t
11
Binnen de perken geen
beperking
Rotterdam, New York,
etc.
Met elkaar
stagneren. Daarmee is ook bereikt, dat
onze banken in een tijd van krapte toch
via de RHB vele cliënten hebben kunnen
bedienen. Dat is hun eigen markt geble
ven. Bovendien hebben we op deze wij
ze in die jaren van oplopende rente veel
meer cliënten op een rente van vijfjaar
vast kunnen houden dan zonder RHB
gelukt zou zijn. Dit geheel is in mijn ogen
een magnifiek instrument voor onze
aangesloten banken gebleken.'
'De hoge tarieven hebben het sparen be
vorderd en aantrekkelijker gemaakt. Geïn
vesteerd wordt er minder, ook het kopen
van een eigen woning met een zo hoog
mogelijke financiering - een vorm van spa
ren achteraf - is teruggelopen. Voor veel
mensen is het sparen vooraf aantrekkelij
ker geworden. Het zou me overigens niet
verbazen als we het dieptepunt in de wo
ningmarkt ongeveer gehad blijken te heb
ben. Er wordt veel minder gebouwd in de
vrije sector en het aantal woningen dat er
nog boven de markt hangt zal op een gege
ven ogenblik ook verdwenen zijn. Laten we
hopen dat de woningmarkt niet verder be
dreigd wordt door verdere beperkingen
van rente-aftrek.'
'Het is waar, dat we aan een organisatie als
de onze voortdurend sleutelen, verande
ringen aanbrengen om te verbeteren. We
zullen thans met name de contouren aan
de taakafbakening tussen de zelfstandige
plaatselijke banken en Rabobank Neder
land scherper moeten tekenen. Het is ge
wenst wat hardere afspraken met elkaar te
maken en ook de verantwoordelijkheden
wat duidelijker te leggen. We denken daar
bij aan de zogenaamde goedkeuringsrege
ling van kredieten en leningen boven een
bepaald grensbedrag. Op een aantal pun
ten moeten we wat minder vrijblijvend met
elkaar omspringen. Ik verwacht dat deze
materie in de voorjaarskringvergaderingen
en de Centrale Kringvergaderingen in be
spreking zal komen.'
'Kostendrukken' is overal in het bedrijfsle
ven en ook bij ons een bekende aanmaning.
Lardinois weet dat hij op dit gebied bij Rabo
bank Nederland een zekere faam aan het
maken is en a/s we hem dat vertellen zegt hij
lachend: 'Ja, één moet de kachel aanma
ken.' En dan vervolgt hij ernstiger: 'Kijk, het
gaat er niet om dat onze kosten dalen,
maar of we klaar krijgen dat ze minder stij
gen. Ik verwacht in 1982 een kostenstij
ging die ondanks alles nog steeds om en
nabij de 10% ligt, al zullen we heus geen
loonronde van 10 krijgen. Natuurlijk gun
ook ik onze mensen, die zich voor de zaak
inzetten, een behoorlijk inkomen, maar we
moeten wel op de stijging van de loonkos
ten letten: dat wil zeggen het volume ervan
bewaken. Een exacte prognose van de kos
tenstijging kan ik momenteel nog niet ge
ven, maar het ziet er wel naar uit dat we in
1 982 weer met meer mensen zullen wer
ken. De 'formatie' hopen we ongeveer op
hetzelfde peil te houden, maar zoals be
kend is er verschil tussen formatie en het
aantal werkelijke mensen dat in dienst is.'
'De kwestie van de Centrale Onderne
mingsraad (COR) komt misschien dit na
jaar weer ter tafel, maar het kan ook wel
voorjaar '83 worden. Ik weet dat niet pre
cies. Die Wet op de OR en ook de Wet op
de Medezeggenschap is niet geschreven
op ons coöperatieve bedrijfsmodel. Aan de
andere kant is duidelijk dat we in deze tijd
niet om zulke onderwerpen heen kunnen.
De manier waarop is echter vanuit onze
structuur heel moeilijk. Te meer nog - en
daar is men bij ons heel gevoelig voor -
omdat we die eigen structuur, denk maar
aan de verhouding aangesloten banken tot
centrale bank, niet wezenlijk willen laten
beïnvloeden door wettelijke maatregelen,
die voor een heel ander doel gegeven
zijn. Kortom, we zijn er naar op zoek om
binnen onze eigen structuur een stuk me
dezeggenschap van onze eigen mensen te
construeren dat adequaat is voor de jaren
tachtig van deze eeuw.'
In januari wordt het kantoor van Rabobank
Nederland in Rotterdam geopend. Anders
dan het kleine kantoortje dat wij er eerst
hadden, zal dat onze aanwezigheid in deze
internationale haven duidelijker doen uitko
men. Ik zie dat als een logische tussen
schakel in onze ontwikkeling in binnen-
en buitenland. Het is absoluut noodzakelijk
voor ons als Rabobank Nederland een ves
tiging in de Rotterdamse regio te hebben
om onze contacten in het internationale
bedrijfsleven te verzorgen. Die ruimte kan
door onze plaatselijke banken in de Rijn
mond nog niet opgevuld worden.
In New York is de ontwikkeling goed op
gang gekomen. Er werken daar in onze
vestiging al bijna 60 mensen. En dit jaar
komt er een verdere aanvulling met zo'n 10
a 1 5 man. Dan kan het kantoor zijn volledi
ge taak aan. Kosten en opbrengsten zijn
nog niet in evenwicht, maar dat was ver
wacht. Zo'n nieuw bedrijf brengt immers
wel altijd mee, dat je er het eerste jaar geld
in steekt. In het tweede jaar moet het zich
ongeveer zelf kunnen bedruipen. Later
moet er winst gemaakt worden. Ons stand
punt is altijd geweest dat we die Ameri
kaanse activiteit verder ontwikkelen op de
positieve resultaten, die daar na verloop
van tijd worden bereikt.'
'Wat eventuele vestigingen in Europa be
treft hopen we dit jaar met voorstellen tot
enkele initiatieven te komen. Overigens
ook hier geen overhaasting. Wij streven
niet naar internationalisatie als doel in
zichzelf, maar willen ons in het buitenland
ontwikkelen ten bate van onze binnenland
se bankorganisatie. Voor ons is buitenland
een verlengstuk van ons binnenland-be
drijf. Daar past ook bij dat ons buitenland-
bedrijf zich geleidelijk ontwikkelt ten op
zichte van ons kernbedrijf. Al jaren stijgt
het volume van 'buitenland' met zo'n 1
per jaar ten opzichte van het totaal. In
1 981 zal het iets meer geweest zijn dan in
1 980, dat komt dan voornamelijk door de
dollar-gulden-ontwikkelingen. Belangrijk
is dat we bij de opbouw van het buiten
land-bedrijf de beschikking hebben over
de goede en de juiste mensen. Die moeten
we ook voor een deel kunnen leveren uit de
eigen gelederen: mensen die de eigen or
ganisatie van nabij kennen en vandaar uit
invloed kunnen hebben op de mentaliteit
van de nieuwkomers in een buitenlands
kantoor.'
Lardinois zit natuurlijk met zijn positie 'mid
den in de stroom'. Dat hij niet probeert
stroomopwaarts te zwemmen, wil er bij ons
niet in. Hijzelf corrigeert zijn aanvankelijke
bewering dan ook royaal en vlot: 'Goed, ik
probeer niet gewoon me door de stroom
mee te laten voeren; ik tracht ook een eigen
accent te geven. De ene keer is dat makke
lijker dan de andere.'
Heeft hij nog een boodschap? 'Naar mijn
mening wordt 1 982 geen gemakkelijk jaar.
Maar aan de cohesie in onze organisatie
hoeven we niet te twijfelen; we zullen op
een aantal wezenlijke punten verder kun
nen komen. We staan immers niet met de
rug tegen de muur. Integendeel, het is voor
ons een uitdaging om juist in zo'n moeilijk
jaar - ik denk hier ook met name aan het
bedrijfsleven dat door ons wordt gefinan
cierd - met elkaar de kar te kunnen trek
ken. Ik ben ervan overtuigd, dat ons dat
best zal lukken.' JRH