■Sfe'ïiï 's> '*-' i éf'fÈ'i i «ftl'lV1' jf\i# ►',i r* i
r lm*,
De oogst is binnen. Een kaal stoppelveld blijft achter in afwachting van zijn hernieuwde bewerking.
groter aanbod.
De vraag naar graan hield daarmee geen
gelijke tred. Iets minder dan een derde van
de Europese graanproduktie wordt be
stemd voor de bereiding van brood en
meelprodukten voor menselijke consump
tie. Ongeveer 60% wordt afgezet in de
veevoersector. Daarnaast is ongeveer 5
van de produktie nodig als zaaizaad voor
het volgend jaar. Belangrijke verschuivin
gen hebben zich de laatste tien jaar voor
gedaan bij de vraag vanuit de veevoersec
tor. Door de toegenomen specialisatie in
de veehouderij worden grote hoeveelhe
den veevoer fabrieksmatig bereid. De vee-
voerindustrie stelt een uitgebalanceerd
voeder samen voor de dieren.
En deze zoekt daarbij naar grondstoffen
tegen zo laag mogelijke kosten. Vooral de
mengvoederindustrie in Nederland is er in
geslaagd goedkopere graanvervangende
grondstoffen op te sporen en te verwerken.
Deels gaat het om het gebruik van afvallen
van de maalindustrie, deels om nieuwe
grondstoffen zoals tapioca, afkomstig van
een wortelgewas dat vooral in Zuid-Oost-
Azië wordt verbouwd. Voor dergelijke pro-
dukten zijn de graanimportheffingen niet
van toepassing. Een en ander heeft tot ge
volg gehad dat er in verhouding minder
0 graan in veevoer verwerkt wordt. Dit graan
nu moet geëxporteerd worden naar de we
reldmarkt, hetgeen de Europese Gemeen
schap aanzienlijke bedragen kost. De Eu
ropese akkerbouwers voelen door deze
ontwikkeling de dreiging van een wijziging
van het graanbeleid. Het vorig jaar is door
de Europese Commissie een vorm van me
definanciering door de producenten aan
de orde gesteld. In de zuivelsector wordt
dit beginsel al toegepast. De graantelers
voelen hier niets voor. In feite komt dit neer
op verlaging van het garantieprijsbeleid.
Voer van eigen bodem
In het COPA, de overkoepelende Europese
boerenorganisatie is al enige tijd een dis
cussie gaande om meer ruimte voor de af
zet van granen op de interne EG-markt te
scheppen. De groei van de vraag naar vee-
voergrondstoffen zou volgens het COPA
meer voor de Europese granen moeten
worden gereserveerd. De gedachten van
het COPA gaan daarbij uit naar een combi
natie van heffingen op de toename van de
import van graanvervangers zoals tapioca
en maisgluten en voorschriften aan meng--
voederindustrie om meer Europees graan
in het mengvoeder te verwerken. Voor Ne
derland, dat relatief veel graanvervangers
van overzee gebruikt, zou dat een ongun
stige ontwikkeling zijn. Het voordeel van
onze ligging bij aanvoerhavens en de mas
saverwerking van graanvervangers zou ten
dele kunnen wegvallen.
Hoewel andere factoren die onze veehou
derij een voorsprong geven er niet door
worden aangetast zal duurder veevoer een
gevoelig inkomensverlies voor de agrari
sche producenten opleveren.
Anderzijds realiseert het Nederlandse be
drijfsleven zich zeer wel dat Nederland in
het krachtenveld van de Europese land
bouwpolitiek in een kwetsbare positie ver
keert. Onze veehouderij heeft zich sterk op
export gericht en daar successen behaald.
Met name de export van de produkten van
de veehouderij naar derde landen is mede
mogelijk dank zij financiële bijdragen van
uit Brussel. Ook op andere terreinen van
land- en tuinbouw wordt kritisch naar Ne
derland gekeken. In die situatie moet een
afweging plaatsvinden van concessies op
deelgebieden en behoud van de uitgangs
punten van het gemeenschappelijke land
bouwbeleid, zoals een vrije markt bin
nen de Gemeenschap en gemeenschappe
lijke financiering van de kosten van het
landbouwbeleid.
Gewapende vrede
Aan de discussie over het graanbeleid zit
ten een aantal internationale asspecten.
Het Europese graanbeleid heeft vanaf de
start de nodige kritiek moeten doorstaan
van de Verenigde Staten. Vooral de graan-