JRH Uden en die van de heer Van Eyndhoven, spraken mij onmiddellijk aan. Ik heb me er, ook door eigen aanschouwing, als het wa re aan gewonnen gegeven. Doof zijn, het pre-linguale doof zijn, is niet maar een kwestie van niet goed horen, maar in de grond van de zaak een taalpro bleem. Een normale baby maakt geluidjes, dat doet een dove baby aanvankelijk ook, maar al gauw houdt dat op: hij 'verstomt', want hij hoort zelf niets. Als zo'n kind op groeit, tracht hij zich te redden met wat ge baren en zijn omgeving gaat hem voor het 'gemak' veelal ook maar met gebaren be naderen. Een Franse priester ontmoette ja ren voor de Franse Revolutie toevallig twee dove zusjes, die een soort onderlinge gebarentaal ontwikkeld hadden. Daar is de leer der zogenaamde 'gebaren-opvoeding' uit voortgekomen. Men dacht dat dat de natuurlijke taal, moedertaal, van doven was. Maar een moedertaal, een echte taal, is veel meer. Dat is iets waar je in kunt den ken, iets dat je begrippen leert, dat je een gevoelswaarde overbrengt. Denk maar aan de wiegeliedjes die je je uit je prilste tijd herinnert. Taal gaat via de mond - oraal - met klanken in een bepaald ritme. Geba rentaal is een heel andere soort taal dan Nederlands of welke gesproken taal ook. Je kunt gebaren niet 'spreken', je kunt ze niet schrijven, je kunt er niet mee commu niceren als met een taal. Vingerspelling in het Nederlands is ongetwijfeld Neder lands, maar enkel in geschreven vorm, een soort 'luchtschrift'. Ook dat mist de essen tiële elementen, die aan een echte, gewone taal eigen moeten zijn. Vingertekens en ge baren moet je ieder afzonderlijk in je opne men, je kunt er maar een paar achter elkaar 'onthouden'. Maar een gesproken zinnetje neem je zonder moeite ineens in je op, zelfs een lange zin. Ik kan mij voorstellen, dat men vroeger wel gedacht heeft: die doven kun je nooit echt helemaal onze taal bijbrengen, dus moeten ze het maar met wat minder doen. Leer ze gebarentaal, leer ze zelfs wat lezen en pra ten met de vingerspelling, dan is het al heel mooi. Het dovenonderwijs heeft het er ove rigens niet bij laten zitten en alle mogelijke methoden zijn toegepast. Er kwamen ge combineerde systemen van 'gebaren én spreken' (een soort tweetaligheid) of van 'spreken én vingerspellen'. Dat laatste is weliswaar 'eentalig', maar het één verschilt zóveel met het andere, dat het methodolo gisch een hinken op twee gedachten wordt. In Sint Michielsgestel gebruikt men de vingerspelling alleen als laatste redmid del voor kinderen die onmogelijk tot vol doende spreken kunnen komen. Spraak Rechteroor Bij mijn bezoek aan het instituut voor Doven is mijn audiogram gemaakt. De grafieken van beide oren liggen in de gearceerde do- venzone, waarin links een nog donkerder zone de vibratiegevoeligheid aangeeft. De horizontale lijn links duidt de sterkte van het geluid in decibels aan: de 0 bovenaan is de gemiddelde drempel bij normaal horen den voor de zachtst waarneembare gelui den. De spraakzone strekt zich ongeveer uit tus sen 20-60 decibels bij een toonhoogte (de verticale lijn) tussen 500 en 2K. Bij een geluidssterkte die onder het gear ceerde gedeelte moet worden genoteerd, is de zogenaamde 'pijngrens' overschreden. Het gehoorverlies wordt wel als volgt gety peerd: licht slechthorend: verlies tussen zo'n 30 decibel matig slechthorend: verlies tussen 30 a 60 decibel zwaar slechthorend: verlies tussen 60 a 90 decibel doof: verlies van meer dan 90 decibel Zeer bewust kiest men in Sint Michielsges tel voor de spreektaal. Dat is de moeder taal waardoor de dove kinderen kunnen in groeien in de horende maatschappij. Ge barentaal daarentegen is grotendeels een beeld-taal en dat houdt de kinderen op een te laag denkniveau vast. Ook is de verbin ding van de gebaren niet ritmisch genoeg en dat remt het leren lezen. Dit alles is proefondervindelijk bewezen. Geen gebaren dus, maar de volle aandacht op het spreken met de mond. Vergeleken met vroeger zijn er voor dat orale onderwijs gelukkig meer mogelijkheden gekomen doordat de gehoorapparaten sterk zijn ver beterd. Maar desondanks, je vraagt je af hoe krijgt zo'n doof kind een vocabula rium? Een hele methodiek van onderwijs is daarvoor opgebouwd. Het geheim zit al in het uitgangspunt. Dove kindertjes moet men van het begin af aan niet met gebaren benaderen, maar meteen aanleren naar het gezicht te kijken. Luister naar zo'n kind en 'vang' de onverstaanbare geluiden op door een kinderlijke manier van spreken. Geen wonderen meer, maar toch...! Uit wat ik erover gelezen heb, zou ik vele, soms aangrijpende, voorbeelden kunnen aanhalen hoe door de moderne methodiek op verrassende wijze het orale spraak)- contact met dove kinderen tot stand komt. Doven verstaan anderen niet, maar de meesten kunnen door de apparatuur wel - zij het vervormd - zichzelf 'horen'. Het moet een openbaring zijn als zo'n kindje 'ontdekt', dat een klank die hij op een gege ven ogenblik weet te produceren (met goed accent en ritme!) een woordje bete kent, dat anderen herkennen. Dan gaat hij zelf ook zo'n woordje van de lippen aflezen, hij kan met zo'n woordje gaan spelen, gaan denken: 'jouw kubus en mijn kubus; mor gen is het vrijdag en ga ik op vakantie'. Die methodologie is zeer interessant maar moeilijk. De vele dames en heren op het In stituut voor Doven zijn van dag tot dag zeer intensief bezig: 'prachtig werk, ik zou niet anders willen,' zei me een van de dames. Van ieder kind wordt in een apart boekje bijgehouden wat zijn vorderingen zijn, zeg maar welke woordjes hij onder de knie heeft. Een dove is een gezichtsmens en daarom ligt ook grote nadruk op het visua liseren. Naar de mond kijken, maar ook zo'n woord als va-kan-tie meteen op het bord schrijven. Zo wordt, als ik het goed begrepen heb, het leren lezen meteen meegenomen. Makkelijker gezegd, dan gedaan! De speciale opleiding van de on derwijzers duurt vijf jaar. Ik was onder de indruk. Ik merkte ook, dat de begeleid(st)ers het bijzondere van hun werk terdege beseffen en dat hun motiva tie ligt in het besef, dat zij ieder persoonlijk voor hun deel dove kinderen voor verstom ming behoeden en tot normale mensen la ten opgroeien. Dat is het doel, maar ook is waar dat je een doofgeborene niet zomaar op de horende en sprekende maatschappij mag loslaten! Toen we rondwandelden over de 'campus' zei directeur Van Eyndhoven mij uit de grond van zijn hart: het grootste wonder dat Jezus deed was de genezing van de doofstomme. Dat die ineens kon horen én praten! Norm. horend Slechthorend Vibratie voelen >K 4K 8K Linkeroor Ond. FC Toon- audio- gram

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 37