De lange golf De belangstelling voor de theorie van de lange golfbeweging was in de achter ons liggende decennia zeer gering. Dit kwam met name omdat er in die periode sprake was van een zogenaamde 'permanente groei'-opvatting. Volgens die gedachtengang zou de economische groei steeds doorgaan. Soms nam het expansietempo van de economie weliswaar af, maar dit was slechts van korte duur en zelfs dan was er nog groei. Men meende dat de bestaande economische Drs. G. H. M. van Duinen beleidsinstrumenten voldoende verfijnd waren om een eventuele teruggang van de conjunctuur snel te kunnen bijsturen. De voorspoedige economische ontwikke- Algemeen Economisch ling na de Tweede Wereldoorlog leek afdoende bewijs voor deze mening. Intussen is Onderzoek duidelijk geworden dat de permanente groei-opvatting niet houdbaar is. Integen deel, de economische weersvooruitzichten voor de langere termijn luiden thans vol gens de meeste waarnemingsstations: aanhoudend onbestendig. Gezien deze ge wijzigde omstandigheden is de weer toenemende belangstelling voor de lange golf, ook wel de Kondratieff-cyclus genoemd, zeer begrijpelijk. Golfbewegingen in de economie Om een indruk te krijgen van de plaats van de lange golf in de economische theorie moet een aantal golfbewegingen worden onderscheiden. In de theorie komt men er vele tegen, maar meestal wordt een viertal als de belangrijkste aangeduid, alle ge noemd naar de 'ontdekkers' ervan. Op de eerste plaats is er de Kitchin-cyclus met een lengte van vier a vijf jaar. De motor van deze golf wordt met name gevormd door voorraadinvesteringen. Op de twee de plaats onderscheidt men de Juglar-cy- clus die een lengte heeft van zeven a elf jaar. In dit geval zijn investeringen in ma chines en outillage bepalend. De derde cy clus is die van Kuznets met een tijdsduur van 1 5 a 25 jaar. Deze golfbeweging wordt ook wel de bouwcyclus genoemd. Op de vierde plaats komt de lange golf van Kon- dratieff, met een lengte van 40 a 60 jaar. Deze golf wordt veroorzaakt door fluctua ties van kapitaalgoederen met een zeer lange levensduur zoals verkeersinfrastruc tuur en industriële complexen. Een gemeenschappelijk kenmerk van de genoemde golven is, dat zij met een be paald type investeringen worden geasso cieerd, waarbij de investeringen overigens niet de enige factor zijn die een rol spelen. Volledigheidshalve zij vermeld dat er ook theorieën zijn, waarin aan andere factoren (onder andere consumptie, politiek) een overheersende betekenis wordt toege kend. In verband met de relatie tussen de huidige economische situatie en de larige-golfge- dachte, waarop nog zal worden teruggeko men, is het onderscheid tussen conjunc tuur en structuur van groot belang. Ter ver klaring van de conjunctuurbeweging wor den vraagfactoren zoals investeringen, consumptie en export, veelal van doorslag gevend belang geacht. In het spraakge bruik wordt met het begrip 'conjunctuur' meestal de voorraadcyclus bedoeld, maar de Juglar-golf valt in feite ook onder dit be grip. Onderzoekt men de structuur van de economie, dan valt de aandacht op aan bodfactoren zoals de produktiestructuur en de arbeidsmarktstructuur. In de theorie van de lange golf wordt aansluiting ge zocht bij de structurele ontwikkelingen in de economie. Dit geldt ook voor de bouw cyclus, maar deze wordt thans in het alge meen blijkbaar minder actueel geacht. Een golfbeweging in de economie kan worden verdeeld in een aantal fasen. Aan gezien thans alleen het bestaan van con junctuurgolven algemeen is aanvaard, is

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 17