Geld- en
kapitaalmarkt
38
In november vonden op de valutamarkt geen opvallende
gebeurtenissen plaats. De koers van de dollar die dit jaar
werd gekenmerkt door aanmerkelijke fluctuaties, gaf in
deze maand ondanks de voortdurende rentedaling in de
Verenigde Staten geen krimp. De rentedaling kwam
slechts mondjesmaat in de tarieven van onze Oosterburen
tot uitdrukking. De valutaire positie van de mark maakte
het West-Duitsland onmogelijk de internationale renteda
ling volledig te volgen. Na de herschikking in het EMS be
gin oktober kwam de mark namelijk met de gulden in de
onderste regionen van het stelsel te vertoeven. In tegen
stelling tot de mark, herstelde de gulden zich vrij snel.
Hoewel de positie van de gulden het volgen van de inter
nationale rentedaling dus niet in de weg stond, duurde het
toch nog tot de tweede week van november alvorens de
buitenlandse rente-ontwikkeling haar weerslag vond in de
Nederlandse geldmarkttarieven. Het omvangrijke geld
markttekort (circa f 6V2 miljard) vormde tot dan toe name
lijk een belemmering. In de genoemde week daalde het
geldmarkttekort met liefst f 1,9 miljard. Niet alleen de da
lende bankbiljettencirculatie en het wederom verslechte
rende schatkistsaldo waren daaraan debet, doch ook de
contante interventies op de valutamarkt door De Neder-
landsche Bank. De aankoop van deviezen door de Bank
bedroeg in de eerste helft van november naar schatting
f 1,7 miljard. Daardoor werd een aanzienlijk deel van de
eerder dit jaar door deviezenverkopen opgetreden ver-
krapping van de geldmarkt ongedaan gemaakt. Bovendien
steunde De Nederlandsche Bank de geldmarkt voortdu
rend met dollarswaps. Een en ander leidde er toe dat het
tarief voor 3-maands interbanc^ire deposito's in één week
met 1 daalde tot 11 V* op 1 6 november. Deze ontwik
keling stelde het bankwezen in staat de extra opslag op de
debetrente voor kredieten in rekening-courant twee keer
met een V2% te verlagen tot uiteindelijk 1 Vi%.
In de tweede helft van november bewoog het 3-maands
interbancaire tarief zich steeds rond 11 >A%. Hoewel met
name in de Verenigde Staten de rentedaling nog werd
voortgezet, was dit in ons land niet het geval. Een tegen
wicht werd namelijk gevormd door de start van een nieu
we contingentsperiode en de (verwachte) grote geld
markttekorten. Op 19 november ving een nieuwe contin
gentsperiode aan die loopt tot en met 1 7 februari 1 982.
Alle geldmarktpartijen te zamen mogen tegen de officiële
tarieven een beroep doen op De Nederlandsche Bank tot
een bedrag van ongeveer f 3,7 miljard gemiddeld per dag.
De eerste overschrijdingszone werd vastgesteld op 50%
(was 33'/3 van het contingent. De rente-opslag voor het
gebruik daarvan werd op 1 bepaald, waarmee het des
betreffende tarief op 11 %kwam. Dit tarief betekende een
bodemniveau voor de geldmarktrente. Door een en ander
werd de totale kredietfaciliteit van het bankwezen aan
merkelijk verruimd tot f 5'/2 miljard.
Deze mogelijkheden kon het bankwezen goed gebrtiiken;
eind novemberwas het geldmarkttekort - ondanks verrui
mende interventies - reeds opgelopen tot f 5,3 miljard en
begin december zette deze toeneming zich nog voort. De
tijdelijke geldmarktsteun (in de vorm van swaps) had De
Nederlandsche Bankop 19 november gestaakt, doch in de
eerste helft van december wordt de geldmarkt tegemoet
gekomen met een speciale belening van f 3,3 miljard te
gen 111 /s Het bankwezen verlaagde andermaal de ex
tra opslag met V2 °/o, zodat deze tot 1 werd terugge
bracht. Begin december verlaagde De Nederlandsche
Bank - voorafgegaan door een daling van het Duitse Lom
bardtarief - de rente-opslag voor het tweede deel van het
contingent tot '/2%.
In de loop van november trad ook op de kapitaalmarkt een
daling van de tarieven op, zij het in bescheidener mate dan
op de geldmarkt. De rentedaling op de kapitaalmarkt heeft
zich echter (in tegenstelling tot het tariefsverloop op de
geldmarkt) gedurende de gehele maand voortgezet.
De middellange rentewijzer daalde per saldo met 1 %tot
11,3%, waarmee het maandgemiddelde op 11,8%
kwam.
Ook op de onderhandse kapitaalmarkt trad een aanzienlij
ke daling van de tarieven op. De rente-ontwikkeling vond
tevens haar weerslag in een verhoging van de koersen van
Drs. J. H. P. M. van Lange
Algemeen Economisch Onderzoek
pand- en bankbrieven. Bovendien werden series gestaakt
en nieuwe met een lagere couponrente gestart. Tot slot
werden spaar- en hypotheektarieven verlaagd.
De tariefsontwikkeling op de kapitaalmarkt vond haar ver
klaring met name in de daling die zich in het buitenland
manifesteerde, maar ook in de mededeling dat de Staat na
de 10e openbare lening van dit jaar eindelijk de benodigde
middelen had verworven. Het dekken van het tekort 1 981
is met een indrukwekkende reeks records gepaard ge
gaan: het aantal openbare leningen (liefst 10 met storting
1 981het bedrag per lening (twee keerf 2'/2 miljard), het
totaalbedrag op de openbare kapitaalmarkt (f 10,9 mil
jard), de hoogte van de couponrente, etc.
De 10e openbare lening waarop de inschrijving op 3 no
vember sloot, had een couponrente van 1 2% Zowel de
ze couponrente, als het effectief rendement (1 2,56%) en
het bedrag (f 2'/2 miljard) betekenden hoogtepunten. In to
taal heeft het Rijk dit jaar ongeveer f 24 V2 miljard opgeno
men ten einde in zijn financieringsbehoefte te voorzien. Dit
correspondeert met een tekortcijfer van ruim 6'/2% van
het nationaal inkomen.
Aangezien het tekort van de lagere overheid daarbij nog
moet worden opgeteld - en het perspectief dat daarom
trent in de Miljoenennota werd geboden was reeds weinig
bemoedigend - zal het totale tekort de 8%-grens ruim
schoots passeren.
De kennelijke onbeheersbaarheid van de overheidsfinan
ciën wordt ook op treffende wijze aangetoond in het gege
ven dat het financieringstekort voor 1982 nu reeds een
tweetal keren is bijgesteld.
In de verslagperiode traden naast de Staat nog enkele an
dere vraagpartijen op de openbare kapitaalmarkt op. De
obligatieleningen van Crédit Foncier de France en de ABN
konden duidelijk als geslaagd worden aangemerkt; de
EEG die voor het eerst op de Nederlandse kapitaalmarkt
opereerde boekte minder succes.
Lijkt de kredietbehoefte van de overheid schier onbe
grensd, die van de particuliere sector is tot een laag niveau
teruggevallen. De kredietbeperkingsregeling zal nu dan
ook worden opgeheven. De Nederlandsche Bank wenst
echter de vinger wel aan de pols te houden. De rapportage
door het bankwezen zal - rekening houdend met het ge
geven dat bij een eventuele herinvoering van de krediet
restrictie ook de korte overheidsschuld onder het regiem
zal vallen - worden voortgezet.
De bestaande restricties op de kapitaalimport zullen ge
handhaafd blijven.