ém landbouwcommentaari dustrie in de afgelopen jaren hand over hand is toegenomen, namelijk nationale steun-politiek, lijkt bij een voorzichtig prijsbeleid ook in de landbouw onont koombaar. Verschillende Europese landen hebben daar in het afgelopen jaar al een voorzet voor gegeven. Zowel in Frankrijk als in De nemarken wordt op grote schaal directe steun verleend aan de landbouwbedrijven. In Nederland is dit tot nu toe beperkt ge bleven tot een incidentele financieringsre geling samen met de banken voor bedrij ven in grote financiële problemen. Gelet op de enorme produktie kan Nederland zich een eigen nationaal landbouwsteunbeleid niet veroorloven. Japanners van Europa Ons land blijft aangewezen op een vrije Eu ropese markt. Zo vrij als in de voorbije pe riode zal die markt niet kunnen zijn. Neder landers zijn wel eens de Chinezen van Eu ropa genoemd. Daarbij ging het om onze handelsgeest. Op agrarisch gebied wor den we meer en meer wat de Japanners zijn op industrieel gebied. Dat houdt in: bewondering oogsten om de prestaties, maar ook verguizing en te genwerking vanwege de concurrentie- en expansiedrift. Japan opereert op internationaal handels politiek gebied uitgebalanceerd met ge ven en nemen. Een veredelde vorm van 'catch as catch can'. En het schuwt daarbij niet om zo nodig afspraken te maken met de importerende landen van auto's en elek trische apparaten. Zo'n beheerst afzetbe- leid moet terugvertaald worden naar wat bedrijven mogen en kunnen produceren. De Japanners verstaan kennelijk die kunst. De rust tijdens de donkere dagen rond Kerstmis leent zich wellicht om voor- en nadelen van een wat meer beheerst Euro pees landbouwbeleid op ons te laten in werken. Een verzameling stukjes over manieren waarop mensen hun financiële perikelen pogen op te lossen ligt al enkele dagen op mijn tafel. En als ik wil gaan schrijven valt mijn oog op het ochtendblad, dat uitvoerig verslag doet van het opblazen van een nacht kluis. Natuurlijk, zoiets is niet nieuw, maar wat me erbij opvalt is het ontbreken van enige fantasie bij de daders. Bij dê knipsels op mijn bureau ligt het verhaaltje van een man ujt Engeland, die gewapend met een antieke handboog een bankfiliaal beroofde. Ook al is ze zeer laakbaar, toch spreekt de daad van die eigen tijdse Robin Hood me een beetje aan. Maar evenzeer kan ik wel wat sympathie opbrengen voor de student in San Diego, die zo graag verkeerschaossen compo neerde en daartoe vanuit een taxi eerder op de dag ont vreemd geld uitstrooide in drukke winkelstraten. Vanuit Haifa lees ik een bericht over een muziekleraar, die ei genhandig vervaardigde fotokopieën van bankpapier ge bruikte om te kunnen genieten van de in zijn ogen schone za ken van het leven. Redelijkerwijs gesproken mag het onjuist zijn, maar toch spreken zulke berichten me anders aan dan zo'n artikeltje over wat de krant noemt een ongrijpbare internationale ben de brandkastkrakers. Ijzingwekkend vind ik de vanzelfsprekendheid waarmee misdadigers gebruik kunnen maken van gevaarlijke spring stoffen. En dan is het niet zo verwonderlijk, dat het normbesef wat gaat vervagen en je met veel minder ergernis dan voorheen kennisneemt van een wat vreedzamer aanval op een nacht kluis. Na het sluiten ging een kruidenier als gewoonlijk in de sche mering naar de nachtkluis van het naburige bankfiliaal. Geheel onverwacht vond hij over de kluis een papier geplakt, waarop werd aangekondigd dat ze defect was en cassettes konden worden afgegeven op nummer 28 verderop in de straat. Een kleine extra wandeling voerde hem naar het huis, waar twee oudere dames hem bevestigden dat de meneer van de bank straks alles keurig zou komen ophalen. Lang aarzelde hij dus niet en zonder de last van zijn zaterdag opbrengst kon de grutter van het welverdiende weekend gaan genieten. Uiteraard bleek men maandagochtend bij de bank van geen defecte kluis te weten. Kruidenier en bankdirecteur renden gezamelijk naar num mer 28, waar ze vriendelijk werden begroet. Kort na het in ontvangst nemen van de cassette was de me neer van de bank weer langsgekomen om hem op te halen. Ik vind zo'n man - die volgens het verhaal nog een bosje bloemen voor de moeite had geschonken ook - vanzelfspre kend puur slecht. Gezien echter tegen de achtergrond van zo'n gezelschap ge welddadige kluizenkrakers, komt hij bij mij toch een stuk minder bedreigend over, om het maar eens in de geest van deze tijd uit te drukken. Natuurlijk is het wat vreemd dat je bij twee vormen van een misdaad met hetzelfde doel, de norm van wat goed is en wat slecht verlegt. In mijn geval heeft dat te maken met de mate van fantasie, waarmee men te werk is gegaan. Een kille en technisch volmaakte daad van mensen, die hun doel slechts bereiken door het vernietigen van zaken die voor anderen waardevol zijn, stoot mij nu eenmaal meer af. U kunt zich aan de andere kant wel voorstellen, dat ik wat ge makkelijker praten heb, dan een collega die het slachtoffer is geworden van de door mij geprezen fantasie van anderen. Waarschijnlijk is het ook mijn angst vooralle dreiging van ge weld die dag in dag uit over ons hangt, die mij ertoe brengt deze voorkeur uit te spreken. Jawel, ook een klein bankdirecteurtje mag wel eens wat vreemde gedachten hebben over het bestaan. Aandachtige lezers aan Wie het acrostichon bekend is, kun nen lezen welke wens ik voor u allen heb. Anderen willen wellicht even de moeite nemen om de bete kenis ervan op te zoeken in het vreemde-woordenboek van de kinderen. Raden mag ook, want met de jaarultimo heeft iedereen im mers het goede voor met de ander! Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 34