24
landbouwkrediet ontwikkelingslanden.
hoeften en wensen van de kredietnemers
aangepast kredietprogramma levert het
BIMAS-programma in Indonesië. Daar
worden kredieten in natura alleen in stan
daardpakketten en op vaste tijdstippen
verstrekt. De boer moet het krediet nemen
zoals het is, d.w.z. het gehele pakket, ook
als hij maar een deel ervan nodig heeft, en
op de dag dat de BIMAS-vrachtauto zijn
dorp aandoet, ook al heeft de boer de
kunstmest niet op dat moment nodig en
zou hij het pakket liever op een latertijdstip
willen ontvangen. Het overbodige deel van
het standaardpakket maakt het krediet ex
tra duur voor de boer, terwijl een te vroege
verstrekking de kansen van verspilling, nat
worden e.d., naast een onnodig langere
rentelast met zich meebrengt.
De flexibiliteit van het informele krediet
steekt - minstens in de ogen der kleine
boeren - daarom gunstig af bij het vaak
voorkomende gebrek aan flexibiliteit bij
het formele, institutionele krediet.
Onder gunstige voorwaarden vallen uiter-
DAF-truck van de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNVJ. Er worden zakken kunstmest
uitgeladen.
terug naar af
den van de handel en gemakkelijker tegen
slagen te boven kunnen komen. De betrok
kenheid van de leden blijkt uit veel meer
dingen. Kleine, zoals de tuinder die vol
trots vertelt dat hij ook lid is van de Kelom-
pok. Grote, zoals de bijdrage uit eigen zak
van de leden, waarmee een eigen kantoor
voor de Kelompok wordt gebouwd. Tevens
wordt dan meestal een opslagruimte ge
bouwd en wordt en passant een aan- en
verkoopafdeling gestart. Ook de mond op
mondreclame doet zijn werk. Er is sprake
van wachtlijsten voor nieuwe leden, Ke-
lompoks en KUD's die tot het systeem
willen toetreden. Kortom, er is sprake van
de groei van een coöperatieve samenwer
king van de puurste soort. De meeste ken
merken, die ook onze historie hebben ge
traceerd komen in de Kelompok naar vo
ren; een lokaal beperkt werkgebied, een zo
zuinig mogelijk beheer, reservering van de
winst en onderlinge hulpverlening.
Ik wil besluiten met te constateren dat hier
met een klein budget een prachtig stuk
ontwikkelingshulp is geleverd. Het is nog
te vroeg om ta juichen, daarvoor is alles
nog te pril en te teer. De vooruitzichten zijn
echter goed en ik hoop dat het geheel uit
eindelijk zal uitgroeien tot een volledige
landbouwkredietbank. De hardwerkende,
gastvrije en vriendelijke Indonesische
groentekweker verdient dat zonder meer.
aard ook de hoogte van de te betalen rente
en de gevraagde zekerheid voor het kre
diet. Geeft het eerste meestal geen moei
lijkheden - de rente voor het institutionele
krediet is vaak veel lager dan bij de geld
schieter - de gevraagde zekerheid kan tot
een stringente beperking van het aantal
potentiële leners leiden. Bij het institutio
nele krediet geldt in vele ontwikkelingslan
den het stelsel van zakelijke zekerheids
stelling: de kleine boer die geen grond
eigenaar is, komt dan niet voor krediet in
aanmerking. In vele Turkse dorpen bij
voorbeeld is daarom slechts 30 a 40% van
de kleine boeren lid van de kredietcoöpera
tie. De anderen zijn slechts pachters en ko
men volgens de voorschriften van de Turk
se Landbouwbank, die de kredietcoöpera
ties van kredietfondsen voorziet, toch niet
voor een coöperatiekrediet in aanmerking.
c Steunmaatregelen van de overheid, ge
richt op goedkope kredietverstrekking aan
de kleine boeren komen soms de verkeer
de groep - de grotere boeren, of zelfs de
grootgrondbezitters - ten goede. Dit geldt
vooral voor rentesubsidies: door deze sub
sidies wordt het institutionele krediet veel
aantrekkelijker, echter ook voor de grotere
leners. Zij profiteren het meest van de lage
rente, niet de kleine en armere boeren, die
weinig produktie- en terugbetalingscapa
citeiten hebben. Als daarnaast nog grond
eigendom als zekerheid voor het te verle
nen krediet geldt, dan profiteren de grotere
grondbezitters het meest. Zodra eigen pro
duktie als bijkomende voorwaarde voor het
goedkope krediet geldt, bestaat de kans
dat de grondeigenaar met behulp van het
krediet mechaniseert of tot profijtelijke ei-
genproduktie van handelsgewassen over
gaat, waarbij de pachters en deelbouwers,
aan wie hij eerst zijn grond in gebruik gaf,
dan tot landarbeiders gedegradeerd of
zelfs van de grond verdreven worden. Een
dergelijke ontwikkeling is in Turkije in de
jaren vijftig als een der gevolgen van het
Marshallplan (kredieten voor tractoren)
geconstateerd, terwijl in de jaren zeventig
in andere landen de 'groene revolutie'
een zelfde effect had. In andere gevallen,
waarbij grondeigendom de voorwaarde
voor het in aanmerking komen voor institu
tioneel krediet was, werden deze goedko
pe kredieten door de grondeigenaars op
genomen, maar vaak tegen veel hogere
rente aan hun pachters doorgeleend.
Omdat goedkope kredieten niet in onbe
perkte mate verstrekt kunnen worden en
de lokale kredietinstellingen slechts zoveel
krediet kunnen verstrekken als zij bij de
overheid of bij een centrale bankinstelling
kunnen herfinancieren, komen de grotere
boeren door hun betere relaties, grotere
kredietwaardigheid en eerdere kennis van
dit soort mogelijkheden, vaak eerder en
beter aan hun trekken dan de kleine en ar
mere boeren, die vaak ook niet goed weten
hoe ze hun kredietaanvraag op de juiste
manier moeten indienen. Ook hier is een
goede voorlichting en een ontwikkeling
van de kennis der kleine boeren noodzake
lijk, anders vissen deze laatsten achter het
net.