Over monetair compenserende bedragen en de groene koers Om de huidige graad van samenwerking in de EG op peil te houden en zo mogelijk te verbeteren, dient de onderlinge han del zo weinig mogelijk belemmeringen te ondervinden. De uit groei van een douane-unie naar een echte economische ge meenschap met een gezamenlijke munt vereist een afstem ming van het economische beleid van de diverse lidstaten. 27 Helaas is hiervan nog geen sprake en ook niet van een gelijk opgaande economische ontwikkeling. Om de handel toch zo weinig mogelijk valutaire belemmeringen in de weg te leggen, zijn er in de loop van de jaren zeventig regelingen getroffen om de valuta's zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Vanaf maart 1979 fungeert het Europese Monetaire Stelsel (EMS). Dit systeem, dat in feite een aangepaste voortzetting is van het slangarrangement, heeft als deelne mers de EG-lidstaten, met uitzondering van Engeland en Griekenland. In het EMS wordt, net als in de vroegere 'slang', voor elke valuta een spilkoers vastgesteld ten opzichte van de valuta van elk van de ande re deelnemende landen. De onderlinge wisselkoersen mogen dan maximaal of - 2,25% van de spilkoers afwijken, met uitzondering van Italië (varia tie 6 Sinds de inwerkingtreding van het EMS hebben er reeds vier maal koersaanpassin- gen plaatsgevonden. De laatste keer was in oktober jl. toen de Franse frank en de Ita liaanse lire devalueerden en de Duitse mark en de gulden revalueerden. Opmer kelijk is dat bij de recente koersaanpassing sinds lange tijd weer grenscontroles tus sen Nederland en België/Luxemburg zijn ingevoerd. ECU Vanaf haar oprichting heeft de Europese Gemeenschap de bijdrage van de lidstaten aan de gemeenschappelijke begroting en de landbouwprijzen uitgedrukt in reken- eenheden. Zolang de wisselkoersen vast aan het goud en daarmee aan de dollar waren gebonden, was de rekeneenheid een vastgesteld be drag in nationale valuta's (1 rekeneenheid 1 f 3,62). Na het uitvallen van het wereld-monetaire stelsel van vaste wisselkoersen (Bretton Woods) in 1 971 was de Gemeenschap ge noodzaakt een nieuwe gemeenschappelij ke munt te ontwerpen, waarin rekening werd gehouden met de verandering in de werkelijke waarde van de EG-valuta's. Zo ontstond in april 1975 de Europese Reken eenheid (ERE) die werd samengesteld uit de diverse EG-valuta's. Met de oprichting van het EMS werd de ERE omgedoopt in de Europese Valuta Eenheid ofte wel Euro- pean Currency Unit (ECU). Ir. A. R. Sjauw-Koen-Fa Bedrijfstakonderzoek Door de valutahoeveelheden in de ECU via de wisselkoers van de gulden om te reke nen in guldens kan men de waarde van één ECU in guldens berekenen (zie tabel). Aldus is ook uit te rekenen hoe groot de procentuele aandelen (wegingsfactoren) van de verschillende valuta's in één ECU bedragen. Als men dat doet, blijkt dat de gulden voor 10,7% de waarde van een ECU bepaalt. Vergelijken we het huidige procentuele aandeel van de nationale valuta's in de ECU met die van vóór de koersaanpassing van 4 oktober 1981, dan blijkt dat het gewicht van de Franse frank is afgenomen, terwijl dat van de gulden en de Duitse mark is toe genomen. Bij revaluatie of devaluatie van één der munten vindt er dus automatisch aanpassing plaats van de wegingsfactoren

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 27