Rotterdams havengebiec Geen woorden maar daden. Dat was niet alleen het devies waarmee het eerste elftal van Feijenoord, nu al weer heel wat jaartjes geleden, de Europa Cup in de wacht sleepte, maar is eigenlijk dé lijfspreuk van heel Rotterdam. itorrEfkDAM.W, Rotterdammers worden vaak gekarak teriseerd als 'harde werkers zonder kap sones'. Het zal inderdaad mede door de ze eigenschap geweest zijn, dat zij er in zijn geslaagd van hun stad de grootste haven van de wereld te maken. Mede, want de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Rotterdam ook is gezegend met een uiterst gunstige ligging: aan de monding van Maas en Rijn, de drukst bevaren ri vier van Europa, en via de Nieuwe Wa terweg aan de Noordzee, de drukst be varen zee op onze aardbol. De cijfers spreken voor zich, de Rotterdamse ha ven met een goederenomzet van 300 miljoen ton in 1 979 steekt ver uit boven de naaste concurrenten. Eerst volgen de Japanse havensteden Kobe (148 mil joen ton) en Yokohama (124 miljoen). Dan pas New York (112 miljoen) dat eens de grootste haven was. Vissersplaats Wanneer is het allemaal begonnen? Voor de beantwoording van die vraag moeten we ver in de geschiedenis terug. Rond het jaar 1 270 werd in het riviertje de Rotte, die uitstroomde in wat thans de Nieuwe Maas heet, een dam gelegd. Daar aan de delta monding van Rijn en Maas, ontstond het hart van de Rotterdamse bedrijvigheid. In die begintijd betekende de scheepvaart nog niet zoveel en was Rotterdam, net als de meeste dorpjes en stadjes aan de bene den-Maas, niet meer dan een kleine vis sersplaats. Vis was het belangrijkste voed sel in die tijd. En er was heel wat van nodig om met name de talrijke kloosters in de buurt mee te voorzien. Die vis moest aan gevoerd worden. Dat gebeurde met sche pen en daaruit groeide op bescheiden schaal de vrachtvaart. Door deze vracht vaart kwamen langzaam maar zeker kleine stadjes, zoals Den Briel, Vlaardingen, Schiedam en natuurlijk ook Rotterdam tot bloei. De vrachtvaart werd voor Rotterdam nog vóór het jaar 1400 al van grotere bete kenis dan de visserij. In de tweede helft van de zestiende eeuw begon men zich er goed bewust van te worden, dat Rotterdam nog veel sterker van handel en scheepvaart zou kunnen profiteren. Daarom werd begonnen met een uitbouw van de haven, die met name door Johan van Oldenbarnevelt, Hollands later zo verguisde en terechtgestelde raadspensionaris, sterk werd gestimu leerd. Dit werk werd in 1620 voltooid en vanaf dat moment was Rotterdam een voor die tijd moderne zeehaven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 16