uit onze historie banken. Een van die banken werd opgericht in Poel dijk op 1 2 oktober 1 905. De eerste raad van toezicht werd gevormd door J. J. Volering (pr.), D. v. d. Broeken M. J. Mulder; het eerste bestuur bestond uit M. v. d. Knaap, P. C. van Kester en M. P. van Ruyven. M. v. d. Knaap bekleedde deze functie tot 1940! Op naar de notulen Helaas beschikken we niet over de volledi ge verzameling notulen vanaf de 'start' tot op heden. Dat wordt ten dele goedge maakt door het gedenkboekje 'Boeren leenbank Poeldijk 1905-1972' waarin di recteur G. W. Halverhout zegt: 'Ondanks de enorme groei in de 67 jaar van ons be staan zijn we maar eenmaal van vesti- gingspunt veranderd, bleven we een cen trale plaats behouden, zij het dat nu voor de derde maal méér en betere accommo datie is geschapen.' Vanaf de oprichting in 1 905 werd 35 jaar lang kantoor gehouden in het verenigings gebouw. Pas in 1 940 kreeg men een 'eigen huis' gevolgd door verbouwing en nieuw bouw in 1948 en 1959. (De heer Halver hout volgde kassier H. N. W. Willems op in 1 960 die op zijn beurt kassier W. v. Houten opvolgde die van 1905 tot 1936 in functie was.) Op naar de notulen van de Ledenvergade ring van maart 1 927! Deze werd belegd in het St.-Vincentiusgebouw. Over het vergaderbezoek behoefde men niet te klagen. Wél was de geestelijk advi seur verhinderd, maar van de 292 leden waren 196 leden in persoon of met vol macht aanwezig. Maar toch wenst voorzit ter v. d. Knaap een woord van opwekking te spreken 'tot diegenen die nog geen lid van de bank waren, en ook tot de beter gefortu- neerden die wel hun zaken lieten beheren door de bank, maar geen lid waren. De be- ter-gegoeden kunnen dan steunen diege nen die het geld nodig hebben.' Zij die geld nodig hadden groeiden ge staag in aantal toen de wereldcrisis uit brak. Het beroep op het Raiffeisen-begin- sel werd trouwens gehoord op vele aan gesloten banken in den lande. Het bestuur zou best grondkredieten willen geven als dat door de centrale bank maar zou wor den toegestaan. Helaas was dat niet het geval. Wél is de Boeren-Hypotheekbank opgericht, maar daar konden vele tuinders niet mee werken, omdat deze veel te wei nig geld verstrekte. De helft van de grond waarde plus een vierde van de waarde van de opstanden was beslist veel te weinig voor een Westlandse tuinder. Blijkbaar kon de bank voor Geld en Goede Raad, waar van het laatste overvloediger aanwezig bleek dan het eerste, ook niet verder sprin gen dan de stok lang was. Naastenliefde Kapelaan Theissen benadrukte dat de Boe renleenbank geen zakeninstituut was, doch de naastenliefde ijverig moest beoe fenen, onder meer door steun aan de r.k. Jeugdorganisatie, zodat de jeugd meer le venswijsheid en karaktervastheid kon krij gen. 'Leve jong Westland, de hoop dertoe komst!' (langdurig applaus). Dat kon allemaal best waar een goed zijn, maar men moest ook om de eigen bank denken, voordat men losjes met de reser ves kon omspringen. Moest men zich bekrompen blijven behel pen met een gang als wachtkamer, waar het in de winter flink koud kon zijn? Naald wijk had ook een eigen gebouw en dat moest ook hier mogelijk zijn. De voorzitter bekeek echter de andere kant van de zaak. 'Wij steunen nu het St.-Vincentiusgebouw en kunnen zorgen dat het verwarmd is. Maar dat helpt niet omdat er toch altijd menschen in de gang blijven staan.' In 1930 werd voorgesteld om de kassier te machtigen om zijn zoon H. F. M. van Houten als hulp aan te nemen, wanneer dit door grote drukte nodig zou zijn. Maar zou dat niet kunnen inhouden dat hij nooit zou behoeven te bedanken, al werd hij tachtig jaar? Een argument met een stevige grond van waarheid. Kassier antwoordde: 'Er is gezegd dat als hij te oud wordt, dat hij dan maar weg moet gaan. Maar hij houdt van zijn werk en kan, als zijn zoon helpt, als God wil, nog enige jaartjes mee. (Daverend ap- Boven: Poeldijk rond 1900. Onder: Veilinggebouw der Vereeniging Westland, afd. Poeldijk.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1981 | | pagina 30