Schaduw en mogelijk wat licht EG: hoofdzaak van bijzaken onderscheiden! Verder sleutelen Lardinois over moeilijk 1982 boden. Ik aarzel daarop in te gaan. Het is in ieder geval een fors bedrag. Dat is aan onze leden ten goede gekomen!' Lardinois heeft in het afgelopen jaar het exorbitant hoge renteniveau veie malen fel gehekeld. Er zit momenteel een zekere da ling in de lucht. Wat gaat de rente doen? 'Positieve factoren voor rentedaling zijn de internationale ontwikkeling, de revaluatie van de gulden en ook het grote overschot op onze lopende rekening. Ik vrees echter, dat de omvang van het financieringstekort van de overheid van die positieve invoeden niet veel over zal laten. Wel zal dat tekort misschien door het grote overschot op de lopende rekening iets gemakkelijker gefi nancierd kunnen worden.' Ons beleid is erop gericht geweest een dempende, in plaats van stimulerende in vloed op het renteniveau uit te oefenen. Voor zover het toevallige verschijnselen op de markt betreft, kunnen we soms iets aan de rentebeweging doen, maar wij hebben geen 'grip' op de echt structurele invloe den, die de hoogte van de rente bepalen.' 'De structuur bindt ook ons, maar er is in ons land geen 'rentekartel'. Daar ben ikook tegen. Wat wel bestaat is een gestructu reerd overleg met De Nederlandsche Bank, waarbij deze natuurlijk ruimte laat aan het bankwezen, maar aan de andere kant op treedt als hoeder van het algemeen belang. Aan het financieringstekort van de over heid kunnen we ook zo goed als nietsdoen: behalve zo goed mogelijk te draaien, dan krijgt de overheid immers als enige uit ons bedrijf een heel belangrijke winstdeling!' 'Ik ben geen pessimist, als ik voor ons land naar de toekomst kijk. Alleen die werkloos heid zie ik niet optimistisch. We zullen hem wel te boven komen, maar dat is geen kwestie van twee of driejaar. Alleen als we een echt gericht beleid gaan voeren, de moed opbrengen de tering naar de nering- te zetten, dan geloof ik dat we in ons land in een aantal jaren de werkloosheid naar be neden kunnen drukken. Maar dat zal niet gemakkelijk zijn!' 'Het wel gehoorde pleit voor meer mone taire financiering van de enorme over heidstekorten wijs ik af. Als we op die weg blijven doorhollen, gaat het van kwaad tot erger. Ik weet dat er wordt gewezen op de positieve betalingsbalans, die we volgend jaar verwachten en dat de in wezen tijdelij ke extra inkomsten uit het aardgas als ar gument aangehaald worden. Toch ben ik er van overtuigd, dat we met meer mone taire financiering in zeer gevaarlijk vaarwa ter komen.' Op het jaarcongres van de Europese Bewe ging waarschuwde Lardinois ervoor dat het Europese ideaal duidelijk van binnenuit aan het verschrompelen is. Ook een gezond li chaam kan met een stuk verzieking te ma ken krijgen, is zijn gedachte. 'Aan de EG doen we alleen recht door haar totale waarde te beoordelen. Kijk dan naar haar werking op de handelsstromen! Daar gaat het om! Het gaat er niet om of enig land een positief of negatief saldo aan de EG overhoudt. Dat is bijzaak, relatief onbelangrijk. Die bijzaak wordt echter te genwoordig veel te veel in de politieke sfeer getrokken. In Engeland is het buiten proporties belangrijk geworden in de poli tieke discussies. Het is politiek relevant ge worden door al het geschrijf erover. Om echt de voor- en nadelen van de EG voor een land te beoordelen, moetje niet alleen naar het topje van de ijsberg (positief of na delig saldo) kijken, maar naar de 90% die onder dit topje zit. Daar komt het op aan. Het feit dat mede dank zij de EG een land als het onze een export aan landbouwpro- dukten kon verwezenlijken van 40 miljard gulden is veel belangrijker dan dat we één miljard gulden netto uitbetaald krijgen of een miljard extra moeten opbrengen! Voor andere landen ligt dat in wezen precies eender.' 'Ik vind het te sterk om te zeggen, dat de EG nu door binnenlandse politieke tegenstel lingen dreigt onder te gaan, maar ik zie wel een zekere verzieking: de politiek maakt van bijzaken een hoofdzaak. De publieke opinie kan ook in verwarring raken door al die publiciteit, die de hele EG meer een negatief dan een positief imago heeft ge geven. Dat gebeurt heel dikwijls ten on rechte.' 'De zuivelsector heeft een zware last op het reilen en zeilen van de Europese land bouwpolitiek gelegd. Er is echter een ont wikkeling ten goede, met name doordat de produktieuitbreiding de laatste paar jaar sterk is gematigd. Daarbij is ook de wereld markt voor zuivelprodukten een stuk beter geworden. Ik wil niet zeggen dat dit onver anderd zo zal blijven, maar ik verwacht wel voor de jaren tachtig een gezondere we- reldzuivelmarkt dan we gemiddeld de laat ste 20 jaar gekend hebben. De stijging van de wereldbevolking en de stijging van de levensstandaard in grote delen van de we reld ondersteunen mijns inziens die trend.' Na tien jaar fusie is onze organisatie een ho mogeen, goeddraaiend geheel. Dynamiek zit er echter altijd in. Steeds moet er al naar gelang de omstandigheden aan gesleuteld worden, veranderd en verbeterd. Is zo'n gro te organisatie, waarin zo vele en zo grote fi nanciële belangen samenkomen, beheers baar? Bij dat woord denk je vanzelf aan Zijl stra, die altijd hamert op de 'beheersbaar heid'van de overheidsfinanciën, getuige zijn bekende 'Zijlstra-norm'. Lardinois begint bedachtzaam: 'Ik geloof dat wij in het algemeen met een ruime zekerheidsmarge opereren. Die marge is ook nog ruim aanwezig; in ieder geval binnen onze organisatie. Maar er zijn ook tal van invloeden die van buiten op je afkomen en die de ruimte van onze marge kunnen aantasten. De 'omgekeerde' geld markt heeft om een voorbeeld te noemen ongetwijfeld littekens nagelaten. Met dat soort invloeden moeten we rekening hou den en die stellen vaak hoge eisen aan de scherpte van onze bancaire opstelling.' 'Tot op zekere hoogte vereist momenteel ook de balansstructuur enige extFa aan dacht: veel korte middelen, waar tegen over wat te weinig korte kredietverlening staat. Aan de andere kant wordt die zorg gecompenseerd door de buitengewone flexibiliteit van ons leningenbestand. Dat is beslist een mooi systeem. 'Toen de groei van de Rabohypotheek- bank op het einde van de jaren '70 ex plosief werd, kregen we weerstand van de aangesloten banken,-die daarin een gevaar voor eigen groei zagen. Was het niet beter, zo werd gezegd, middelen van buiten aan te trekken en die over de aangesloten banken te verdelen, in plaats van ze te gebruiken in de Rabohy- potheekbank? Wij hebben ons daarte gen toen verzet, thans zien we dat de aangesloten banken veel meer ruimte krijgen voor eigen uitzettingen omdat ze nu die RHB-posten bij 'vernieuwing' na vijfjaar kunnen terugnemen. In de RHB hebben we een reservoir opgebouwd voor een eigen uitzettingenbeleid voor een periode waarin juist die uitzettingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1982 | | pagina 10