Franchising:
een alternatief in
samenwerking
Samenwerking tussen
ondernemers is een vertrouwd
verschijnsel. Sedert jaar en dag
wordt in de industrie, de
groothandel en de detailhandel
door ondernemers met elkaar
samengewerkt.
Naast de bekende vormen van
commerciële samenwerking op
detailhandelsniveau - het
vrijwillig filiaalbedrijf en de
winkeliersinkoopvereniging -
heeft zich op dit niveau in de
afgelopen jaren een nog jonge
vorm zeer duidelijk
gemanifesteerd, te weten
'franchising'.
Wat is nu franchising?
Welke vormen van franchising
zijn er?
Wat zijn de voor- en nadelen
ervan?
Hoeveel franchiseketens zijn er?
Hoeveel wordt er door die
ketens omgezet?
Welke betekenis heeft
franchising voor de financiering
van de aangesloten bedrijven?
Deze en nog andere
vraagpunten zullen in dit
artikel achtereenvolgens aan
de orde komen.
Drs. F. Pleijster is wetenschappelijk medewerker bij het Economisch Insti
tuut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM). Hij is de auteur van het in de
cember 1981 uitgekomen rapport 'Franchising in de detailhandel, deel I',
welk rapport is gebaseerd op een enquête door het Hoofdbedrijfschap De
tailhandel (HBD) bij onder meer 110 franchiseketens in de detailhandel.
In dit artikel komen enkele hoofdlijnen van dit rapport aan de orde. Het vol
ledige rapport kan besteld worden bij het EIM, Antwoordnummer 607,
2500 XP 's-Gravenhage, telefoon (070) 24 53 50, prijs f30,-.
Ook veeI HUBO-zaken behoren tot een franchise-keten.
Drs. F. Pleijster
wetenschappelijk
medewerker bij het
Economisch Instituut
voor het Midden- en
Kleinbedrijf (EIM)
Wat is franchising?
Het Economisch Instituut voor het Mid
den- en Kleinbedrijf (EIM) omschrijft het
verschijnsel 'franchising' als volgt:
'Er is sprake van franchising wanneer door
een initiatiefnemer (de franchisegever) een
samenwerkingsovereenkomst wordt aan
gegaan met één of meer zelfstandige on
dernemers (de franchisenemers), waarbij
de initiatiefnemer het recht verleent een
bepaald door hem ontwikkeld of gebruikt
exclusief exploitatiesysteem toe te passen
aan de andere partij, die zich daartoe tevens
verbindt. De samenwerking is erop gericht
te resulteren in de vorming of uitbreiding
van een keten van verkooppunten met een
voor de consument herkenbare uniforme
formule.'
Deze uitgebreide omschrijving vereist wel
enige toelichting:
de initiatiefnemer kan zowel een fabri
kant, een grossier als een detaillist zijn;
het exclusieve exploitatiesysteem heeft
normaliter betrekking op de afzet van goe
deren en/of diensten op consumentenni
veau (detailhandel, horeca, consumenten
verzorgend ambacht);
het systeem omvat veelal een bepaalde
winkelinrichting, assortimentssamenstel
ling, een handelsnaam, een embleem, een
bepaalde vormgeving van het exterieur,
een specifieke verkoop- of dienstverle
ningsmethode, een bepaalde wijze van
verkoopbevordering etc.;
de keten van verkooppunten wordt ge
vormd door vestigingen van franchisene
mers en in de meeste gevallen ook vesti-