De moties zijn tot hun recht gekomen! Geen eenzijdig accent op het centrale, maar wei passende begeleiding voor het lokale. De kringen en de Centrale Kringvergadering hebben een bloei beleefd als nooit tevoren. Er is ook neen gezegd: het eerste Structuur rapport dat te 'integrationalistischwerd be vonden en pas nog het terugverwijzen van het COR-rapport. Op zichzelf gezonde ver schijnselen. En wie denkt aan wat er alle maal binnen onze organisatie aan steun en advisering gedaan wordt, zal over de bege leiding niet klagen! Implosief naar binnen, explosief naar buiten. Dat was het effect van de krachten, die door de fusie vrijkwa- men. Achteraf gezien was het moment ge lukkig: we hadden nog net de tijd mee en konden die krachten volop aanwenden. De fusie had wel tien jaar eerder gekund, maar niet veel later moeten plaatsvinden. Implosief raakte het de hele structuur van onze interne organisatie en zeker ook de technische kant van ons bankwerk. Com missies van 12 en van 24 togen aan de slag en toen kwam in al zijn schakeringen de 'harmonisatie'. Een lief woordje, maar het heeft ook pijn gedaan! Mensen hebben moeten 'afzien als een topsporter' en zelfs persoonlijk een offer voor het goede doel moeten brengen. Maar het is gelukt en toen al ras bleek dat de implosie geen interne chaos bewerkte, kregen we vooral oog voor de enorme mogelijkheden die de samenge bundelde krachten openden. Dat uitte zich als een vertraagde implosie in de rapportenperiode. In '76 en '80 rappor teerde de Structuurcommissie en in '78 haar subcommissie-Van Maldegem. Be leidsplanning, hoe vreemd keken we daar eerst niet tegenaan? 'Geen heilige koe' van maken, waarschuwde het allereerste plan. Maar hoe vanzelfsprekend bezien we die planning thans! Ledenaansprakelijkheid, kruiselingse garantieregeling, ze zijn diep gaand besproken en we zijn er uitgekomen. Misschien geen direct uitvloeisel van de fu sie, maar we zijn wel duidelijk door het ge slaagde samengaan geïnspireerd om ook dergelijke heel moeilijke zaken te durven aanpakken. Naar buiten toe is er teveel om op te noemen, waarin we doorwerking van de 'getemde' explosieve krach- ten, die bij de fusie vrijkwamen, kunnen be speuren. Verhage noemt het balanstotaal van f 18,3 miljard dat de beide organisaties op 30 juni 1970 vertoonden. Elf jaar later op dezelfde dag is dat gegroeid tot f 107,5 mil jard! Verdere groeicijfers laat ik rusten, maar duidelijk is dat de Rabobank zich in die tien jaar tot een zeer brede bank heeft ontplooid. Zonder fusie zou het plaatje er beslist heel anders hebben uitgezien. Door de fusie werd als het ware een hek opengestoten - ook mentaal - waardoor we over de dam in een nieuwe ruimte kwamen. Voor nieuwe technieken - marketing, bud get- en managementsbeleid, opleiding enz. - kwam emplooi, ze waren nodig om ons alsmaar expanderende bedrijf in gezonde banen te leiden. De al genoemde 'Beleids planning was ook daarom geen heilige koe, omdat ermee geploegd moest worden. 'Ra bobank' werd in vele opzichten een nieuw begrip: een brede bank, die zich tot het hele scala van bedrijfscliënten en particulieren richt. Nieuw, maar we probeerden ook een mo derne inhoud te geven aan intenties die ons vanouds voor ogen stonden. Ik denk bijvoor beeld aan het bankadviseurs-project. Een ei gentijdse benadering, die een uitweg wijst uit het bos van het onpersoonlijke, waarin onze tijd ons heeft gebracht en waarin ook wij ons juist door onze grootte en de, hoe ook bestreden, onvermijdelijk lijkende bureau cratie opgesloten gingen voelen. In die zin is ook de automatisering met veel kracht aan gepakt: het moet en het is heilzaam, maar nooit doel in zichzelf. We hebben er zelfs een 'sociaal statuut' aan gewijd. Het sociale be leid kwam trouwens toch volop in de aan dacht: eerst via de 'harmonisatie', later in 1976 kregen we het rapport 'Aanbevelin gen sociaal beleid Rabobankenen de huidi ge Commissie Arbeidsverhoudingen heeft, zoals we gemerkt hebben, al het een en an der van zich laten horen. Nog twee dingen haal ik uit de veelheid naar voren. Ze zijn typisch voor het fusie-effect: één plus één is meer dan dan twee. Het eer ste is de aanvankelijk omstreden regionali satie. De huidige negen regio's met hun kantoren belichamen precies de inhoud van de beide fusiemoties. Voor hun deel hebben zij het accent verlegd van het centrale naar het lokale; de afstand met de plaatselijke banken werd verkleind, wat bevruchtend op het zelf-doen van die banken werkte. Maar tegelijkertijd is de gewenste begeleiding sterk verbeterd, juist omdat zij op de banken uit de regio kon worden toegesneden. Wie wil mag de regionalisatie als een contra-ten dens bestempelen in ons grote fusie-avon tuur, voor mij past ze juist bij ónze fusie! Als tweede noem ik ten slotte de buiten landse activiteiten. Zeker hier brak de fusie het hele hek van de dam. Doordat de gren zen tussen de beide oude organisaties weg vielen, zagen wij scherp dat deze hun terrein eigenlijk altijd door de nationale grenzen be sloten hadden gevoeld. De nieuwe ruimte, die door de fusie geopend werd, maakte dat we ook internationaal aan de slag wilden. Dat was geen gekunsteld verlangen, maar eenvoudige noodzaak, omdat handel en ver keer van onze cliënten en eigen bankzaken al meer ook internationaal verweven raak ten. Het feit, dat we nu met eigen mensen en kantoren inCuracao, Frankforten New York hard bezig zijn, heeft psychologisch alles te maken met het besluit tot samengaan van tien jaar geleden! f—Het lijkt een success-story. Dat mag voor een keer; ten slotte is de fusie deze maand jarig! Niemand zal me ook bestrijden, dat onze fusie over de hele li nie genomen voorbeeldig heeft uitgewerkt. Achteraf kunnen we ons daar nog over ver bazen, vooral omdat dat het werk van zeer, zeer velen is geweest. Maar vergeet niet dat de problemen en zor gen, die we tegenkwamen, ook in talen om vang zijn gegroeid. Liquiditeit en rentabili teit eisten voortdurend nauwgezette aan dacht. Niet voor niets is 'zorg voor de conti nuïteit' een huishoudwoord geworden. En dan bedoelen wij de continuïteit van eigen bedrijf en van de behartiging van de ons toe vertrouwde belangen, van cliënten en ook van onze werknemers. De jaren van zeer hoge rentestanden stelden ons telkens voorde vraag, hoe debet- en cre ditrentetarieven zo billijk mogelijk vast te stellen. Naar onze leden toe worstelen we met het probleem van een goede eigentijdse ledenbinding. Zie de briefwisseling in dit nummer. En, even begrijpelijk als actueel, ook wij worden thans geconfronteerd met de moeilijke omstandigheden, waarin ook een deel van onze cliënten en leden zijn ko men te verkeren. Mertens wijst aan het be gin van dit nummer al op de toenemende probleemfinancieringen. Maar, net als hij vóór de fusie gedaan zou hebben, spreekt hij ook nu van een 'menselijke wijze' van be handeling. Dit coöperatieve trekje is onver anderd! De economische toekomst ziet er veel min der rooskleurig uit dan tien jaar geleden. In dat opzicht zullen onze banken aan zwaar weer het hoofd moeten bieden. Dat zal kun nen ook, want onze vermogenspositie is ste vig en in alle opzichten gezond. Resultaat van onze zorgvuldige aandacht voor de con tinuïteit. Maar vraag me niet of dat dank zij of ondanks de fusie is gelukt, want. ik denk dat we daarmee in wezen al in 1898 zijn be gonnen. En reken erop dat we er in die geest volgend jaar mee door moeten gaan! Goede wensen daarvoor en voor zoveel meer dat ons a/s Rabomensen ter harte gaat. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 5