1800 1820 1840 1860 1880 1900
De Kondratieff-cyclus voor de V.S. (gestileerd)
1814 ':>erioc'e van
'Good Feelings'
na oorlog 1 81 2
Begin 70'er jaren
1864
'Herstel' na
burgeroorlog
Snelle prijs
stijging i.v.m
W.0
1920
'Roaring
twenties'
-Snelle prijs
stijging i.v.m.
oorlog 1812
Snelle prijs
stijging i.v.m
burgeroorlog
Snelle prijs
stijging i.v.m
oorlog
Indochina
1896
jaren
1780
l
Bron: The Media General Financial Weekly, Augustus 1972.
1920
1940
1960 1980
worden gevolgd door een eveneens lange
periode van aanzienlijk tragere expansie'.
Het feit dat het structurele karakter van de
economische moeilijkheden pas in de af
gelopen jaren vrij algemeen werd ingezien,
kan wellicht worden toegeschreven aan de
versluierende werking van ons aardgasbe-
zit. Hoe dit ook zij, de huidige economische
ontwikkeling wordt gekenmerkt door een
zwakke conjunctuurfase, die wordt ver
sterkt en overheerst door een neergaande
structurele beweging. Voor de verklaring
en de bestrijding daarvan zijn de traditio
nele recepten, gericht op het bereiken van
evenwicht op korte termijn, niet geschikt.
Om die reden treedt de lange-golfgedach-
te weer op de voorgrond.
Slotopmerkingen
De lange-golfgedachte is geen algemeen
aanvaarde theorie. Hoewel het aantonen
van de lange golf op het eerste gezicht een
pure feitenkwestie lijkt, is dit geenszins het
geval. Zo is er bijvoorbeeld kritiek op de ge
schiktheid van het cijfermateriaal, dat door
aanhangers van de Kondratieff-cyclus
werd gepresenteerd, hetgeen samenhangt
met het feit dat men ver in de historie moet
teruggaan. Bovendien, zo wordt dan gere
deneerd, heeft de persoonlijke overtuiging
van de onderzoeker een grote invloed op
de interpretatie van de cijfers.
Het ligt voor de hand dat een lange golf
moeilijker aan te tonen is dan een korte, die
zich nu eenmaal vaker voordoet. Deson
danks lijken er toch belangrijke elementen
in de theorie te zitten, die men vandaag de
dag kan herkennen. Te denken valt aan het
ontbreken van industrieën met een duide
lijke voortrekkersfunctie, het optreden van
marktverzadiging en de uitvinding van de
'chip', welke de inrichting van onze samen
leving op den duur drastisch zou kunnen
veranderen.
Het is niet erg waarschijnlijk dat er sprake
is van een bovennatuurlijk verschijnsel, dat
als eb en vloed op ons afkomt. Dat zou be
tekenen dat de zaken zich vanzelf weer ten
gunste zullen keren, als wij maar lang ge
noeg wachten. Er zijn evenwel intussen al
kansen blijven liggen om de structuur van
onze economie te veranderen. Onze enor
me aardgasbaten zijn bijvoorbeeld tot nog
toe vooral in de consumptieve sfeer aange
wend. Van verschillende kanten wordt
aangedrongen op bevordering van ver
nieuwing, maar de vraag is waar de finan
cieringsmiddelen vandaan moeten komen.
Wat dit laatste betreft is een lichtpunt, dat
er een toenemende bereidheid is om de
consumptiedrang te matigen. Dit betekent
echter nog niet, dat de klok nu gelijk gezet
kan worden op het intreden van een her
stelfase over ongeveer tien jaar.
Het voorgaande overziende kan worden
geconcludeerd, dat er moeilijke jaren in het
verschiet liggen, zeker ook gezien de so
ciale spanningen die een veranderingspro
ces kunnen vergezellen. Aan de andere
kant is het misschien ook wel gezond, dat
de economische expansie een tijd in rusti
ger vaarwater terecht komt. Per saldo lijkt
er geen reden voor optimisme, maar even
min voor fatalisme. Net zo min als de per
manente groeigedachte juist is gebleken,
ligt het omgekeerde voor de hand.