
landse economie werd gekenmerkt door
onevenwichtigheden op allerlei terrein,
waaronder het monetaire (hoge rente, aan
houdende inflatie, schommelende wissel
koersen). Dit impliceerde dat het monetai
re beleid meer in de aandacht kwam te
staan. Omdat de inzet op andere beleids
terreinen te wensen overliet, kwam er
daarnaast een onevenredige nadruk op het
monetaire beleid te liggen.
Zijlstra schreef in zijn laatste jaarverslag:
'Het monetaire beleid komt harder aan en
moet ook harder aankomen naar de mate
waarin het beleid op andere terreinen
faalt.' Dat is duidelijke taal.
Nu zich een wisseling van de wacht heeft
voltrokken aan het Amsterdamse Frede-
riksplein, zou men zich kunnen afvragen:
hoe 'hard' is het monetaire beleid? Zal de
nieuwe bankpresident, met een andere po
litieke achtergrond dan zijn voorganger
wél bereid zijn tot versoepeling? Zal de na
druk op het nastreven van een stabiel prijs
niveau en een harde gulden verminderen?
En zal het verkopen van goud en het door
de overheid lenen in het buitenland nu wel
aanvaardbaar worden geacht?
Het antwoord op deze vragen luidt: neen.
Een dergelijke koerswijziging ligt niet in de
lijn der verwachting. En dat is maar goed
ook. Want indien het aantreden van een
nieuwe president gepaard zou gaan met
het omgooien van het roer, zou er fikse
schade worden berokkend aan het ver
trouwen en de reputatie, die De Neder
landsche Bank de afgelopen decennia na
tionaal en internationaal heeft opge
bouwd. Door haar beleid consequent voort
te zetten, poogt de bank haar bijdrage te
leveren aan het economisch herstel. Hoge
rentestanden zijn daarbij onder omstan
digheden helaas onvermijdelijk. Onze ren
testanden zijn historisch gezien weliswaar
hoog, maar kunnen een internationale ver
gelijking goed doorstaan. De situatie met
betrekking tot onze inflatiegraad is soort
gelijk. De positie van de gulden is in het al
gemeen vrij sterk; een monetair beleid dat
daarop is gericht, is voor onze open econo
mie van groot belang.
Dit jaar mogen we - vooral ook gezien het
geraamde overschot op de lopende reke
ning van de betalingsbalans - verwachten,
dat het rentepeil zich gemiddeld genomen
op een wat lager niveau zal bevinden dan in
de afgelopen maanden. Voor zover moge
lijk, zal De Nederlandsche Bank dit niet be
lemmeren doch veeleer bevorderen. Dat
deed Zijlstra en dat zal Duisenberg ook
doen; een nieuw gezicht, maar geen nieuw
geluid!
Overigens: in de komende twee maanden
zal in dit blad uitvoerig op de doeleinden en
instrumenten van het monetaire beleid in
Nederland worden ingegaan.
ER IS VERSCHIL!
Kranteberichtjes brachten ons op de
hoogte: EG-commissaris F. Andriessen
opent de aanval op 'rentekartel van ban
ken'. Kartel betekent dan volgens Andries
sen, dat de banken gezamenlijk hun rente
tarieven vaststellen. En dat mag niet, om
dat het niet past in de concurrentiewetge-
ving van de EG.
Wij begrijpen dat Andriessen zich wil pro
fileren als een bestrijder van regels en af
spraken, die een gezonde mededinging
beperken. Dat is het terrein, dat hij bij zijn
intrede in de EG-commissie in zijn porte
feuille meegekregen heeft. Maar zijn in
Londen gedane uitspraken, doen ons hier
in Nederland toch wel met de ogen knippe
ren! Ze komen bij ons niet geheel door
dacht en ten minste onvoldoende genuan
ceerd over. Had Andriessen de beweging
van de rentetarieven in Nederland gevolgd,
had hij vorig jaar de tarieven van de Rabo-
banken nauwlettend vergeleken met die
van andere banken, dan zou hij het woord
'rentekartel' binnen de omheining van zijn
tanden hebben gehouden. Zelfs het optre
den van Roparco had hem tot prudentie
kunnen manen.
Van een kartel tussen banken om de rente
door onderlinge afspraken kunstmatig op
een door hen gewenst niveau te houden, is
in ons land geen sprake. Ook een 'Konzer
tierte Aktion', een Duitse EG-term die An
driessen ongetwijfeld door het hoofd
speelt, is op dit gebied bij ons niet te vin
den. Die Duitse term geeft veel beter dan
de Nederlandse vertaling 'een onderling
feitelijk afgestemde gedraging' venijnig
aan datgene, wat de EG terecht wil voorko
men: opzetjes om het vrije handelsverkeer
te belemmeren.
Op het gebied van de rente zijn de Neder
landse banken noch door een kartel noch
door afspraken aan elkaar gebonden. Een
uitzondering betreft de rente van privére-
keningen, maar dat heeft een alleszins ho
norabele, haast historische, achtergrond,
waarbij ook De Nederlandsche Bank en de
PCGD indertijd waren betrokken.
Wie ongenuanceerde beschuldigingen
over 'opzetjes' in het bankbedrijf uit, zal
spoedig merken dat de geld- en financie
ringswereld met zijn tarieven en diensten
soms heel andere normen moet gehoorza
men dan het goederenverkeer. Hij zal
vroeg of laat ook ontwaren, dat de kosten
factoren die de basis voor de tariefering
vormen, voor alle banken in grote mate ge
lijk zijn. Met Andriessen zullen wij een
'standarisering' van de banksector binnen
de EG toejuichen, maar zolang de daarvoor
onontbeerlijke monetaire unie nog niet
verwezenlijkt is, gaat het in ieder geval niet
aan de banksector op mededinging na te
meten met een die voor het goederenver
keer is toegesneden. Wij hopen, dat An-