Instituut voor Doven, Sint Michielsgestel Vóór, op en óver de geluidsdrempel Een klasje van zes, zeven, acht kleine kinderen, naar schatting vijfjaar oud, tolt levenslustig op de vloer rond. Een bewegings spel. Als het elektronisch orgel fortissimo een hoge of lage toon laat horen of laat ophouden, draaien ze rond en laten zich vallen of 'klimmen met de armen grijpend hoog in de boom'. Veel ge lach en groot plezier. Doofheid, slechthorendheid, is een geduchte handicap. Maar is het 'erg', is het 'naar'? Dat heb ik althans nooit gevonden. Ik zou veeleer, zoals Erasmus dat met de Zotheid deed, de Lof van de Doofheid bezongen willen zien. Wat een voorrecht geluidsarm te kunnen leven! Wat een sereniteit om buiten alle rumoer om mensen en omgeving te mogen waarnemen! Helaas onbereikbaar voor de goedhorende; als dove zou Je er medelijden mee krijgen! Een dove is naar mijn mening volop in de maatschappij op zijn plaats. Natuurlijk zet je zo iemand in ons bedrijf niet meteen achter de balie of op de directeursstoel, maar hij zal zich op heel veel plaatsen best thuis voelen. Een dove weet wat concentreren, weet wat aandacht is. Een tikje extra-aandacht daar gaat het om: aankijken, duidelijk langzaam spreken of zelfs 'even opschrijvenGeven en nemen telt daarbij. Een dove moet die aandacht ook durven vra gen - gepast, naar tijd en omstandigheden -. Laat hij niet vergeten dat zo 'n oorknopje nau welijks opvalt en vaak gemakshalve over het hoofd wordt gezien. Het is een rare, onzichtbare handicap. Mijn eigen meer dan 30-jarige dovenloopbaan heeft me geteerd, dat wie voor zijn doofheid uitkomt ('ik ben zo doof als een kwartel', am stone-deaf', enz.) over de hele wereld begrip ontmoet. Ik heb nog nooit gemerkt dat er misbruik van mijn doofheid werd gemaakt. Wel is er de hilariteit, die een misverstaan kan opwekken. Prachtig, als je opmerking als een tang op een varken slaat! Dan is er wat te lachen. De slimme dove kan het zelfs uitlokken, waarop je soms te horen krijgt, dat je niet echt, doch alleen maar Oostindisch doof bent. Dat kén voor een dove nog een compliment zijn ook! Voor de blinden zijn die nieuwe braille-afschriften prachtig. Ik denk dat we in dit genre voor de auditief gehandicapten weinig of niets als bank of als werkgever kunnen doen. Maar met zo 'n tikkeltje extra aandacht aan de balie of op de werkplek redden wij doven ons best. Bedankt daarvoor! JRH Dove kinderen, allemaal omhangen met een gehoorapparaat. En wie even oplet, merkt dat die kinderen en hun begeleiders onderling nauwelijks meer gebaren uitwis selen dan in een goed horend kinderclubje het geval is. Zonder dat 'apparaat' zou je niet weten, dat het allemaal doof-geboren kinderen zijn. Met de twee voorgaande zinnen: 'geen ge baren' en 'gewoon aan alles meedoen' raak ik meteen al aan de kern van wat het be faamde Instituut voor Doven te Sint Mi chielsgestel op het oog heeft. Maar eerst vertel ik even de aanleiding tot dit verhaal. Die lag in de vriendschappelijke sfeer. Drs. G. A. A. van der Linden, directeur onzer Ra bobank Nederland, is bestuurslid/pen ningmeester van dit instituut en hij zei me: 'jij moet daar eens gaan kijken, zal je inte resseren, want je bent zelf ook een knap dove.' Welnu, ik ben er geweest, ben zeer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 35