wob wobi Landbouw tijdens zijn bezoek aan Europa dit jaar liet horen, liggen nog vers in het ge heugen. Door het instellen van hoge hef fingen voor de graanvervangende produk- ten zou de Gemeenschap ook de GATT- overeenkomsten met voeten treden. Een totale importstop van tapioca (uit Thai land) kan de Gemeenschap ook niet maken voor het podium van de Derde Wereld. Al met al, te veel problemen dus. Onlangs lanceerde de EG-landbouwcom- missaris, Dalsager, echter een nieuw voor stel, dat meer kans van slagen lijkt te heb ben. Dit betreft een speciale heffing voor intensieve veehouderijbedrijven, die graanvervangende veevoeders gebruiken. Vergeleken met de eerdergenoemde in voerbeperking heeft deze maatregel de zelfde uitwerking, namelijk terugdringen van graanvervanging. Het zou er echter op uitdraaien, dat wat vroeger een graanpro- bleem was, straks een veehouderijpro bleem wordt. SPANNINGSVELD TUSSEN BELEID EN BEGROTING Juist in een tijd waarin een coherent Euro pa een wezenlijke rol heeft te vervullen, lijkt voor sommige lidstaten de Europese sa menwerking een blok aan het been te wor den. Gezien de toenemende omvang van de economische problemen als gevolg van de recessie, is minder solidaire houding van de partners wel enigszins begrijpelijk, doch daarmee nog geenszins verant woord. Dat geldt ook voor het feit, dat spe ciaal de landbouwsector het moet ontgel den. Immers, juist op het terrein van de landbouwpolitiek is het Europese integra tieproces het verst gevorderd. Hierbij moet men niet vergeten, dat de agrarische sector aan ruim 270 miljoen Europeanen een verzekerde voedselvoor ziening tegen stabiele prijzen garandeert. Ook het feit dat meer dan 8 miljoen Euro peanen in deze sector direct werkzaam zijn, is een zaak waar men zich niet op moet verkijken, vooral niet in deze periode van grote werkloosheid. Het gevaar dreigt nu, dat wat eens terecht een gemeenschappelijk landbouwbeleid heette, vervalt in een strijd om de lusten en lasten. Streven naar bezuinigingen in ver band met het krapper worden van de ge meenschapsmiddelen is op zichzelf juist. De basisprincipes van het landbouwbeleid moeten echter overeind blijven. Budgette ren is een middel om een doel te bereiken en geen doel op zichzelf. En dat pleegt men in Brussel steeds meer te vergeten. IDEE, IDEEËN... DE BUS IS IN DE MAAK Al een hele tijd waart het 'idee' bij ons rond voor een ideeënbus voor de hele Rabo- bankorganisatie. We zijn blij te kunnen ver tellen, dat inmiddels het stadium van het schimmige rondwaren gepasseerd is. Een door de Hoofddirectie ingestelde werk groep heeft namelijk een uitgewerkte op zet gemaakt voor het opvangen, beoorde len en het belonen van bij de Rabobank- medewerkers en -werksters ontsproten ideeën. Ware de laatste Centrale Kringver gadering een paar weken later gehouden, dan had het 'Ideeënsysteem voor de Rabo- j bankorganisatie' al op haar agenda kunnen prijken. Wij lopen echter maar even op de volgende CKV vooruit, want het kan in dit geval geen kwaad even aan te geven, waar de gedach ten naar uitgaan. Velen hebben al reikhal zend naar zo'n Ideeënbus uitgekeken en omdat het slagen ervan afhangt van het enthousiasme van de inzend(st)ers mag best even iets in het vooruitzicht worden gesteld. De werkgroep ziet voor zich één ideeënsy- 1 steem voor de hele organisatie, dus zowel voor het personeel van de aangesloten banken als voor dat van Rabobank Neder land. Daarbij past ook één ideeënbeoorde- lingscommissie (dat wordt de IBC ge noemd). De gedachte daarbij is, dat bruik bare ideeën toch vaak een uitstraling heb ben buiten het 'gebied' - landelijk of lokaal - waar ze vandaan komen. Wel moet het gaan om zogenaamde 'organisatie ideeën', dat wil zeggen zo'n idee moet ge richt zijn óf op de hele organisatie óf op Ra bobank Nederland dan wel op een groep aangesloten banken. Wie een idee heeft, dat alleen maar op één bepaalde, gewoon lijk de'eigen' bank, van toepassing kan zijn, moet zich daarna niet tot het ideeënsy steem voor de hele organisatie wenden. Dergelijke 'bankideeën' in engere zin ko men in de bus van de eigen bank. Overi gens is er geen enkele beperking aan het veld, waarop de vindingrijkheid zich kan uitleven. Wie wat 'gevonden' heeft en dat in de 'bus' wil doen, zal in een reglement netjes de formele kant kunnen nagaan, van inzenden tot beloning toe. Het op stapel staande systeem lijkt mooi, maar het aardigste is dat het doet besef fen, hoe zeer onze organisatie in al zijn ge schakeerdheid en met al zijn mensen er naar toe is gegroeid en er rijp voor is ge- worden. Want, inderdaad, er rijpen im mers, nu eens hier dan weer daar, ontegen zeggelijk 'verspreide ideeën'. Die vangen we straks op ten bate van ons gezamenlijk. En wie 'voor de bus' een fris voorstel uit doktert, dat in bredere kring aandacht en waardering trekt, voelt zich persoonlijk daarbij betrokken en betrekt er bovendien nog vele andere bij. Juist daarvoor zitten we met zijn allen, medewerksters en me dewerkers, bij de Rabobankorganisatie!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 7