GANTELBRUG
Tb.
-jv pfs- -Ml: 'W
plaus). Het is geen achterdeurtje om de
zoon binnen te halen.'
De zoon 'mocht' en kassier bleef nog aan
tot 1936. Het bestuur moest vervolgens
maar eens het 25-jarig bestaan van de
bank gaan voorbereiden. Als de dames ook
mee mochten komen dan zouden erzeven-
honderd mensen zijn, waarvoor het St.-
Vincentiusgebouw veel te klein was. Of er
zouden drie of vier feestdagen nodig zijn
om iedereen aan zijn trekken te laten ko
men. Dan maar feest op één dag in de Vei
ling en te beginnen met een H. Mis van
Dankbaarheid. (Natuurlijk zou een com
missie het bestuur bijstaan.)
Deken Maat werd als geestelijk adviseur de
opvolger van de gestorven deken Buisman.
Het bleef de bank goed gaan.
Het Inspectierapport over 1930 zegt:
'De bank is zeer groot en breidt zich nog
steeds uit; het Bestuur is zeer actief en vol
toewijding; de administratie is zeer goed in
orde en de algemene toestand van de bank
is gunstig...' Het ledental bedroeg 320
maar er traden ook enkele leden uit, want
de centrale bank drong erop aan het karak
ter van Boeren- en Tuindersbank te behou
den, zodat voorschotten aan niet-agrariërs
geweigerd moesten worden.
De deken zou het aangenaam vinden en
het op 'hoogen prijs' stellen, indien er le
den waren die voor het feest van het H.
Sacrament bloemen wilden schenken. Hij
zou zelf maar geen bloemen bestellen; zó
veel vertrouwen had hij wel, vooral afgaan
de op het handgeklap. Ongetwijfeld zal dit
priesterlijk vertrouwen niet geschonden
zijn.
Huldiging
1936: 'Thans gaat de heer Van Houten
(kassier vanaf 1905) van ons heen. Over
zijn werk is 30 maal gunstig rapport uitge
bracht. Velen zijn door hem - als jongen -
gevormd. Hij heeft hun steeds geleerd
nooit te versagen en taal vol te houden.
Van Houten gaat heen als een ware vriend
die met onze zaken en gezinnen vergroeid
is.' Van Houten was het met al die warme
huldigingsbewoordingen niet voor hon
derd procent eens, omdat 'over zijn gebre
ken niet werd gerept terwijl zijn deugden
met de el zijn uitgemeten.'
Zijn opvolger H. N. W. Willems kon al in be
scheiden mate genieten van, wat wij nu
noemen, moderne en aangepaste arbeids
verhoudingen. De geestelijk adviseur sprak
zijn waardering uit over de sympathieke
houding van de leden ten opzichte van de
kassier, om voor deze de gelegenheid te
scheppen enkele dagen per jaar op vakan
tie te kunnen gaan. Hij sprak ook enkele
woorden over de 'Nieuwe Gemeenschap
welke beoogde om de dolzinnige en egoïs
tische wereld weder op het goede pad te
rug te brengen, waartoe noodig is dat de
liefde en rechtvaardigheid in ruime mate
worden beoefend.' Met genoegen had hij
kunnen constateren dat deze geest onder
de leden der Boerenleenbank zeer levendig
was.
Met deze pluim op de hoed der leden, ge
volgd door het gebruikelijke gebed, werd
de vergadering gesloten. De 'Nieuwe Be
weging' kon helaas de ramp die uitbarstte
in 1 939 niettegenhouden, maarde bedoe
lingen waren goed.
In april 1 940 kon het pand Fischer worden
aangekocht. De huurder beloofde alle mo
gelijke medewerking aan de bank als hij
voor zichzelf een geschikt huis kon vinden.
Voorzitter van het bestuur, directeur M. v.
d. Knaap, die in functie was vanaf 1905
stierf dit jaar. Helaas kon hij de opening van
het nieuwe bankgebouw niet beleven.
In 1946 bereikte de bank een omzet van
f5 600 000,-. Een bewijs dat de tuinders
vrijwel alle geldzaken via hun bank lieten
lopen. Tweeduizend gulden van de winst
kon worden verdeeld over het Katholiek
Thuisfront (u weet nog wel dat ons leger
politionele acties in Indonesië voerde?),
het Wit-Gele-Kruis, de St.-Vincentiusver-
eniging, het Armbestuur en de St.-Eliza-
bethsvereniging.
Nu naar de Voorschotbank
Een 'schot regelrecht in de roos' was het
toen het bestuur van de veilingvereniging
Poeldijk in 1947 besloot om de tegoeden
van de tuinders niet meer in contanten uit
te betalen - want dat werd eigenlijk onmo
gelijk - maar deze op bankrekening te la
ten overschrijven.
En daarmee verlaten wij Poeldijk om terug
te keren naar Naaldwijk, maar nu naar de
Voorschotbank 'der Dritte im Bunde'.