Uit onze historie
Op naar de Voorschotbank
De vorige keer, in het novembernummer van 1981, heeft Terug blik-
ker bij zijn beschrijving van de coöperatieve banken in de omgeving
van de Waterweg de bank in Poeldijk onder de loep genomen. Nu
wordt teruggegaan naar Naaldwijk en de Voorschotbank besproken
die eerst geen coöperatieve, maar een gewone vereniging was.
Coöperatieve banken in de omgeving van de Waterweg (vervolg)
i
Einde aan woekerpraktijken
Er moest heel wat water door de Waterweg
stromen voordat zelfs maar een begin ge
maakt kon worden met het verlenen van -
wat wij noemen - landbouwkredieten in
Naaldwijk.
Uit het gedenkboek '40 jaren Boerenleen
bank' (1896-1936) aangeboden door de
Coöperatieve Boerenleenbank 'De Voor
schotbank' te Naaldwijk (samengesteld
door A. J. Hartman) komen wij het voorspel
tot de oprichting in 1909 te weten.
Dat voorspel is een hoofdstuk apart en be
gint reeds omstreeks 1 890.
De afdeling Naaldwijk van de al eerder ge
noemde veilingvereniging Westland werd
sedert haar oprichting in 1 890 geleid door
de heer A. L. Verhagen, een krachtige per
soonlijkheid die in het Westland zeer
geacht werd.
Op instigatie van het hoofdbestuur der
Vereeniging Westland bracht hij in een
vergadering van de 'Veiling' het nut van
kredietverlening door kredietinstellingen
ter sprake. Het was nu genoegzaam be
kend dat landbouwkredietinstellingen
werden opgericht om aan woekerpraktij
ken van particuliere geldverstrekkers een
eind te maken.
Als eerste resultaat van deze suggestie
werd in het najaar van 1894 in Naaldwijk
een commissie benoemd, gevormd door
J. A. Valentijn (directeur van het postkan
toor) en R. A. van Deursen (gemeentese
cretaris) met als opdracht te trachten een
Volkskredietbank op te richten. Het verbe
teren van het landbouwkrediet door een
voudige en goedkope kredietverlening was
zeer noodzakelijk. Dat werd ook reeds in
gezien door het hoofdbestuur van de
Maatschappij tot Nut van het Algemeen
dat reeds conceptstatuten had laten ont
werpen voor Volkskredietbanken, zowel
werkend volgens een coöperatief stelsel
als volgens de wet op het Recht van Vere
niging en Vergadering van 1855. Tussen
beide 'stelsels' bestaat juridisch een inder
daad groot verschil, dat tot voor enkele ja
ren nog heel duidelijk tot uiting kwam in de
juridische vorm van de plaatselijke banken,
die óf bij Eindhoven óf bij Utrecht waren
aangesloten. In de praktijk was dat verschil
overigens niet zo heel erg groot.
De Maatschappij tot Nut van het Algemeen