De organisatie van de
Nederlandse landbouw
Él
Een voorbeeld voor ontwikkelingslanden?
Nederland neemt op landbouwkundig terrein in de wereld een
vooraanstaande positie in, getuige onder andere het feit dat
ons land na de Verenigde Staten de grootste exporteur is van
landbouwprodukten. Die voorsprong geldt echter niet alleen in
technisch opzicht (zoals cultuurtechniek, bodemkunde, plan
tenteelt, plantenveredeling, fokkerij, mechanisatie) maar ook
op het gebied van de organisatie van de landbouw. Hierbij
moet men denken aan de landbouwcoöperaties, de standsor
ganisaties, de produkt- en bedrijfschappen en bovenal het mi
nisterie van Landbouw en Visserij met zijn vele afdelingen op
nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Als een fijnmazig weef
sel hangen al deze organisaties boven de landbouw om de boer
te steunen bij zijn aankopen, zijn bedrijfsvoering en de afzet
van zijn produkten.
In veel onwikkelingslanden ontbreekt dat weefsel groten
deels, of vertoont het grote gaten. En het is juist dit fijne weef
sel van samenwerkingsverbanden dat innovaties signaleert,
opvangt, doorgeeft en helpt toe te passen.
Verzamelbegrip
Landbouwontwikkeling is een verzamelbe
grip, niet alleen voor de ontwikkeling van
allerlei aspecten van de landbouwbedrij
ven zelf, maar ook voor die van het toeleve-
Ir. M. C. Matthes
Bedrijfstakonderzoek
1
rende en verwerkende bedrijfsleven. Zo
kan verbetering van de kavel tot een op
brengststijging per hectare leiden. Even
eens kan dit het geval zijn bij de verbete
ring van het zaai- en pootgoed, terwijl de
inzet van verbeterd fokmateriaal en werk
tuigen ook betere financiële resultaten tot
gevolg kan hebben. Op deze manier heeft
r>
Het probleem der te kleine boeren
Uit het voorgaande is al gebleken dat de
grotere boeren gemakkelijker in hun kre
dietbehoeften kunnen voorzien dan de
kleinere, dat deze laatsten meer aangewe
zen zijn op het geldschieterskrediet en
zelfs vaak van speciaal voor de kleine boe
ren opgezette goedkope institutionele kre
dietprogramma's onvoldoende gebruik
kunnen maken doordat eigendomsrechten
op de grond als zakelijke zekerheidsstel
ling verlangd worden. Toch is aan deze
laatste hindernis reeds gerume tijd meer
aandacht besteed en wordt gelukkig
steeds meer de terugbetalingscapaciteit
van de kleine boer (voortvloeiend uit toe
genomen commerciële produktieals resul
taat van de kredietverstrekking) in de
plaats van de hypothecaire zekerheid op
de grond geaccepteerd.
Veel moeilijker ligt het probleem echter
voor de te kleine, zogenaamd submargina-
le, boeren en voor de grondbezitloze land
arbeiders (of werklozen!). De submargina-
le boeren hebben te weinig grond en zelfs
bij toegenomen produktie als resultaat van
kredietverstrekking nauwelijks terugbeta
lingscapaciteit. Met andere woorden wat
zij meer kunnen produceren, eten ze op,
hebben ze broodnodig voor eigen behoef
te. Hier kan nauwelijks iets van afgestaan
worden voor kredietaflossing. Voor deze
groep is krediet geen oplossing, tenzij via
landhervorming hun stukje grond vergroot
kan worden en ze dus niet langer submar
ginaal zijn, of doordat ze neveninkomsten
kunnen verwerven en ze in de toekomst
(dat geldt vooral voor de dichtbevolkte ge
bieden in Azië) slechts part-time de land
bouw uitoefenen.
Voor de juist op de grens van het bestaans
minimum balancerende marginale boeren
kan het krediet daarentegen juist wel goe
de mogelijkheden bieden: via uitbreiding
en intensivering van produktie, overgang
naar hoogwaardiger gewassen of investe
ring in irrigatie, kunnen zij hun inkomen
evenals hun terugbetalingscapaciteit ver
beteren, m.a.w. de armoegrens te boven
komen. Krediet is hier niet alleen alleszins
gerechtvaardigd, maar ook noodzakelijk.
Het geldt hier een doelgroep die wel arm is,
maar niet tot de allerarmsten behoort. De
mogelijkheden van kredietverstrekking en
kredietterugbetaling zijn hier - bij goede
begeleiding en landbouwvoorlichting -
aanwezig. Het landbouwkrediet kan hier
hoop en verbetering bieden. Het is dan ook
niet nodig te falen, mits met de in dit artikel
genoemde problemen en in het verleden
gemaakte fouten rekening gehouden
wordt. Een goed georganiseerd coöpera
tief systeem kan daarbij van veel nut zijn.